Onredelijk dat vooral boer voor stikstofoplossing moet zorgen
Niet de boeren zijn de schuld van de huidige stikstofproblematiek, maar de overheid, zo erkende VVD-minister Christianne van der Wal vrijdag bij de presentatie van de agenda en de doelen van het zogeheten Nationaal Programma Landelijk Gebied. En daarmee slaat ze de spijker op de kop.
Dat de overheid met stevige maatregelen moest komen, heeft ze aan zichzelf te wijten. Jarenlang schoof ze het stikstofdossier voor zich uit. Tot de Raad van State in 2019 een streep haalde door het landelijk beleid. Het moest over een andere boeg.
Het kabinet presenteerde vrijdag, bij monde van minister Van der Wal, de plannen. Per natuurgebied werd duidelijk hoeveel de stikstofuitstoot naar beneden moet. Die doelen zijn met name ingrijpend voor boeren, bijvoorbeeld in de Gelderse Vallei waar de uitstoot met 58 procent omlaag moet. De veestapel moet krimpen, niet alle boeren kunnen door met hun bedrijf, zo luidde de harde boodschap.
Dat boeren de laatste decennia aan schaalvergroting en intensivering deden, was voor hen vaak de enige manier om te overleven. Consumenten en grootwinkelbedrijven zijn daar mede debet aan; zij wilden de laagste prijs voor een kilo vlees en een pak melk. Als er één sector is die zich de afgelopen jaren intussen inzette om door innovatie een oplossing te vinden voor de stikstofproblemen is het wel de agrarische. Het bleek helaas nog niet genoeg.
Er moet daarom wel iets gebeuren; daarover is vrijwel iedereen het eens. De natuur lijdt onder de hoge stikstofuitstoot: deze meststof verstoort het evenwicht waardoor de biodiversiteit afneemt. Bloeiende bermen maken plaats voor bramen en brandnetels. Doorgaan op de oude voet is onwenselijk en onverstandig. Het getuigt van goed rentmeesterschap om de stikstofuitstoot terug te dringen. Ingrijpende en pijnlijke maatregelen zijn nu echt onontkoombaar.
Daarbij is het duidelijk dat de agrarische sector voor een groot deel bijdraagt aan de totale stikstofuitstoot. Dat de overheid vooral naar boeren kijkt voor een oplossing, lijkt daarom weliswaar logisch, maar is tegelijk onredelijk. De pijn moet worden verdeeld. Niet alleen boeren, maar ook de transportsector, de luchtvaart en de industrie zijn aan zet.
Het kabinet heeft de provincies aan het werk gezet. Die moeten de doelen vertalen naar concreet beleid. Dat kan weliswaar leiden tot verschillende aanpakken, maar daar ligt meteen een deel van de oplossing. Verschillende provinciebestuurders lieten de afgelopen dagen weten kansen te zien. Ze zien mogelijkheden afspraken te maken waarmee het mogelijk is om stikstofafname te bereiken, maar waarbij er tegelijk oog is voor agrarische innovatie, de toekomst van het landelijk gebied en een bijdrage van andere sectoren.
Er komt veel op boeren af. Hun verslagenheid, verdriet en boosheid zijn goed te begrijpen. Je zult je boerenbedrijf, waaraan soms al generaties met hart en ziel werkten, maar op de tocht zien staan. Het is daarom goed om de boeren heen te staan, met woord en daad, maar ook met gebed, zeker binnen kerkelijke gemeenten.