Russische ambtenaren en soldaten vallen kerken in Oekraïne lastig
In het deel van Oekraïne dat door Rusland wordt gecontroleerd, zijn kerken lastiggevallen door Russische ambtenaren.
Het gaat om vier protestantse kerken, die onlangs zijn bezocht door Russische ambtenaren of soldaten, meldt Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) vrijdag. De Russen verrichtten huiszoekingen, namen apparatuur in beslag, eisten documenten en in één geval verdreven zij christenen met geweld uit hun kerkgebouw.
Het gaat om drie kerken in de regio Donetsk –twee kerken in Marioepol en een kerk in Manhush– en een kerk in Vasilievka, in de regio Zaporozhye.
In Manhush verdreef het Russische leger in juni de gelovigen uit hun gebedshuis. Een voorganger van de kerk in Vasilievka meldde ook een bezoek van de autoriteiten in juni. Volgens hem kwamen officieren van de veiligheidsdienst FSB naar de kerk, registreerden iedereen en zeiden dat ze de kerk gingen sluiten. Vervolgens gingen de agenten naar het huis van de predikant, voerden een huiszoeking uit en namen laptops en telefoons mee voor controle.
In Marioepol werd een kerkgebouw verwoest toen de oorlog uitbrak. Alleen de kelder bleef intact. Op zondag 12 juni kwam een groep kerkleden daar bijeen voor de eredienst. Gewapende mannen kwamen met bedreigingen en eisten de registratiedocumenten van de kerk.
Kerkleiders in Oekraïense regio vragen om gebed, aldus de SDOK. „Elke keer dat de frontlinie van de oorlog beweegt, moeten wij, christenen, bidden voor de kerken en individuele christenen die nu achter de frontlijn staan”, zegt SDOK-directeur André van Grol.