Omwonenden nooddorp Antwerpen bezorgd om Oekraïner én natuur
Inwoners van het Antwerpse stadsdeel Linkeroever maken zich op voor de komst van 600 Oekraïners. De buurt toont zich solidair met de vluchtelingen, maar heeft wel zorgen over het eerste nooddorp van België dat tussen het groen verrijst.
Het is aangenaam vertoeven in de zonovergoten Middenvijver. Het uitgestrekte park op de Linkeroever van de stad Antwerpen is een geliefd gebied voor wandelaars en hondenbezitters, getuige de vele baasjes die er hun viervoeter uitlaten. Tussen het groen hupsen enkele jonge konijntjes.
Het rustieke beeld wordt verstoord door bouwwerkzaamheden. Een felgele kraan torent hoog boven de bomen uit en spierwitte wooncontainers steken in de felle zon sterk af tegen het groen. Antwerpen besloot eind vorige maand tot de bouw van het eerste Vlaamse nooddorp voor Oekraïners, terwijl ook in Mechelen een locatie verrijst. De gemeente wilde niet langer wachten op een besluit van de Belgische regering. De opvang ter grootte van drie voetbalvelden moet plaats bieden aan zo’n 600 vluchtelingen, die volgende week hun intrek zullen nemen.
Wandelaars blijven soms nieuwsgierig staan kijken naar de werkzaamheden. Erg druk om de komst van de Oekraïners maken ze zich niet. „Het is goed voor die mensen dat ze nu een onderkomen krijgen. Ik ben er niet op tegen”, zegt Diane De Roeck, terwijl ze langs het nooddorp-in-opbouw kuiert. Ze komt van buiten Antwerpen en rijdt dagelijks met haar drie honden naar het natuurgebied. „Het zou kunnen dat het park minder toegankelijk wordt, maar er blijft meer dan voldoende ruimte over om mijn honden uit te laten. Zeker en vast.”
Ze rekent er al mee dat de Oekraïeners langdurig in het park zullen blijven wonen. „Hoogstwaarschijnlijk zal de bewoning permanent worden. Alles in Oekraïne is kapotgeschoten. Het zal nog wel even duren voordat de ze weer terug kunnen.”
„Ieder mens heeft recht op goede huisvesting. Ik zit er niet mee dat hier een nooddorp komt”, zegt ook Rudy Vercauteren. „Het is eigenlijk heel logisch dat die mensen vluchten.” De vijftiger woont in de wijk Borgerhout in het centrum van Antwerpen. Hij komt met het openbaar vervoer naar het park om met zijn hond te wandelen. In het centrum is daar maar weinig ruimte voor, zegt hij.
Lego
Even later fietst Peter Duym doelbewust richting de bouwplaats. Hij is eigenlijk op weg naar de kapper, maar rijdt uit nieuwsgierigheid een stukje om, vertelt hij. Het is voor de buurtbewoner –„ik woon een paar straten verderop”– de eerste keer dat hij komt kijken; hij is net terug van vakantie. „Er is hier plaats genoeg”, zegt hij al rondkijkend. „De Middenvijver wordt wel vaker gebruikt voor zulk soort dingen. In de zomer zijn er bijvoorbeeld festivals.”
Hij verwacht niet dat de opvang voor veel overlast zal zorgen. „Het zijn maar 600 mensen. Dat is verwaarloosbaar.” Volgens cijfers van de gemeente telt de Linkeroever bijna 17.000 inwoners. „Hoe lang de Oekraïners hier zullen blijven? Geen idee. Wie weet wat Poetin allemaal nog van plan is.”
Het nooddorp moet begin volgende week operatief zijn, weet Duyn. Hij neemt de werkzaamheden nog eens goed in zich op. „Je ziet het: ze zijn met man en macht bezig. Het ziet er netjes uit. Het is gemakkelijk te bouwen. Het is eigenlijk net als Lego”, zegt hij lachend, terwijl de bouwkraan een wooncontainer op een andere plaatst. Bouwvakkers zijn druk verschillende panelen aan elkaar te monteren.
Volgens de gemeente komen er 104 woonunits op het terrein te staan. Elke woning biedt onderdak aan 4 tot 6 personen. De leefruimte van één noodwoning is 55 vierkante meter, met twee slaapkamers en een keuken. Het nooddorp krijgt ook een eigen dokterspost en een schooltje. „We weten dat veel vluchtelingen naar Antwerpen komen, dan kunnen we ze maar beter goed opvangen”, zei burgemeester Bart De Wever. Ook Nederland heeft overwogen speciale dorpen te bouwen voor vluchtelingenopvang.
Donderdag lijkt er nog veel werk verzet te moeten worden voordat de Oekraïners hun intrek kunnen nemen. Slechts een handvol woonunits staat overeind. Of de bouw van het nooddorp een beetje op schema ligt? „Er is geen schema”, zegt een van de bouwvakkers. „We bouwen zo snel als mogelijk.”
Klagen en zagen
In tegenstelling tot in het park klinken er in de wijk op steenworpafstand van het nooddorp wat meer bezorgde geluiden. Overlast verwachten de buurtbewoners niet. Het is het verdwijnen van groen dat hen zorgen baart. „Ik vind het goed dat er opvang wordt geregeld”, benadrukt Emma Ribbens. „Maar ik vraag mij wel af waarom dat in de Middenvijver moet. Er is al zo weinig natuur in Antwerpen. Waarom maken ze niet gebruik van de vele leegstaande oude gebouwen in het centrum van Antwerpen?”
De dertiger woont nog maar kort in de buurt. Ze is speciaal vanuit het centrum naar de Linkeroever verhuisd vanwege het groen. „De gemeente gaat heel lichtzinnig om met de natuur in de stad. Er is nog maar heel weinig groen over.”
Ze is met name bang dat het nooddorp de aanleiding zal zijn om de Middenvijver vol te bouwen met bijvoorbeeld appartementen. „De grond daar is heel veel waard. De politiek heeft een verborgen agenda. Er wordt nu al riolering en elektriciteit aangelegd. De bewoning gaat permanent worden.”
Ook vindt ze de opvang in het nooddorp wat korte termijn gedacht. „Ik ben in veel vluchtelingenkampen geweest. Op Lesbos, maar ook in Calais, Libanon en Turkije. Wat de vluchtelingencrisis mij geleerd heeft, is dat het nooit tijdelijk is. Ik vraag mij af hoe duurzaam de Oekraïners in containers genesteld kunnen worden.”
Ook Mandy de Belder, die aan komt rijden om met een vriendin te gaan wandelen in het park, uit zich bezorgd. Zelf woont ze aan de andere kant van de Middenvijver. „Ik ben heel bang dat ze het gebied vol gaan zetten. Er wordt hier in rap tempo bijgebouwd. Al het groen verdwijnt op de Linkeroever.” Maar in het verweer komen, doet De Belder niet. „We zijn brave Belgen. Klagen en zagen, maar niks ondernemen.”
Pannenkoeken
Iemand die wel wat onderneemt, is Caroline Storme. Kort nadat de burgemeester bekendmaakte een nooddorp te willen bouwen, richtte ze de Facebookgroep ”Linkeroever Helpt Oekraïne” op. Inmiddels zijn daar bijna 320 mensen lid van, vertelt ze op een paar honderd meter van het nooddorp in de achtertuin van haar woning.
Storme herkent de bezorgde geluiden, maar de algemene teneur op de Linkeroever is volgens haar positief. Ook zij vindt het jammer als de opvang van Oekraïners ten koste zal gaan van groen. „Maar laten we in plaats van het negatief te bekijken samen onze schouders eronder steken en deze mensen helpen.”
Inmiddels eist het op touw zetten van de hulp voor vluchtelingen dagelijks haar aandacht. Deze week is in samenspraak met de gemeente en crisisopvang het plan gelanceerd om groepjes vrijwilligers aan woonunits te koppelen. „Vanuit de stad is de vraag voornamelijk om de bewoners te helpen integreren in het maatschappelijk leven in Antwerpen”, zegt Storme.
Daarnaast zijn er plannen om allerlei andere initiatieven te ontplooien. Zoals pannenkoeken bakken of wandelingen organiseren. Daar is het nu echter nog te vroeg voor, aldus Storme. Daarnaast wil ze ervoor waken „de Oekraïners te betuttelen. Mocht ik mijn land ontvluchten en in Oekraïne terechtkomen, dan zou het mij een heel warm gevoel geven als ik word geholpen. Maar ik zou wel mijn eigen plan willen trekken.”