De VS zijn speelbal geworden van een venijnige binnenlandse polarisatie. Deskundigen vinden het spreken over een ophanden zijnde burgeroorlog overdreven. Maar: „Het gist.”
Jeff Miles, voorganger van de gemeente van de Zuidelijke Baptisten in St. Louis (Missouri), mijdt bepaalde festiviteiten uit angst dat er iets gebeurt. „Op 4 juli, onze nationale feestdag, ben ik niet met mijn kinderen wezen kijken naar de traditionele parade of het vuurwerk. Grote winkelcentra mijd ik ook zoveel mogelijk. Ik vind de spanning in onze samenleving te groot.”
De „giftige” polarisatie is volgens Miles de wortel van het kwaad waardoor de samenleving in de greep van de angst is gekomen. „De ene Amerikaan verdraagt de andere niet meer. Iemand die op politiek terrein anders denkt, wordt gemeden alsof hij melaats is. Dat gebeurt over en weer. Als we niet tot inkeer komen, loopt dit helemaal uit de hand.”
Volgens Miles zou de recente abortusuitspraak van het hooggerechtshof weleens de lont in het kruitvat kunnen zijn. „De voorstanders van abortus hebben een hete zomer van wraak aangekondigd. En president Joe Biden overweegt de noodtoestand uit te roepen zodat vrouwen toch abortus kunnen krijgen. De vraag is of hij dit echt kan doen. Maar de zaak komt met die aankondiging wel helemaal op scherp te staan. De pro-abortus lobby voelt zich gesterkt en de prolifebeweging loopt ricico’s. En sinds de Capitoolrellen weten waartoe een opgefokte massa in staat is.”
Waakzaam
Loopt het in de VS echt uit de hand? Behoort een gewapend intern conflict tot de mogelijkheden? De Canadese journalist Stephen Marche doet geen harde voorspelling maar sluit dat zeker niet uit. Recent schreef hij het boek ”The Next Civil War”, waarin hij een aantal punten noemt die een gewapend conflict zouden kunnen veroorzaken, zoals de politieke polarisatie, de rassenkwestie, het milieuprobleem, het wapenbezit. „Er hangt een gevaarlijk broeierige sfeer. De spanning kan exploderen.”
Ook Barbara Walters, docente aan de University of California, somt in haar boek ”How Civil Wars start” een vergelijkbare lijst van factoren op die een burgeroorlog kunnen veroorzaken. Al die elementen spelen momenteel in de VS. „Ik zeg niet dat er een gewapend conflict komt, maar de autoriteiten moeten wel waakzaam zijn,” zegt ze. „Het verontrust mij dat meer dan 30 procent van zowel de Democraten als de Republikeinen vindt dat het gebruik van wapens voor politieke doelen aanvaardbaar is. In 2017 lag dat op minder dan 10 procent. Het tweede zorgwekkende punt is dat het vertrouwen in de democratie snel afkalft. Wanneer een partij verliest, hebben haar kiezers het gevoel dat hun Amerika wordt bezet door een buitenlandse mogendheid.”
Dat er groepen zijn die het gebruik van wapens niet schuwen is in de VS algemeen bekend. Afgelopen jaar waren er berichten van extreem-rechtse facties die oefenden in de woestijn van Arizona en in de bossen van Michigan. Fanatieke linkse groepen zijn minder bekend, maar de FBI waarschuwt van tijd tot tijd voor het gevaar van „eenzame extremisten uit links-revolutionaire kringen die met zelfgemaakte bommen” in actie willen komen. „Het zijn vooralsnog vooral afzonderlijke groepjes die gevaarlijk kunnen zijn,” zegt Miles. „Maar wat als ze gaan samenklonteren?”
Nuchterheid
Als bijkomend kwaad noemt hij het wapenbezit. „Er zijn nogal wat Amerikanen die wapens hebben waarmee ze zich staande zouden kunnen houden in een oorlog. Wat als ze die gaan gebruiken om hun politieke idealen kracht bij te zetten?”
„Er is inderdaad sprake van felle polarisatie,” zegt Jeff Taylor, politicoloog verbonden aan Dordt College in Sioux Center en Republikeins lid van de Senaat in de staat Iowa. „Daar zitten risico’s aan, maar we moeten wel nuchter blijven. Spanningen zijn er in de Amerikaanse samenleving vaker geweest. Denk aan de economische crisis of de rassenkwestie in de vorige eeuw. Ze verdeelden het land, net zoals nu. Nee, ik geloof niet dat er nu of in de nabije toekomst een echte burgeroorlog dreigt, maar er gaat wel dreiging uit van de actuele situatie.”
Hoogleraar Politiek en Recht aan Wheaton College, David Iglesias, ziet eveneens dat de spanning oploopt, maar werpt de gedachte aan een gewapend conflict verre van zich. „Waar zouden de mensen de financiële middelen, de wapens en ander oorlogsmaterieel vandaan moeten halen?” Dat vooral extreem-rechtse websites geregeld spreken over een „dreigende burgeroorlog” bestempelt hij als „het zaaien van angst.”
Prof. Nelson D. Kloosterman, voormalig docent ethiek aan het Mid-America Reformed Seminary en al twaalf jaar beheerder van de website Worldview Resources International, zegt dat de kans op een gewapend conflict in de VS „nagenoeg nihil” is. „Maar er is wel een gevaarlijke cultuurstrijd gaande. En die kan ontsporen. Incidenten moet je niet uitsluiten.”
Kloosterman omschrijft de partijen in dit conflict grofweg „als progressief versus conservatief, links versus rechts. Links omarmt de BLM-beweging (Black Lives Matter), CRT (kritische rassentheorie) en Antifa (de antifascisten). Rechts wordt tegenwoordig in de media christelijk nationalisme genoemd. Daaraan wordt dan doorgaans de Republikeinse aanhang van Donald Trump vebonden, het pro-lifestandpunt en racisme.”
Linkse dominantie
Zowel Taylor als Kloosterman zien de linkse dominantie als de grote dreiging voor het stabiliteit in de samenleving. „Progressieven zijn nu laaiend vanwege de abortusuitspraak van het hooggerechtshof. Daar hebben ze nu even niet van terug. Hun feestje is verstoord”, zegt Taylor. „De rechters die een eerlijke juridische afweging hebben gemaakt, worden gebrandmerkt als extreem-conservatief. Terwijl elke jurist moet toegeven dat de uitspraak van 1973 rammelde als een ketel vol kiezels. Linkse activisten dreigen met een zomer van wraak. Zelfs sommige politici roepen op tot verzet. En hier en daar zijn er ook gebouwen van de prolifebeweging aangevallen.”
Kloosterman somt moeiteloos een aantal terreinen op waar progressieven in de VS het min of meer voor het zeggen hebben. „Het onderwijs, van kleuterschool tot universiteit. Hetzelfde geldt voor het ambtenarenapparaat, de media en de rechtspraak. De onvrede bij grote groepen Amerikanen over dat progressieve overwicht heeft in hoge mate bijgedragen aan het succes van Donald Trump. En zijn onorthodoxe manier van optreden heeft vervolgens de polarisatie weer aangejaagd.”
Zowel Kloosterman als Taylor constateren dat president Biden er ook niet in slaagt de groeiende verdeeldheid in de Amerikaanse samenleving te keren. Taylor: „De thema’s waarop Trump werd bekritiseerd, zijn door Biden niet aangepakt. Denk aan de immigratie en het wapenbezit. En zijn identiteitspolitiek, alsook zijn uitspraken over abortus, zijn alleen maar olie op het vuur.”
De voormalige vakbondsman en politiek strateeg Michael Podhorzer waarschuwde recent dat Amerika uiteen dreigt te vallen in een lappendeken van blauwe (de kleur van de Democraten) en rode (de kleur van de Republikeinen) staten. Daarmee zou de vaak toch al gespannen relatie tussen de regeringen van de afzonderlijke staten en de federale regering in Washington verder onder druk komen te staan.
Een illustratie van die spanning is de oefening die het Amerikaanse leger vorig jaar hield in Texas om ervaring op te doen bij de bestrijding van binnenlands terrorisme. Terwijl de federale manschappen oefenden, werden zij op last van gouverneur Greg Abbott van Texas in de gaten gehouden door troepen van de Nationale Reserve.
Paarse staten
Volgens berekeningen van Podhorzer steunt een rode natie op een iets groter deel van de stemgerechtigde bevolking van het land (45 procent versus 39 procent), maar draagt de blauwe natie meer bij aan het totale Amerikaanse bruto nationaal product: 46 procent versus 40 procent. Op zichzelf zou de blauwe natie de op een na grootste economie ter wereld zijn, achter alleen China. De rode natie zou op de derde plaats komen.
De „twee staten binnen de staat” zouden volgens de vakbondsman zoveel mogelijk langs elkaar heen leven. „Daarmee raakt de binnenlandse eenheid die de VS decennia lang heeft gekend steeds verder uit het zicht en naderen we de situatie die kort voor de Amerikaanse Burgeroorlog bestond.”
Dat Amerika dan nog een gemeenschappelijke regering en een president heeft, komt volgens Podhorzer door de ongeveer tien staten die noch uitgesproken blauw, noch uitgesproken rood zijn. „De swingstates, die je paars zou kunnen noemen, geven dan de doorslag of er een rode of blauwe federale regering en president komen. Maar de autoriteit van Washington neemt wel af.” Een echte burgeroorlog wil Podhorzer niet voorspellen. „Maar de situatie is wel gevaarlijk.”
Jeff Taylor neemt de analyse van Podhorzer niet zonder meer over. Maar hij constateert wel dat opiniepeilingen in toenemende mate aantonen dat veel Amerikanen –zowel Democraten als Republikeinen– denken dat Amerika in twee afzonderlijke naties zal breken. „Deze mensen hebben bijna de hoop opgegeven dat de kloof tussen blauwe en rode staten valt te overbruggen. Dat baart me zorgen.”