Dilemma voor ECB: hoge inflatie en dreigende recessie
Er wordt al heel lang op gezinspeeld en over gesproken. Volgende week is het eindelijk zover. Donderdag zal de Europese Centrale Bank (ECB) officieel besluiten tot een renteverhoging.
Dan hebben we het over een maatregel die sinds juli 2011 niet meer aan de orde was. Toen kondigde genoemde instelling voor het laatst een wijziging van haar tarieven af in bovenwaartse richting. Dat gebeurde onder de regie van president Jean-Claude Trichet. Opvolger Mario Draghi, die vier maanden later aantrad, heeft gedurende zijn termijn van acht jaar de rente alleen maar verlaagd. Hem blijven we herinneren als de kampioen van een ongekend ruime geldpolitiek.
Die aanpak behoort halverwege 2022 tot het verleden. Begin deze maand eindigde het programma voor het opkopen van obligaties, waarmee de afgelopen jaren gigantische bedragen in de economie zijn gepompt, bedoeld om de bedrijvigheid te stimuleren. Nu volgt fase twee in de omschakeling: een aanpassing van de rente.
In juni, na de vorige vergadering van de monetaire bestuurders, liet Christine Lagarde als hoogste chef al zonder reserves weten dat we op die stap kunnen rekenen. De herfinancieringsrente, die commerciële banken betalen als zij in Frankfurt lenen, staat op 0 procent en de depositorente, die zij ontvangen als zij er kasgeld stallen, op min 0,5 procent. Wordt het –de meest gehoorde opvatting– 0,25 procentpunt erbij of misschien toch meteen een flinke klap van 0,5? En hoe ziet het pad hierna eruit? Laten we eens letten op belangrijke ontwikkelingen die een rol spelen bij de afwegingen.
Inflatie
In de eerste plaats natuurlijk de inflatie. Het tempo van de geldontwaarding in de eurozone, de graadmeter voor het handelen van de ECB, versnelde in juni tot 8,6 procent. De burger krijgt de rekening gepresenteerd in de vorm van een forse aanslag op zijn koopkracht. Centrale banken hebben tot taak prijsstabiliteit te waarborgen. Als het op dat punt ontspoort, zoals in de voorbije periode, mogen zij niet werkloos blijven toekijken.
Een hogere rente is erop gericht de economie af te koelen. Lenen wordt duurder, consumenten gaan minder uitgeven, bedrijven temperen hun investeringen, de groei van de bestedingen zwakt af. Kortom, een geringere vraag naar goederen en diensten, wat de opwaartse druk op de prijzen ervan moet beperken. Of het deze keer ook zo werkt, valt overigens te bezien. De huidige inflatie kent immers oorzaken waar de centrale banken geen invloed op hebben, zoals exploderende gasprijzen als gevolg van een oorlog.
Recessie
Het woord duikt steeds vaker op: recessie. Tal van prognoses voorspellen voor later dit jaar een inzinking van de productie, met mogelijk een milde krimp. Een zachte landing, zoals het wordt aangeduid, ofwel een stevige verkrapping van het monetair beleid zonder dat de groei wegvalt, zit er waarschijnlijk niet in. Grotere schade ligt in het verschiet als de situatie rond de aanvoer van gas verder zou verslechteren. Om de economie draaiende te houden is voorzichtigheid geboden bij het opschroeven van de rente. Sommige analisten sluiten zelfs niet uit dat de ECB in 2023 alweer zal overgaan tot het verlagen van de beleidsrente.
Wisselkoers
En dan is er verder de dalende wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar. Er stond deze week, voor het eerst in bijna twintig jaar, een ruilvoet van één op één op de borden, de zogeheten pariteit. Twaalf maanden terug noteerde de gemeenschappelijke munt nog in de buurt van 1,20 dollar, afgelopen februari rond 1,14.
Europa kent momenteel een handelstekort ofwel: de waarde van de import overtreft die van de export. Verder maakt de hogere rente in de VS het aantrekkelijk daar tegoeden aan te houden en niet hier. Daar komt bij dat de economische risico’s op ons continent, door de spanningen over de levering van gas, groot zijn. Bovendien fungeert de dollar altijd als veilige haven in onzekere tijden. Allemaal factoren die leiden tot minder vraag naar en meer aanbod van euro’s en dus tot een lagere wisselkoers.
Dit laatste betekent dat onze importen duurder worden. Wij moeten extra euro’s neertellen om hetzelfde bedrag in dollars af te rekenen. De prijzen stijgen, het verschaft brandstof aan de inflatie en daar zitten we uiteraard niet op te wachten. Daarom is vanuit het oogpunt van de valutaverhoudingen een hogere rente aan deze zijde van de Atlantische Oceaan wenselijk. Die biedt immers steun aan de euro.
Voorrang
Dat de rente volgende week omhoog gaat, staat wel vast. In welke mate en hoeveel stappen volgen er hierna? De ECB, die in de achterliggende jaren met zijn uitzonderlijk beleid de economie en de financiële markten steeds een helpende hand toestak, kampt met een dilemma. Hard inzetten om de inflatie de kop in te drukken en het aanzwengelen van de bedrijvigheid om een recessie te vermijden: het zijn twee doelen die met elkaar strijden om voorrang. Wat goed is voor het een, pakt ongunstig uit voor het ander. Aan elk scenario kleeft een risico. Het dwingt tot behoedzaam manoeuvreren. Voorlopig lijken de centrale banken prioriteit te geven aan inflatiebestrijding. Dat is tenslotte ook hun voornaamste opdracht.