Omgekeerde vlaggen weghalen, of voorlopig toch maar niet
De gemeente Oldebroek haalde omgekeerde vlaggen weg. Activisten hingen ze weer op, in veelvoud. Maar nee, Oldebroek haalt ze toch weer weg.
Het gemeentebestuur blijft erbij dat lantaarnpalen geen vlaggenmasten zijn, zegt een woordvoerster. „De vlaggen kunnen zorgen voor onveilige situaties in het verkeer. Inwoners zijn natuurlijk wel vrij om de vlag op eigen terrein te plaatsen.”
Het was een andere reden waarom Oldebroek vorige week besloot de ondersteboven wapperende driekleur te verwijderen van gemeentelijke eigendommen: de gemeente toonde begrip voor de zorgen van de boeren, maar wilde ook rekening houden met „groepen die zich door deze acties gekwetst voelen. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan veteranen die opkwamen voor onze vrede en veiligheid. Het is niet de bedoeling dat voor een protest gemeentelijke eigendommen worden gebruikt.”
Burgemeester Haseloop reageerde daarmee op de brief van een inwoonster van haar gemeente. Deze veteraan wees erop dat de nationale vlag staat voor vrijheid en democratie en dat velen daarvoor hun leven gaven.
De omgekeerde vlag is –net als de boerenzakdoek– symbool geworden van het verzet tegen de stikstofplannen van de regering. Het vlagvertoon begon met hier en daar een wapperend doek, maar breidde zich sterk uit. Langs wegen is soms elke lantaarnpaal van een vlag voorzien, en dat kilometerslang. Dat moet actievoerders niet alleen geld, maar ook tijd en moeite kosten. Soms wordt groot materieel ingezet, waardoor vlaggen op een hoogte komen te hangen waar ze maar niet een-twee-drie te verwijderen zijn.
Uitgescholden
Net als Rijkswaterstaat haalden gemeenten vlaggen weg uit het oogpunt van verkeersveiligheid. Andere gemeenten willen niet dat publieke eigendommen voor uitingen van protest worden gebruikt. Of in elk geval niet de vlaggenmasten bij het gemeentehuis, omdat een overheid zich volgens die gemeenten niet voor het karretje van één groep moet laten spannen.
Andere bestuurders willen ruimte bieden aan het uiten van ongerustheid, halen de vlaggen niet weg om steviger protest te voorkomen of gaan met de actievoerders in gesprek.
De gemeente Hoogeveen stopte met het weghalen van omgekeerd opgehangen vlaggen na een opstootje waarbij medewerkers zouden zijn uitgescholden. En dus bleven de vlaggen aan lantaarnpalen en verkeerslichten hangen, ook al vond de gemeente dat dit onveilige verkeerssituaties kan opleveren. Het flapperende doek kan volgens de wegbeheerders de aandacht afleiden of losraken en vallen. Onveiligheid ontstaat al tijdens het ophangen, als een verreiker midden op de weg wordt geparkeerd en het verkeer er nauwelijks langs kan, stelde Rijkswaterstaat.
Afkeer van gezag
Locoburgemeester Sluiter van Lingewaard liet vlaggen van gemeentelijke eigendommen afhalen omdat hij de inzet van de nationale driekleur als protestdoek te ver vindt gaan. In Sliedrecht vroeg de SGP-ChristenUnie-fractie ook om verwijdering van het blauw-wit-rood. Met begrip voor boeren die voor hun belangen opkomen, constateerde de fractie ook „dat er met name heel veel steun voor dit soort acties komt vanuit dat deel van de samenleving dat alles wat onze overheid aan maatregelen wil nemen als fout bestempelt. Het lijkt daarbij een richting op te gaan van afkeer van iedere vorm van overheidsgezag.”