In kantoorpanden, op cruiseschepen en bij particulieren in huis: overal worden vluchtelingen uit Oekraïne opgevangen. Op diverse plaatsen vonden ze ook een veilig onderkomen in een pastorie.
Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, stond de pastorie van de vacante hersteld hervormde gemeente (hhg) in Oud-Beijerland al twee jaar leeg. Een gemeentelid, begaan met vluchtelingen, diende een verzoek in om in de woning Oekraïners te gaan opvangen. De kerkenraad stemde hiermee in, waarna er half maart een groep van zes vrouwen, een meisje en de tien maanden jonge Timothy arriveerde. Later kwamen er een moeder en dochter bij. Het gaat om leden van in totaal drie families.
De vluchtelingen voelen zich bijzonder welkom in Oud-Beijerland, benadrukken ze. „We worden overal mee geholpen en we ontmoeten steeds aardige mensen.” Het valt hen op hoe schoon het op straat is, en hoe rustig: geen luchtalarm meer. Het vele groen vinden ze prachtig. Ze wandelen graag en hebben ook het fietsen ontdekt. „Als we terug kunnen, willen we de fietsen graag meenemen”, zegt een van de vrouwen, Olena, lachend.
Weeskinderen
Olena en Kate zijn collega’s. Ze runnen in hun woonplaats Zjitomir, twee uur rijden van Kiev, een dagopvang voor weeskinderen. Begin maart besloten ze te vertrekken omdat het te gevaarlijk werd. „We zaten in de buurt van een militaire basis waar werd gebombardeerd”, vertelt Olena. Ze spreekt redelijk Engels en verder bewijzen vertaalapps goede diensten.
Met de bus gingen Olena en Kate, allebei met hun moeder en andere familieleden, eerst naar Polen. Dankzij contacten met Nederlander Arno Kortleven van Stichting Oost-Europahulp Gereformeerde Gezindte (SOEGG) werd uiteindelijk opvang in Nederland voor hen geregeld, in eerste instantie in Waddinxveen en vervolgens in Oud-Beijerland.
Een soortgelijk verhaal vertellen moeder en dochter Olena en Dasha uit Kiev. „We zagen Russen vanuit de lucht landen en hoorden de inslagen steeds dichterbij komen. We wonen in de buurt van een ministerie en een groot treinstation. Ook wij zijn via Polen naar Nederland gegaan, dankzij contacten met een Oekraïense vrouw die getrouwd is met een Nederlander en in Oud-Beijerland woont.”
Verwoestingen
De groep oogt opgewekt, maar intussen zijn de zorgen groot. De vluchtelingen hebben huis en haard, maar ook vaders, broers, vrienden en andere geliefden achtergelaten. Wel hebben ze veelvuldig contact met hen. Niemand is actief in het leger. De mannen doen vrijwilligerswerk, maken het goed en zijn in goede conditie.
Via internet zien de vrouwen niettemin met lede ogen de vele verwoestingen in hun vaderland aan. Kate laat een filmpje zien van een school, vlak naast de kerk waar ze bij hoort. „Het wás een mooie school”, wijst ze veelzeggend. Van de kerk zijn veel ruiten gesneuveld. Voor zover ze weten, is er vooralsnog geen schade aan hun eigen woningen. „God spaarde onze huizen.”
De vrouwen vullen hun dagen met het huishouden, koken, winkelen, wandelen en praten, veel praten. Ze hebben veelal dezelfde problemen en zorgen en vinden daarin steun bij elkaar. Velen geloven in God. Olena: „We praten en bidden veel met elkaar en lezen elke dag in de Bijbel. We hebben het hier goed, maar natuurlijk willen we graag terug. Hoe lang dat nog gaat duren? Heel kort, hopen we, maar niemand die het weet. Wachten en bidden, dat is alles wat we kunnen doen.”
Plastic tasje
Vijf vrouwen van de hhg coördineren de opvang van de Oekraïners. Ze zien de vluchtelingen nog aan komen lopen, ieder met slechts een plastic tasje met spullen. „Hartverscheurend.”
Dankzij de kringloopwinkel van Woord & Daad en giften van gemeenteleden kon de lege pastorie vlot worden aangekleed. „De Oekraïners zijn zo dankbaar en makkelijk. Ze zijn heel schoon en met weinig tevreden. Ze helpen ook enthousiast mee om de kerk schoon te houden. We hebben al een keer bij hen gegeten, zo willen ze iets terugdoen”, vertelt aan van de vrijwilligers. Er zijn uitstapjes gemaakt naar het strand bij Ouddorp en de Keukenhof. „Ze waren diep onder de indruk van al die kleuren. Zo zijn ze er even uit en kunnen ze een poosje de zorgen en de oorlog vergeten”, aldus een vrijwilliger.
In mei hebben de vluchtelingen tijdens de dodenherdenking bij het monument VRIJ in het Laningpark in Oud-Beijerland bloemen gelegd. „In Oekraïne herdenken we ook jaarlijks de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog”, vertelt een van de vrouwen. „We vonden het bijzonder om dat nu in Oud-Beijerland te doen. Het was fijn om te merken dat de oorlog in Oekraïne in Nederland leeft. Onze gedachten waren natuurlijk ook in Oekraïne.”
De vluchtelingen bezoeken de kerkdiensten van de hhg. Vooraf krijgen ze de vertaalde liturgie. „De eerste keer speelde de organist voor de dienst het Oekraïense volkslied”, vertelt Kate. „Dat was heel emotioneel voor ons.”
Hulpgoederen
De pastorie van de hervormde gemeente in Schoonrewoerd, die sinds de zomer van 2021 vacant is, biedt eveneens onderdak aan Oekraïners. Aan de gevel van de statige woning, pal naast de historische kerk aan de Dorpsstraat, wappert een Oekraïense vlag.
Kort na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne diende de leegstaande pastorie als inzamelpunt voor hulpgoederen, zoals voedsel en kleding, zegt gemeentelid Jan Meerkerk (54) in een vergaderzaal van de kerk. Ook zijn dochter Caroline (29) is aanwezig. Het idee van de inzamelactie werd bij hen aan de keukentafel geboren, vertellen ze.
Jan: „Toen de hulpgoederen werden gesorteerd, vroeg ik me af: waarom gebruiken we de pastorie niet voor opvang van vluchtelingen? De kerkrentmeesters gingen snel akkoord met dit idee. Daarna hebben we contact gelegd met Room for Ukraine en later met Christian Refugee Relief. Via die organisaties zijn de Oekraïners hier medio maart gekomen.”
Binnen twee weken zaten er 22 vrouwen en kinderen in de pastorie. „Onder hen was een moeder met vier kinderen. Toen haar man later naar Nederland kwam, is dit gezin verhuisd naar de pastorie in Everdingen”, vertelt Caroline. Ook is één vrouw inmiddels teruggekeerd naar Kiev. Op dit moment verblijven er vijftien vrouwen en kinderen én een hondje in de predikantswoning.
Na een druk op de bel komen vijf vrouwen en enkele kinderen naar buiten voor de foto. Tatiana vertelt –via de Engelssprekende Yuliia– dat ze met haar twee dochters van 8 en 11 jaar de bombardementen in Kiev is ontvlucht. Via Polen kwam ze naar Nederland. Haar dagen zijn gevuld met de zorg voor haar kinderen en een baantje in een supermarkt. Het moeilijkste vindt ze dat haar familie ver weg is. „En de taal is ook heel moeilijk.”
Yuliia verliet met haar drie kinderen –4, 6 en 12 jaar– de Oekraïense stad Mykolaiv na de inval van de Russen. „Veel huizen in onze buurt zijn gebombardeerd”, zegt de docente Engels. Vanuit Nederland geeft ze online les aan haar leerlingen die nu onder meer in de Verenigde Staten, Polen en Duitsland verblijven. Evenals Tatiana en de andere vrouwen zou ze het liefst terugkeren naar haar land. „Maar mijn man zegt dat het nog te gevaarlijk is.”
Op zondag bezoeken de vluchtelingen geregeld de diensten in de hervormde kerk. De gesproken woorden van de predikant worden voor hen via een vertaalsysteem op een scherm in het Oekraïens weergegeven. Dat de liturgie anders is dan die van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk waartoe ze behoren, vinden ze geen probleem. Yuliia: „We komen in de kerk om te bidden. God is voor ons allemaal Dezelfde. De mensen uit deze kerk staan om ons heen. Dat is een zegen van God. We zijn heel dankbaar voor alles wat ze doen en we bidden ook voor hen.”
Hulpverlener
Een kernteam van acht personen, onder wie vader en dochter Meerkerk, coördineert de opvang en begeleiding. Vanaf het begin kregen ze meteen van allerlei kanten hulp aangeboden, ook van buiten de hervormde gemeente. Caroline: „De hersteld hervormde gemeente zorgde bijvoorbeeld voor extra douche- en toiletvoorzieningen en de gereformeerde kerk voor geld voor de boodschappen. Twee jonge kinderen gaan nu naar de basisschool in het dorp. De oudere volgen onlinelessen of bezoeken een internationale schakelklas in Utrecht. En enkele vrouwen werken inmiddels als schoonmaker of vakkenvuller in een supermarkt.”
Leden van het kernteam zijn dagelijks druk met de opvang. Jan: „Alle bewoners brengen hun eigen zorgen en problemen mee, wat soms spanningen geeft. Voor je het weet, ben je niet alleen huisvester, maar ook hulpverlener. Praktisch gezien moet er steeds van alles worden geregeld, zoals het aanvragen van sofinummers, een bezoek aan de ambassade, deelname aan sportclubs en vertaling in de kerkdienst.” Caroline noemt het belangrijk dat al het werk wordt „gedragen door het gebed” van de gemeente.
Op paaszondag werden de leden van het kernteam na de ochtenddienst uitgenodigd om „koffie te drinken” bij de vluchtelingen. Jan: „Er stond een complete maaltijd klaar, waarbij de speciale paascake officieel werd aangesneden.”
Een week later, op de datum van het Oekraïense paasfeest, volgde een gezamenlijke picknick in een boomgaard. „Het was zowel voor de Oekraïners als voor ons heel bijzonder. We konden, via de vrouwen die Engels kennen, van hart tot hart met elkaar spreken”, zegt Jan.
Wat de twee motiveert om zich voor de vluchtelingen in te zetten? „Dit is wat God van ons vraagt: er zijn voor de ander”, zegt Jan, die via de organisatie Hope & Serve ook al jaren hulp verleent in Roemenië. Caroline, die in de thuiszorg werkt, sluit zich daarbij aan. „De wereld van vluchtelingen was nieuw voor mij, maar ik heb deze mensen echt in mijn hart gesloten.”