Huis open voor Oekraïners, ook in vakantie
Met de vakantie in zicht zoeken Nederlanders een oplossing voor Oekraïense gasten die ze in huis hebben. Opvang in een ander gezin, of in een opvangcentrum. Maar er zijn ook gezinnen bij wie de gasten kunnen blijven.
De familie Paans nam vluchtelingen mee op vakantie, de familie Stam liet haar huis met een gerust hart aan de Oekraïense gasten over. „Het gaat gewoon supergoed.”
De meivakantie op Aruba was al geboekt toen Huibert en Margriet Stam besloten Natasia en haar zoon Sasha onderdak te bieden. De vakantie afzeggen was niet nodig. „Ons huis is jullie huis, hebben we gezegd. Ze proberen zich echt aan te passen. Daarom aarzelden we niet om gewoon weg te gaan.”
Margriets moeder ging in die twee weken meermalen bij de vluchtelingen langs om te vragen of ze hulp nodig hadden. Maar dat hadden ze niet. „Ze haalden zelf de boodschappen. Toen we thuiskwamen, was het hele huis schoongemaakt en stond er een pan eten op de kookplaat. Dus we hoefden niet even een frietje te halen.”
Vrees voor beschadiging van de huisraad of ander onheil had het echtpaar uit IJzendoorn geen ogenblik. „Mensen verklaarden ons voor gek dat we ons huis zomaar achterlieten. Maar wij vinden dat je zo niet in het leven moet staan. En onze gasten konden in die week helemaal op zichzelf zijn en bekenden van hen uitnodigen.
We werken en hebben een grote familie en vriendenkring, dus we zijn nogal eens weg. Toen we vorige week thuiskwamen, lag Sasha op de bank te slapen, zijn been omhoog tegen het raam. Toen dachten we: Fijn dat ze zich hier zo thuis voelen. Moet je je indenken dat je zelf maandenlang op de vlucht zou zijn.”
Straaljagers
Moeder en zoon komen uit een stad ten noordoosten van de Oekraïense hoofdstad Kiev. Hoe het daar nu is? Margriet Stam –vanwege de huidige acties met een boerenzakdoek in het haar– spreekt de vraag in op haar telefoon en toont Natasia de tekst die Google Translate laat zien. De vluchtelinge praat op dezelfde manier terug, in het Oekraïens. Zin na zin verschijnt op het schermpje: „Op het strand is een niet ontplofte granaat gevonden. De beschietingen gaan nog steeds door. Er is elke dag luchtalarm.”
In Nederland is het veilig. Dachten ze. Tot er deze week twee F-16’s met veel kabaal over IJzendoorn vlogen. „Sasha zat buiten”, zegt Margriet. „Ik zag twee grote angstogen. Hij was heel erg geschrokken. Dat was geen wonder: ze wonen dicht bij de Wit-Russische grens en de Russische vliegtuigen waren soms al boven hun stad voordat het luchtalarm afging. Het was de eerste keer dat we iets van emotie merkten; moeder en zoon laten weinig zien van wat er in hen omgaat. Over het luchtalarm op de eerste maandag van de maand hebben we uitleg gegeven, dus daar schrikken ze niet van.”
Impulsief
Op school heeft Sasha inmiddels een vriendinnetje opgedaan, uit Polen. „Volgens mij hoort hij nu ook op school te zitten, maar hij zegt dat hij vakantie heeft. Ik denk dat hij het Hollandse spijbelen ook al geleerd heeft”, lacht Huibert. „Vakantie”, verzekert het onderwerp van gesprek – het is een van de Nederlandse woorden die hij inmiddels kent.
Waar het Betuwse echtpaar in de zomervakantie naartoe gaat, weet het nog niet. „Woensdagmiddag hebben we een oude camper gekocht. We zijn nogal van impulsieve acties”, zegt Huibert. „Zo ging het ook toen de Oekraïners kwamen.”
Ds. A. Simons uit Valburg belde op een woensdagsavond om tien uur of het echtpaar mensen in huis wilde nemen. „Er is een hele lijst met redenen waarom je het niet zou doen”, zegt Margriet. „Je wilt je privé niet afstaan. Maar ik dacht: Als wij zelf nu eens zouden moeten vluchten? Toen hebben we direct gezegd dat de vluchtelingen welkom waren. En je moet je naaste liefhebben als jezelf, dus ons hele huis is voor hen.”
Extra jas
Ze kwamen de volgende dag al. „Ze hadden alleen een weekendtas bij zich”, zegt Huibert. „Dat was wel een eyeopener voor ons. Ze waren een stad ontvlucht die op dat moment in puin werd geschoten.
De dag erna lieten we hen al alleen, omdat we moesten werken. Dus we typten in het vertaalprogramma: „We zijn weg.” Maar ze appten al gauw via de vertaalfunctie op telegram: „We hebben het koud.” In de Bijbel staat dat wanneer je twee jassen hebt, je er één moet weggeven, maar als je er maar één hebt, is het lastig. Maar ik heb mijn jas gegeven.
Sasha liet die dag de hond uit en verdwaalde. Maar de hond heeft hem thuisgebracht.”
Busje
Alijda Paans-van Nifterik –vriendin, collega en bijna-buurvrouw– komt binnen. Ook zij heeft over haar gasten niets dan lof. Zo zwijgzaam als de Natasia bij de familie Stam is, zo spraakzaam is de Natasia die bij het gezin Paans in huis is. „Al gauw hadden we een urenlang gesprek, via het vertaalprogramma op onze telefoons. Het is gewoon een leuk mens. Ze is echt een vriendin geworden.”
Zo zelfs dat Alijda en haar man Leon de Oekraïners inmiddels twee keer meenamen op vakantie. „We wilden een paar dagen naar Zeeland, dus huurden we een huisje bij Roompot. En in juni gingen we een weekje naar Frankrijk.”
Met haar Oekraïense gast en haar dochters Diana (12) en Veronika (4) erbij omvat het huishouden geen vijf, maar acht personen. Daar is de gezinsauto niet op berekend. „Een vriendin van mijn broer heeft een busje. Dus we hebben een week geruild en zijn naar Frankrijk gereden.”
Gasten mee. „Het was superleuk. We overlegden elke dag wat we gingen doen. De ene ochtend haalden zij broodjes, de andere wij.”
De gedachten aan thuis –Natasia’s man moest in Oekraïne blijven– reisden mee. „Soms kwam het verdriet naar buiten. Dan bleven we een ochtend in het huisje, maar zeiden we ’s middags: Kom op, we gaan iets doen.”
Naastenhulp
Het reisdoel in de zomervakantie is nog niet bekend. „We leven redelijk planloos.” Maar de Oekraïners kunnen weer mee. „Als Natasia vrij kan krijgen van haar werk, want ze heeft nog niet veel vrije dagen opgebouwd.”
Het gezin Paans kerkt in Ochten, het echtpaar Stam in Achterberg. Maar ’s zondagsmiddags zitten ze nu met hun gasten in de Oekraïense dienst in Valburg.
Over verblijfskosten wordt niet gepraat. „Ze hobbelen gewoon met ons mee”, zegt Alijda Paans. „Als je met meer mensen iets minder hebt, wen je daaraan.” Ooit komt het moment dat de gasten weer vertrekken. „We zullen eraan moeten wennen.”
Het echtpaar Stam heeft ook geen spijt van het besluit Oekraïners op te vangen. „Als er iets is, zetten we het in de app. Dan krijgen we direct hulp.” Paans: „Echt de Betuwe: hier doen we dingen samen.”
Dinsdagavond was er een barbecue voor Oekraïners en hun gastgezinnen bij het Echteldse restaurant De Duikenburg, gesponsord door bedrijven. „Er was 180 man. We hebben vluchtelingen weer eens echt zien lachen. Dat doen ze niet elke dag.”