„Baltische staten zijn de kanaries in de mijn”
Terwijl de oorlog in Oekraïne onverminderd doorgaat, waarschuwt Litouwen dat er achter de schermen nog veel meer aan de hand is.
Normaal gesproken gebeurt er op de bosweg bij Glinowka in Litouwen niet veel spannends. Het is nog vroeg in de koude ochtend als de stilte wordt doorbroken. Wat begint als een zacht gebrom in de verte wordt steeds duidelijker het brullen van grote dieselmotoren. Een minuut later begint de grond te trillen. Pas daarna laten de herriemakers zich een voor een zien: er komt een konvooi tanks en pantservoertuigen aanrijden.
Op de voorste tank wappert de blauwe vlag van de NAVO. Eenmaal dichterbij zijn ook de gecamoufleerde militairen te zien die op de voertuigen zitten. In totaal rijden er meer dan 200 voertuigen van de gevechtsgroep Enhanced Forward Presence voorbij. Er begint een grote NAVO-oefening en iedereen mag het weten. De timing is niet toevallig: door de agressie van Rusland is het nog belangrijker om de spierballen te laten zien. Als Litouwen wordt aangevallen, dan zijn deze multinationale militairen een van de eersten die de grenzen verdedigen en de invasie proberen terug te dringen.
De NAVO-militairen zijn in het land aanwezig omdat Litouwen al jaren aan de bel trekt over de vijandige bedoelingen van hun buurland. Sinds Rusland in 2014 de Krim annexeerde, liggen de Baltische staten op verschillende manieren onder vuur vanuit Rusland. Zo zijn er in Litouwen dagelijks honderden socialemedia-accounts verantwoordelijk voor het verspreiden van nepnieuws, worden burgers benaderd voor spionage en vanuit buurland Wit-Rusland werden vluchtelingen over de grens gejaagd.
Giftig
In 2016 besloot de NAVO tot een militaire aanwezigheid in de Baltische staten. Sinds die tijd zijn de NAVO-militairen in het land om agressie vanuit Rusland af te schrikken en de smalle corridor naar de Baltische staten (de Suwalkicorridor) te beveiligen. Tegen een digitale of hybride dreiging kunnen deze tanks echter weinig betekenen. Om de gevaren van hybride oorlogsvoering bekend te maken en de ontwrichtende gevolgen die dit heeft op de samenleving, publiceert de Litouwse inlichtingendienst jaarlijks een rapport over nationale bedreigingen. Zo hoopt de overheid dat burgers kritischer worden in hun waarnemingen en weerbaar zijn tegen deze pogingen om de samenleving te beïnvloeden.
Het rapport krijgt informatie van de Counter Hybrid Response Group. Deze afdeling van Defensie is volledig ingericht om digitale aanvallen in kaart te brengen en hier snel op te reageren. Het team werkt vanuit het statige pand van het ministerie van defensie, middenin het historische centrum van Vilnius. „Dit is de Rambohoek, dat herinnert ons eraan dat we ook nog militairen zijn” zegt sergeant Tomas Ceponis, terwijl hij naar de raketwerpers wijst die als een soort altaar tegen de muur staan.
Ceponis staat met zijn groene camouflage-uniform in de controleruimte, die vol hangt met grote televisieschermen en zoemende computers. Elk scherm geeft een andere stroom aan berichten weer, berichten die ergens ter wereld op sociale media worden geplaatst. Het zijn berichten van openbare bronnen, maar door het gebruik van filters of woordgebruik vallen ze op en verschijnen ze hier op de schermen. Ceponis en zijn team hebben een dagtaak aan het monitoren van deze berichten. Zodra er schadelijk nepnieuws wordt geplaatst, sporen zij de bron op en informeren zij de media „voordat het giftige bericht verspreidt.”
Protesten
Bij de Counter Hybrid Response Group hebben ze door de jaren een enorme database opgebouwd met voorbeelden en methodes die Rusland inzet om invloed uit te oefenen in het buitenland. Door de stroom aan nepnieuws te analyseren, signaleert het team een verandering. In de laatste jaren worden ook de westerse landen vaker doelwit van de Russische beïnvloeding. „De belangrijkste berichten die wij nu zien gaan over de NAVO-landen en de Europese Unie.”
In het veiligheidsrapport wordt aangehaald dat grootschalige protesten in westerse landen een populair onderwerp zijn van Russische propaganda. In de afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld demonstraties tegen het coronabeleid gebruikt door beelden uit te zenden van incidenten die zich hebben voorgedaan. Opstootjes of confrontaties met de politie worden gepresenteerd als bewijs van de ineenstorting van de democratische orde. Onrust in de maatschappij is koren op de molen voor Russische desinformatiecampagnes.
Verdeel en heers
Een expert op het onderwerp informatieoorlog is Nerijus Maliukevicius, hoogleraar internationale betrekkingen aan de universiteit van Vilnius. Hij doet al meer dan 20 jaar onderzoek naar het buitenlandbeleid van Rusland, en heeft veel gepubliceerd over de pogingen van het land om invloed in het buitenland te verkrijgen. „Met de val van de Sovjet-Unie is een einde gekomen aan de Koude Oorlog. De Westerse landen hebben zich sinds dat moment in slaap laten sussen”, zegt hij. „In Rusland is er nooit diezelfde rust gekomen, zeker niet sinds Poetin aan de macht is. De Russen zijn altijd op zoek geweest naar manieren om hun invloed uit te oefenen. Hierbij zijn de Baltische staten de kanaries in de mijn. De strategieën worden eerst hier getest, waarna dezelfde methodes gebruikt worden in andere landen.”
Maliukevicius doelt op de Russische campagne ”Ghostwriter”. De hackers doen veel moeite om nepnieuws geloofwaardig te brengen. Zo zijn websites van staatsinstellingen nagebootst, of worden er e-mails verstuurd met vervalste afzenderinformatie, voorzien van logo’s van de officiële media.
Zelfs de nieuwssites van de media zijn niet veilig, want hier zijn publicaties inhoudelijk aangepast na digitale inbraken. „Poetin maakt gratis gebruik van onze westerse vrijheden. Stap voor stap wordt onze omgeving vergiftigd door manipulatie en nepnieuws. Sinds de Russische invasie in Oekraïne zien westerse landen eindelijk de ware aard van Rusland. Toch is het nog steeds van belang om onze omgeving te versterken en te verdedigen. Elk land moet zijn eigen vrijheid kunnen verdedigen. Dat is een taak van defensie, maar zeker ook van de burgers. We moeten niet bang zijn, maar ons voorbereiden. Als we Poetin niet hier stoppen, zal hij doorgaan.”