Dat bleek donderdagavond in de Tweede Kamer tijdens een debat over de Wet bestuurlijk instrumentarium onderwijs. Deze wet geeft de bewindsman bevoegdheid om in te grijpen als zich een school bestuurlijk, financieel of onderwijsinhoudelijk over de schreef gaat.

In het verleden deden zich verschillende misstanden voor en kon de overheid niet adequaat ingrijpen. Te denken valt aan financiële onregelmatigheden bij scholengemeenschap Amarantis en de weigering van het islamitisch Haga Lyceum om onderwijsinspecteurs toe te laten.

De vorige minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, Slob (ChristenUnie), bereidde daarom een wet voor die de minister vergaande bevoegdheden geeft om in te grijpen.

Terugdraaien

De Raad van State reageerde daar kritisch op en vond dat de bevoegdheden te ver gingen. Daarop paste Slob het wetsvoorstel aan.

De opvolger van Slob, Wiersma (VVD), stuurde twee weken geleden plotseling een nota van wijziging naar de Kamer waarin hij de aanpassingen van minister Slob weer terugdraaide.
Coalitiepartijen CDA en ChristenUnie zijn daar niet over te spreken, zo bleek donderdag. Ook GroenLinks en PvdA en SGP hebben daar vragen over. Ze hadden graag een schriftelijke voorbereidingsronde en een rondetafelgesprek hierover gehouden, maar VVD en D66 blokkeerden dat.

De discussie spitste zich onder meer toe op de vraag of de Raad van State nog een keer advies uit had moeten brengen over de aangepaste wet. Ambtenaren van het ministerie van Onderwijs raadden dat aan.

Inspectie

Minister Wiersma verklaarde donderdag dat een extra advies niet nodig is omdat de Raad van State al een oordeel gaf over het allereerste voorstel van Slob.

De bewindsman legde uit dat hij de aanscherpingen nodig heeft om adequaat in te kunnen grijpen als zich misstanden voordoen. Overigens kan de minister pas ingrijpen nadat de Onderwijsinspectie een rapport heeft uitgebracht.

Amendementen van de SGP om de aanscherpingen terug te draaien, wees Wiersma af. Maar mogelijk steunen de coalitiepartijen CDA en ChristenUnie de amendementen wel. Dat zal moeten blijken tijdens de tweede ronde van het debat. Daar was donderdagavond geen tijd meer voor. Het vervolg van het debat zal tussen nu en drie weken plaatsvinden.