Economiestikstof
Juf Bezemer in Wekerom bidt voor de boeren én voor de regering

De stikstofplannen van het kabinet hebben grote gevolgen voor het platteland. Ook in Wekerom, een dorp aan de rand van de Veluwe, zullen boeren moeten verdwijnen. Maar voorlopig overheerst de onzekerheid.

Landschap bij Wekerom. Op de Veluwe en in de Gelderse Vallei moet de veehouderij fors inkrimpen om de stikstofuitstoot te verlagen. beeld RD, Anton Dommerholt
Landschap bij Wekerom. Op de Veluwe en in de Gelderse Vallei moet de veehouderij fors inkrimpen om de stikstofuitstoot te verlagen. beeld RD, Anton Dommerholt

„Woensdag komt heel groep 8 op klompen naar school”, lacht juf Elseline Bezemer van de reformatorische School met de Bijbel in Wekerom. Uit solidariteit, legt ze uit. Want die dag komen boeren uit heel Nederland met hun trekkers naar het nabijgelegen Stroe, om te protesteren tegen het stikstofbeleid van de regering.

„Ze hebben het er allemaal over”, zegt Bezemer over haar leerlingen. „En ze weten ook precies hoe het stikstofprobleem moet worden opgelost. Geen boeren weg, maar minder vliegtuigen. Natuurlijk probeer ik dat te nuanceren. Ik weet de oplossing niet, zeg ik dan. Zou zo’n minister het misschien toch beter weten dan wij? Ik hoop dat ze daarover nadenken.”

Een echt boerendorp is Wekerom allang niet meer. Maar bij velen van de dik 2700 inwoners staat de landbouw nog altijd in een goede reuk. Niet verwonderlijk: vrijwel iedereen heeft wel familieleden of vrienden die van boerenafkomst zijn. En de sector zorgt –zij het meest indirect– voor behoorlijk wat werkgelegenheid.

Neem de werkplaats van Kok en Klok Wekerom, gespecialiseerd in stalinrichting voor de vleeskalverhouderij. Afhankelijk van het aantal orders werken hier vijf tot tien mensen. Ook deze maandag lassen en slijpen medewerkers dat het een lieve lust is. Het staal ligt meters hoog opgetast op stellingen. De hekken en rekken die hier worden gemaakt, vinden hun weg door heel Nederland. Veel klanten zitten op of rond de Veluwe.

Eigenaar Henk Klok weet van de krimp van de veehouderij die het kabinet op het oog heeft. „Ik vind het heel triest voor al die gezinnen die ermee te maken krijgen”, zegt hij.

Wat het voor zijn eigen bedrijf betekent, is afwachten. Klok zegt dat hij vaker spannende tijden heeft meegemaakt. „Een aantal jaren geleden zat de vergunningverlening helemaal vast, maar toch werden er weer nieuwe stallen gebouwd. Door de schaalvergroting denk ik. Kleine bedrijven verdwijnen, grote worden groter.”

Nadat minister Christianne van der Wal op 10 juni de stikstofdoelen bekendmaakte, heeft Klok nog geen afzeggingen gekregen. „Ik merk wel dat boeren al wat langer voorzichtig zijn met nieuwe plannen. Dat komt door de hoge prijzen van bouwmaterialen”, zegt hij. En als de sector straks fors gaat krimpen? „Dan zal die zich voor een deel verplaatsen naar het buitenland, verwacht ik. Dan zullen wij daar onze klanten moeten zoeken.”

Gebouwd wordt er wel in het midden van het dorp, op de locatie van de vroegere fabriek van veevoercoöperatie De Valk Wekerom. Het beeldbepalende pand is inmiddels gesloopt. Hekken schermen het terrein af. Straks verrijst hier een complex met winkels en appartementen.

18363870.JPG
Martin Vervoorn. beeld De Valk Wekerom

Een paar kilometer verderop aan de Hoge Valkseweg staat de hoofdvestiging van de voercoöperatie. Directeur Martin Vervoorn aarzelt even voordat hij ingaat op de vraag wat de stikstofmaatregelen van het kabinet voor het bedrijf betekenen. „Het is een gevoelig onderwerp. Emoties kunnen snel oplopen, dat hebben we twintig jaar geleden gezien bij de mond-en-klauwzeerruimingen in Kootwijkerbroek.”

Volgens Vervoorn is er onder zijn klanten veel verwarring en onzekerheid. Maar niet alles is in beton gegoten, stelt hij. „De overheid heeft landelijke doelen gesteld, het is aan de provincies om die regionaal in te vullen. Daar is nog best mee te schuiven, lijkt mij.”

Intussen is het wel zaak dat boeren zich bezinnen op de toekomst van hun bedrijf, vindt hij. „Sommigen maken plannen voor verplaatsing, anderen overwegen om te stoppen. Er zijn ook gezinnen die vast zitten op hun erf en wat er nu op hen afkomt als één grote bedreiging zien.”

Van de overheid verwacht Vervoorn meer duidelijkheid voor de boeren die boer zullen blijven. „Die groep is groter dan de groep die moet wijken. Welk perspectief hebben zij? Kunnen zij in de toekomst een goed inkomen verdienen? Het kabinet wil kringlooplandbouw. Maar wat dat concreet inhoudt is voor veel boeren schimmig.”

Onzekerheid, met dat woord schetst huisarts Mirjam Hollemans de sfeer in het dorp en dan met name onder de agrarische bevolking. „We hebben hier veel bedrijven die voor hun werk afhankelijk zijn van de landbouw. Het gaat om je kennissen, je buren, je eigen brood. Zeker de helft, misschien wel 70 procent heeft een link met die sector. De onrust is onmiskenbaar. Dat zie ik aan de berichtjes die langskomen op sociale media.”

Patiënten met klachten die aan die onzekerheid te koppelen zijn, hebben zich bij de huisarts nog niet gemeld. „Ze gaan hier niet zo snel naar de dokter. Maar als die krimp van de veehouderij doorgaat, verwacht ik wel dat er klachten komen. Misschien wel het eerst bij vrouwen, dat zijn vaak de managers thuis.”

Hollemans steekt haar eigen mening over het overheidsbeleid niet onder stoelen of banken. „Boeren zijn onze basis. Ik vind dat de overheid vooruit moet kijken. Bij een crisis moet een land in staat zijn de eigen bevolking te voeden. Kijk maar naar de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.”

Loonwerker Henk van Omme rijdt in een kraan zijn erf op. Hij komt net terug van een spoedklus. Hij parkeert de kraan in de schuur, vlakbij een grote silagewagen. Verderop staat een trekker met een balenpers. De meesten van de zes medewerkers zijn met machines de weg of het land op.

Gras inkuilen, balen persen, mest injecteren, maïs hakselen: Van Omme heeft veel werk in de landbouw, maar altijd met pieken. Verder is hij actief in de bouw.

„Er zijn hier al veel boeren gestopt. En van degenen die over zijn is over tien jaar zeker de helft ook geen boer meer”, schat hij in.

18363849.JPG
Henk van Omme. beeld RD, Anton Dommerholt

De stikstofmaatregelen zullen daar zeker aan bijdragen. Maar de loonwerker, die sinds kort zijn zoon Tom als medefirmant in het bedrijf heeft, gaat niet bij de pakken neerzitten. „We halen steeds meer opdrachten uit de bouw binnen. Die sector is nu al goed voor 60 procent van onze omzet.”

In groep 8 van de School met de Bijbel wacht juf Bezemer het einde van de pauze af. De leerlingen hebben zich buiten even kunnen uitleven. Woensdag komen de boeren. De kinderen vinden het spannend. Sommigen denken dieper. „Ze vragen me of ik wil bidden voor de boeren”, zegt Bezemer. „Dat doe ik. En ook voor de regering.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Stikstof

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer