Ministerie houdt ‘Sywert-apps’ voorlopig geheim
Het WhatsApp-verkeer tussen oud-zorgminister De Jonge, topambtenaren en het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) blijft voorlopig geheim.
Donderdag zou er weer een zitting zijn bij de rechtbank in Amsterdam, waarbij de Volkskrant opnieuw zou proberen het vrijgeven van het digitale berichtenverkeer af te dwingen. Maandag meldde het ochtendblad echter dat het ministerie een nieuwe confrontatie uit de weg gaat door het ingestelde beroep tegen de eerdere uitspraak in te trekken en de procedure te staken. Door het zetten van die stap verplicht het ministerie zich ertoe de door de rechter opgelegde dwangsom van 100 euro per dag te betalen. Het bedrag is inmiddels opgelopen tot 15.000 euro.
Het geschil draait om het tempo waarin het ministerie het app-verkeer moet openbaren. Volgens VWS is het ondoenlijk alle openbaarmakingsverzoeken een voor een af te werken. Daarom maakt het departement periodiek stukken openbaar die onder de openbaarmakingswet vallen. Vervolgens seint het de aanvragers in wanneer de betreffende selectie documenten bevat die voor hen van belang kunnen zijn. Het ministerie verschuilt zich daarbij achter een oude uitspraak van de Raad van State in een ander conflict met de media, waarin die werkwijze door de hoogste bestuursrechter was toegestaan.
In januari stelde de rechter echter dat VWS zich in deze zaak niet op die uitspraak kan beroepen. Het ministerie moest de gangbare termijnen uit de openbaarmakingswet opvolgen en heeft er dus een dwangsom voor over om zijn eigen tempo aan te kunnen houden.
Een nieuw besluit over de vrijgave van de stukken volgt volgens een woordvoerder van het ministerie pas in augustus.
De Sywert-rel draait om de vraag of De Jonge het LCH onder druk heeft gezet om een mondkapjesdeal te sluiten met ondernemer Sywert van Lienden. Die bleek miljoenen te hebben verdiend aan een mondkapjesorder van het ministerie die achteraf overbodig was. Volgens de Volkskrant drukte De Jonge de overeenkomst echter door om te voorkomen dat Van Lienden het ministerie op sociale media zou blijven beschuldigen van incompetentie en gebrek aan daadkracht.