Abwin Luteijn raakte verliefd op ggz-instelling Eleos
Hij probeert de hangmat van een patiënt uit, wandelt door de stad in gezelschap van een hulpvrager met een persoonlijkheidsstoornis en schuift aan tafel in de huiskamer van een woonvorm. Om vervolgens bij de avondsluiting met hen psalmen te zingen. Als bestuurder van christelijke ggz-instelling Eleos probeert Abwin Luteijn (51) naast de mensen te staan. „Mijn missie is om kleur aan het leven van mensen toe te voegen.”
Een oproep van zijn secretaresse om een kaart te sturen ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag leverde vorig jaar op het hoofdkantoor in Amersfoort een stroom aan gelukwensen op. Rode draad in de felicitaties vormden de uitspraken over de wijze waarop Luteijn zich beweegt binnen de organisatie. „Bestuurders staan gewoonlijk op grote afstand, maar Abwin ervaren wij als nabij”, zo was meerdere malen opgetekend. Maar ook als leider heeft hij zich bewezen. Hij wist ziektekostenverzekering Pro Life op de kaart te zetten en Eleos, dat in de jaren daarvoor op de rand van de afgrond balanceerde, weer te laten groeien. Eleos telt meer dan 1000 medewerkers en behandelt jaarlijks iets meer dan 10.000 cliënten. Daarnaast beschikt de organisatie over 16 woonvormen waar meer dan 350 cliënten wonen en een eigen psychiatrisch ziekenhuis in Bosch en Duin.
Luteijn groeit in een onderwijzersgezin op onder het toeziend oog van twee zussen. Ze zijn acht en dertien jaar ouder. „Ik was een beetje een nakomertje en had drie mensen die moederden.” De Eleosbestuurder blikt terug op een veilige jeugd. „Moeder wachtte me op met een kop thee als ik soms doornat thuiskwam.” Het heeft hem gevormd. „Vrouwen zijn de afgelopen decennia de arbeidsmarkt op gejaagd. Vroeger werden tal van problemen tijdens een kopje koffie met de buurvrouw besproken. Ik ben bang dat een deel van de drukte in de ggz daarmee te maken heeft, dat die mogelijkheid er niet meer is en we ons met z’n allen alleen maar haasten.”
Het ouderlijk gezin is aangesloten bij de Gereformeerde Gemeenten. „Naar catechisatie en de jeugdvereniging en iedere zondag twee keer naar de kerk. Ik ben ook eens met een Daniëlkamp mee geweest. Anderzijds ben ik blij dat mijn vader aan wat meer algemeen christelijke scholen verbonden was. Het maakte dat we toch wat minder beschermd opgroeiden.”
Hoewel Luteijn aanvankelijk chirurg wilde worden, besluit hij toch voor een meer zakelijke opleiding te kiezen. „Ik was een beetje vrijgevochten en ambitieus.” Zijn oog valt op een particuliere opleiding. „Dat was toen de beste van Europa. Mijn vader schrok van de kosten. Hij moest er 20.000 gulden per jaar voor betalen. Ik ben hem nog altijd dankbaar dat hij deze investering in zijn zoon heeft aangedurfd.”
Een enerverende periode volgde.
„Op mijn 19e was ik student-ondernemer, nadat ik het callcenter van mijn failliet gegane stagebedrijf overnam. Later werkte ik voor een reclamebureau. Steeds weer werd ik tegen nog hogere tarieven voor een volgende klus gevraagd. Het was een tijd van twaalf ambachten en dertien successen. Van Amsterdam naar Parijs, Londen en Frankfurt en van het ene hotel naar het andere. Als ik terugblik, was het zakelijk gezien een succesvolle periode maar geestelijk gezien was het een mindere periode, waarin ik het prototype was van een yup.”
Wanneer kwam daarin verandering?
„Dat ging heel geleidelijk. Na het bekijken van een EO-programma over kerstfeest op de Dam verzuchtte ik dat, als er een antwoord op alle vragen zou zijn, dat God moest zijn. Dat bracht me terug naar de kerk. Ook mijn vrouw was een duwtje van God in de goede richting. We zaten bij elkaar in de kerk, in Huizen. Zij helemaal voorin, ik op de achterste bank. Pas tijdens een Beter-Uitreis in Mexico leerden we elkaar kennen. Ik ben daarnaast hardhandig te weten gekomen dat je zelf verantwoordelijk bent voor je daden en verantwoordelijkheid niet kunt delegeren. Dat begon zakelijk, toen er in m’n bedrijf in één klap 300.000 gulden verdwenen was. Ook m’n gezondheid later speelde een rol.”
Wat waren uw gezondheidsproblemen?
„Ik had net de stap gezet van carrièreman naar Pro Life. Ik was behalve voor Pro Life ook verantwoordelijk voor de implementatie van de basisverzekering bij moedermaatschappij Agis toen bij mij slaapapneu werd vastgesteld. Ik viel af en toe overdag in slaap, maar dat schreef ik steeds toe aan de drukte. Mijn vrouw was ’s nachts angstig als ze mijn adem hoorde stilvallen. Dan maakte ze me wakker. Menselijkerwijs gesproken heeft ze mijn leven gered. Achteraf gezien heb ik zeven jaar getobd. Daar was ik opstandig over, tot God me duidelijk maakte dat ik Hem 35 jaar had afgenomen. Hij heeft heel veel werk gehad om me aan Hem te binden.”
Kwam uw leven, toen u directeur was bij Pro Life, in rustiger vaarwater?
„Toen ik aantrad, stond de organisatie er belabberd voor. Klanten waren niet tevreden, het aantal verzekerden nam af en er moest geld bij. Dat is de jaren daarna drastisch veranderd, mede doordat ik de kans kreeg de dienstverlening op orde te brengen. Toen ik aangaf naar Eleos te gaan, werd binnen Pro Life teleurgesteld gereageerd. Dat zie ik als een compliment, maar ook buiten Pro Life werd er gemengd gereageerd. Als zorgverzekeraar sta je boven de zorgpartijen en lijkt een stap naar een zorgorganisatie niet altijd even logisch en een positieverbetering.”
Waarom dan die overstap?
„In de vijftien jaar dat ik bij Pro Life werkte, had ik veel contact met de meeste christelijke zorgorganisaties. Ik leerde die heel goed kennen. Toen Eleos in zwaar weer belandde, werden er twee extra toezichthouders aangesteld vanuit de verzekeraars. Een van hen was ik. Ik heb me verzet tegen het plan om Eleos eventueel op te knippen en tegen overname door een seculiere partij. Dan zou de christelijke identiteit vroeg of laat verdwijnen, zodra er een farao komt die Jozef niet gekend heeft. Ggz is de zorgsoort waar inhoud van het geloof en de inhoud van zorg elkaar het meest raken. In die tijd ben ik verliefd geworden op Eleos. Door mijn betrokkenheid werd ik de meest logische onlogische kandidaat genoemd als nieuwe bestuurder. Gelukkig bleek in de sollicitatieprocedure de verliefdheid wederzijds te zijn.”
Er was veel achterstallig onderhoud: gebouwen, systemen, opleidingen en zelfvertrouwen.
„Er was inderdaad het nodige te doen. Ik ben een ondernemer in hart en nieren en gedreven om dingen voor elkaar te krijgen. Als ik ergens voor ga, doe ik dat voor duizend procent. Maar ik weet ook dat zegen en succes lang niet altijd hetzelfde zijn. In die zin probeer ik zowel dominee als koopman te zijn. Geld en winst is nooit een doel. Ik heb een hekel aan overmatige winsten. Wel besef ik de noodzaak ervan, zeker in een organisatie als Eleos.”
Hoe omschrijft u uw levensmissie?
„Roeping is een heel zwaar woord in de gereformeerde gezindte. Toch ben ik daar, soms wat minder bewust, altijd naar op zoek geweest. Ik hoorde dat mijn geboorte al een wonder op zich was. De navelstreng was half doormidden, mijn moeder had zwangerschapsvergiftiging. Het had niet veel uren meer moeten duren. Ik heb altijd een gevoel gehad dat God daarmee misschien een bedoeling had. Toen ik bestuurslid werd van een stichting die zich inzette voor de restauratie van een historisch zeilschip kreeg ik al na enkele dagen twijfels. Zijn we daartoe op aarde?”
Waar staat u binnen Eleos, waarin evangelische, reformatorische en vrijgemaakte mensen samenwerken?
„Ik omschrijf mezelf als een jongen met reformatorische wortels en een evangelische geloofsbeleving. Ik heb niet zo veel met uiterlijkheden, maar onderschrijf de sola’s van de reformatoren volledig. Ik denk niet kerkistisch en zoek vooral naar wat ons samenbindt. Als er één ding is waar ik verontwaardigd over word, is het de onwil om naar elkaar luisteren. Onze medewerkers wordt voorgehouden om in hun gesprekken aan te sluiten bij het Godsbeeld van cliënten en bewoners, waarbij er natuurlijk rekening moet worden gehouden met het ziektebeeld. Cliënten en bewoners moeten zich bij ons veilig voelen, zeker in de woonvormen en de kliniek.”
Is het werk bij Eleos een roeping?
„In zekere zin wel, maar toch hoop en bid ik dat God nog een andere opdracht voor me heeft in Zijn Koninkrijk. Dat kan in een kerkelijke functie zijn, net als het ouderlingschap. Dat heb ik negen jaar trouw en met veel vreugde en verantwoordelijkheid gedaan. Verwacht niet dat ik straks in Kenia zit of zo. Wel zou ik nog een deeltijdstudie theologie en leiderschap willen doen. Ik heb niet zo’n carrièredrang en voel me prima thuis bij Eleos en in de christelijke zorg. Om kleur toe te voegen aan het leven van mensen die psychisch in de knel zitten. Je naaste liefhebben als jezelf, omdat hij is zoals jij.”
Hoe brengt u dat in de praktijk?
„De afgelopen jaren heb ik verschillende woonvormen bezocht. Men wist in de meeste gevallen niet wie ik was en zag me soms aan voor een nieuwe bewoner. Met patiënten in de kliniek die ik tegenkom ga ik in gesprek. Zo ontmoette ik eens een vrouwelijke patiënt die niet geloofde dat ik bang was om in een hangmat te liggen. Met haar hulp is dat me gelukt. Dat zijn de kleine persoonlijke contacten die het verschil maken. Voor mij en ik hoop soms ook voor de ander. Sommigen zien me een beetje als de pater familias.”
Corona vergde veel van de psychiatrie. Hoe verging het u?
„Vooral het begin was enorm intensief. Ik werkte twaalf tot veertien uur per dag en was zelf ook wel angstig. Angst voor het onbekende, voor mezelf, mijn ouders en zieke familieleden. De Fontein was het eerste psychiatrische ziekenhuis dat werd getroffen. Er waren geen testen, geen beschermingsmiddelen, niets. Bij een tuinder in het Westland heb ik pakken en handschoenen bemachtigd, een autofabrikant met contacten in China leverde schorten en pompjes kwamen van een alcoholproducent. Het meest ingrijpend was het verbod op bezoek aan de woonvorm. Nog steeds weet ik niet of het middel erger was dan de kwaal, want wat heeft eenzaamheid teweeggebracht? Het was een bijzondere tijd, uitdagend en ook bijzonder. Ik heb wel genoten van de rust en de sterrenhemel en veel met de hond gewandeld.”
Succesvol zakenman, organisator, een gedreven mens. Zijn er zwakke punten?
„Ha, vraag dat maar aan anderen.” Dan, bedachtzamer: „Ik ben wat chaotisch en minder gedisciplineerd. Ik denk heel snel en reageer dan soms wat minder diplomatiek.”
In huize Luteijn is het nooit saai, zei de toenmalige bestuurder van de NPV, Ruth Seldenrijk.
„Nee, dat kun je wel zeggen. Als ik iets bedenk, wil ik het direct uitvoeren. We zochten een boomstamlamp. Die vond ik op Marktplaats en ben ik dezelfde avond in Limburg gaan halen. Als we zin hebben om op het Leidsche Plein in Amsterdam een ijsje te gaan eten, stappen we allemaal in de auto en gaan we. Samen met mijn zoons heb ik in onze vrije tijd een keuken uit een te slopen pand gehaald en de apparatuur voor het goede doel verkocht. Waar een wil is, is een weg. Er is altijd wel iets van onrust. We zouden op vakantie naar Duitsland gaan maar zijn uiteindelijk met de camper in Slovenië terechtgekomen nadat we ook nog Oostenrijk en Italië doorkruist hadden. De meeste mensen zouden niet graag met ons meegaan. Veel te vermoeiend. Als gezin hebben we vaak drie activiteiten per vakantiedag.”
U bent bestuurslid bij Hulp Vervolgde Christenen. Waarom?
„Ik zie er dat Gods kerk springlevend is en groeit. Een bijzondere ervaring vormde een bezoek aan een weeshuis in India met meisjes uit Nepal, waar een burgeroorlog woedde. Ik kreeg van God twee namen van meisjes door die ik zou kunnen helpen als ze in nood zaten en gaf hun mijn telefoonnummer. In Nederland werd ik na twee jaar gebeld. Beide meisjes waren als onderdeel van een groep door hun regering teruggehaald naar Nepal en daar aan hun lot overgelaten. Ik kom daar nu al meer dan tien jaar en het mooie is dat die meisjes van slachtoffer evangelist zijn geworden. Veel van hun familieleden zijn tot geloof gekomen. Ontroerend om te zien hoe groot Gods trouw is.”
Hebt u hobby’s?
„Ik ben breed geïnteresseerd en houd enorm van lezen. Verder ben ik verslingerd aan zeilen met een catamaran. Jarenlang bezat ik er zelf eentje, nu huur ik bij gelegenheid een boot. Het is een van de weinige sporten waar je voordeel hebt van je gewicht. Vechten met de wind, waarvan je het nooit kunt winnen. Ik ben helemaal niet netjes, maar op de catamaran moet elk lijntje precies in orde zijn. Het gaat om je veiligheid. In het verleden speelde ik graag orgel. In aanloop naar onze verhuizing naar Kampen heb ik dit weer opgepakt.”
Is die verhuizing tegelijkertijd voorsorteren op een wending in uw loopbaan?
„Beslist niet, want dan kun je beter verder richting de Randstad gaan. Ik voel me emotioneel aan Eleos verbonden en kan daar best langer doorgaan. Het is een van de leukste banen van Nederland.”