Avondvierdaagse: van ”wandelmarsch” voor soldaten naar vaste traditie voor kinderen
”Zo gaat-ie goed, zo gaat-ie beter, alweer een kilometer.” Duizenden Nederlanders vreten deze weken –soms luidkeels zingend– vele kilometers tijdens de avondvierdaagse. Een traditie die door de Duitse bezetter vorm kreeg.
Wandelschoenen aan en gaan. De paden op, de lanen in. Onderweg moedigen familie en buren de dappere lopers aan. En aan het eind volgt een feestelijke intocht waarbij een medaille wordt uitgereikt. Als beloning voor de sportieve prestatie.
In mei en juni wordt de avondvierdaagse op honderden plaatsen in Nederland gehouden. Het evenement is zo zachtjesaan diepgeworteld in de Nederlandse cultuur. In 1909 organiseerde de Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding voor het eerst een vierdaagse ”wandelmarsch”. Het doel: de gezondheid bevorderen. De tocht groeide uit tot de wereldberoemde Nijmeegse Vierdaagse.
In 1940 werd de eerste avondvierdaagse georganiseerd, omdat de bezetter de wandelvierdaagse verbood. „Als wij dan geen vier dagen kunnen wandelen, laten wij het dan vier avonden doen”, zou de toenmalig penningmeester van de Sticht Gooise Wandelsport Bond hebben gezegd. En zo gezegd, zo gedaan. Een jaar later organiseerden al 21 plaatsen een avondvierdaagse. In 1942 verboden de Duitsers marsen helemaal, omdat ze bang waren voor samenscholing. Na de oorlog pakten wandelsportverenigingen de draad weer op.
Traditie
Al in 1978 repte de organisator van de Zierikzeese avondvierdaagse in de PZC dat het evenement –net als de lokale paardenmarkt– een traditie was geworden. „Ik geloof niet, dat je de avondvierdaagse nu nog kunt wegdenken.”
Zo gauw iets een traditie wordt genoemd, is het dat ook, stelt cultureel antropoloog prof. dr. Irene Stengs. „Dat klinkt misschien een beetje flauw. Maar mensen spreken van een traditie als ze vinden dat een bepaald gebruik specifiek bij ‘hun’ cultuur of ‘hun’ gemeenschap hoort.” Een traditie sluit dus niet uit dat er veel mensen zijn die niets met het gebruik –zoals in dit geval wandelen– hebben.
Een traditie wordt vaak mooi, goed en belangrijk gevonden, stelt de onderzoeker rituelen en populaire cultuur bij het Meertens Instituut en de Vrije Universiteit. „Zulke bijvoeglijke naamwoorden gebruiken mensen graag in combinatie met het woord traditie. Ze hebben het over „een mooie traditie.” Mensen vinden dat hun gewoonten waardevol zijn voor de samenleving. In het geval van de wandelvierdaagse heeft het misschien te maken met de populariteit van wandelen en het feit dat beweging gezond is.”
Een traditie is per definitie een terugkerend fenomeen. Stengs: „Toch noemen we het geen traditie als je elke dag gaat zwemmen. Ook wekelijkse sportwedstrijden vormen geen traditie. Waar het verschil in zit? Behalve het vaste moment op de jaarkalender zijn er meer terugkerende elementen. Avondvierdaagsen zijn sterk geritualiseerde evenementen. Je kunt vaste afstanden lopen. De route begin je steevast vanaf dezelfde plek. Bij de finish krijg je een medaille omgehangen. Ook zie je de inzet van vrijwilligers. Het verenigingsleven past heel goed bij tradities.”
Generatie
Volgens het woordenboek is een traditie een gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. En zo ziet de Koninklijke Wandelbond Nederland (KWbN) –initiatiefnemer van de avondvierdaagse– het ook. De organisatie ziet het als haar missie om zoveel mogelijk kinderen via de avondvierdaagse in beweging te brengen en „een onvergetelijk feest” te laten beleven. „Van generatie op generatie.”
Volgens Mariëlle Vissers, woordvoerder van de KWbN, is er „absoluut” sprake van een traditie. Ze wijst erop dat al diverse vierdaagsen de 75e editie organiseerden. „Na de Tweede Wereldoorlog werd het evenement op steeds meer plekken gehouden. In het begin vooral in Noord-Holland, maar het verspreidde zich al gauw over het hele land.”
Door de jaren heen veranderde het publiek van de avondvierdaagsen. Vissers: „Eerst liepen er vooral militairen mee, maar steeds meer mensen sloten zich aan. In de jaren 80 gingen ook scholen meedoen. Inmiddels is het vooral een kinderfeest. Al wandelen er ook nog steeds veel volwassenen mee.”
Voor de coronapandemie waren er jaarlijks ongeveer 600 avondvierdaagsen door heel Nederland, waaraan alleen al zo’n half miljoen kinderen meededen. Vissers schat in dat een kwart van de vierdaagsen dit jaar alsnog niet doorgaan. De pandemie is daarvan een belangrijke oorzaak. „Vrijwilligers beginnen al vroeg met organiseren. Voorbereidingen starten soms al in het najaar. Omdat er toen nog veel onzekerheid was door corona, hebben sommigen besloten het nog niet door te laten gaan. Een tweede belangrijke reden is dat organisaties kampen met een tekort aan vrijwilligers.”
Liedjes
De avondvierdaagse kent –door haar lange historie– inmiddels ook allerlei ingesleten gebruiken. Behalve het zingen van liedjes natuurlijk de medaille bij de finish. En daarnaast wordt er ook veel gesnoept onderweg.
De liedjes klinken overigens lang niet overal meer. Zo klaagde schrijver en trouwe vierdaagseloper Eva Posthuma de Boer een aantal jaar geleden in het Parool over het „oorverdovende gegil” van de kinderen onder de viaducten. Ze stelde heimwee te hebben naar vroeger toen er vooral gezang klonk uit de kindermonden. „Ik herinner me dat we zij aan zij liedjes zongen, in canon zelfs, en hoe ik tijdens die lange wandeluren verlangde naar de finish en tegelijkertijd wenste dat de gezelligheid nooit zou ophouden. Wat zou het mooi zijn als we dat verwaterde sentiment weer konden terughalen. Als onze kinderen wat bewuster gaan beleven hoe het is om de voldoening uit de prestatie te halen in plaats van uit de hoeveelheden snoep die ze bij zich hebben. (…) Als ze schaamteloos en uit volle borst zingen van het Hondje bij de bakker of Cowboy Billie Boem of het Potje met vet, en ze meer dan ooit blaken van trots als na vier dagen wandelen hun naam wordt omgeroepen en ze de medaille krijgen opgespeld. Maar wie o wie zet het lied als eerste in?”
Woordvoerder van de Wandelbond Vissers noemt het lied ”Potje met vet” een klassieker. „Dat wordt al weet ik hoelang gezongen tijdens het wandelen. Als organisatie hopen we dat de kinderen dit jaar ook massaal de nieuwe, hippe versie ervan zingen. Kinderen voor Kinderen lanceerde in samenwerking met ons in mei namelijk een nieuw avondvierdaagselied.”
Bij de finish wacht de wandelaars naast de traditionele medaille tegenwoordig ook soms zoete traktaties van het thuisfront. Soms krijgen ze meerdere snoepkettingen omgehangen. „Een behoorlijk ongezonde traditie”, klaagde kinderarts Koen Joosten een aantal jaar geleden tegen Metronieuws. „Het wordt tijd dat we van het idee afstappen dat goed gedrag van kinderen beloond moet worden met snoep.”
En ook tijdens de vierdaagse zelf wordt er wat afgesnoept: van plakkerige winegums tot mierzoete spekjes en zure lappen. Het publiek dat de wandelaars aanmoedigt, beloont de doorzetters met zoetigheid. Lokale GGD’s kwamen tijdens eerdere edities al in actie om zulke snoeperij aan de kaak te stellen.
Om te voorkomen dat de oorspronkelijke gezondheidsmars een ongezonde nasmaak krijgt, letten organisaties tegenwoordig op wat ze uitdelen. Volgens Vissers is er een convenant gesloten om de avondvierdaagse gezonder te maken. „Zo zie je de laatste jaren gelukkig al veel organisaties met sponsoren afspraken maken over gezonde snacks op de rustposten. Zo delen landwinkels appels uit, zijn er komkommers en flesjes water van de plaatselijke supermarkt. Een ontwikkeling die we zeker toejuichen. Maar ook ouders en grootouders roepen we op kinderen anders te belonen dan met bergen snoep. Bijvoorbeeld met een alternatief cadeautje zoals kleurpotloden, een leuk tasje, een knuffel of een mooie bloem.”
Halve sinaasappel
Een speciaal gebruik op sommige plaatsen is de halve sinaasappel met pepermunt voor onderweg. Het idee: je snijdt een sinaasappel door en legt twee of drie pepermunten op de platte helft. Vervolgens wikkel je het geheel in een zakdoek en doet er een elastiekje om. Zo heb je een goede dorstlesser en iets lekkers om aan te sabbelen tijdens het paraderen. Soms wordt in plaats van een sinaasappel een citroen gebruikt. Vissers kent het gebruik, maar plaatst wel een kanttekening: „Je moet er wel mee uitkijken, want het schijnt erg slecht voor je tanden te zijn. Maar het gebeurt al sinds jaar en dag.”
Geen traditie, maar wel een terugkerend fenomeen tijdens de vierdaagse is de beruchte blaar. Vissers: „We raden kinderen aan om niet op nieuwe schoenen te lopen. Zorg dat de schoenen goed passen en lekker zitten. Datzelfde geldt voor de sokken. Voorkomen is beter dan genezen. Een avondvierdaagse lopen is één groot feest en je wilt na afloop natuurlijk niet op de blaren zitten.”