Italië telt zo’n 850.000 immigrantenkinderen. De meesten zijn volkomen ingeburgerd, maar voor de wet zijn zij geen Italiaan waardoor zij vaak tussen de wal en het schip vallen. Een Kamerdebat dat volgende week begint moet een oplossing brengen, maar de rechts-nationalistische partijen hebben al heftig verzet aangekondigd.
In Italië geldt, als in veel Europese landen, het zogeheten jus sanguinis, het recht van het bloed: je bent Italiaan als tenminste één van je ouders dat ook is. Zo niet, dan heb je hun nationaliteit en mag je op je 18e kiezen voor de Italiaanse. Voor deze jongeren betekent dit dat zij net als hun leeftijdgenoten wel recht hebben op scholing en gezondheidszorg, maar bijvoorbeeld niet in overheidsdienst kunnen treden.
Dat kan wel als ze na hun 18e verjaardag de Italiaanse nationaliteit aanvragen, maar in Italië kan zo’n procedure jaren duren. Getalenteerde jonge sportlieden kunnen niet uitkomen voor Italië. En op schoolreisjes buiten Italië mogen zij niet mee, omdat zij een Italiaanse identiteitskaart hebben die niet geldig is voor het buitenland. Zo worden zij in de praktijk buitengesloten.
In Duitsland, Frankrijk en de VS geldt daarentegen het jus soli, het recht van de grond: kinderen van immigranten krijgen –ook– de nationaliteit van het land waar ze geboren zijn of van jongsaf aan wonen. Dit stond model voor een eerder wetsvoorstel dat in 2018 door de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden is aangenomen, maar vervolgens niet in de Senaat is behandeld, omdat de verkiezingen er tussen kwamen.
Het debat begon daarmee van meet af aan en heeft nu een tussenvoorstel opgeleverd: kinderen van migranten die tenminste vijf jaar Italiaans onderwijs hebben genoten, mogen als zij dat willen Italiaan worden.
Bisschoppen
Het wetsvoorstel, waarvoor de term jus scholae is ontwikkeld, wordt gesteund door de linkse Democratische Partij en de Vijfsterrenbeweging.
Het afgelopen weekend schaarden ook de Italiaanse bisschoppen zich erachter. Zij verklaarden dat in dit geval niet de ideologie moet tellen, maar de realiteit van een maatschappij met burgers van verschillende herkomst. Ook Berlusconi’s partij Forza Italia is voor, maar dan met acht jaar school in plaats van vijf.
De rechtse partijen Lega en Fratelli d’Italia voelen niks voor verdere integratie. Zij betogen dat ‘links’ met het jus scholae „een miljoen nieuwe kiezers wil scheppen” en dat dit tevens een erkenning zou inhouden van de Latijns-Amerikaanse en Filippijnse jeugdbendes in steden als Milaan en Rome.
De leider van de Lega, Matteo Salvini, die populair werd door zijn harde standpunten inzake migratie, dreigt uit de regering te stappen als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Maar vooreerst vertrouwt de Lega op het aloude instrument van obstructie door het indienen van 1500 merendeels absurde amendementen. Zo zouden de jonge aspirant-Italianen getoetst moeten worden op hun kennis van lokale volksfeesten en een opstel moeten schrijven over het belang van de kerststal.
Rekken
De bedoeling is om zo het debat te rekken tot na het zomerreces, wanneer het parlement tot over zijn oren verwikkeld is in de begrotingsbehandeling.
En omdat na de Kamer ook de Senaat zijn goedkeuring nog moet geven, is de kans groot dat de wet er ook ditmaal niet komt voor de verkiezingen van waarschijnlijk volgend voorjaar.