Dr. Jaco van der Knijff: Bevindelijke wereld botst met die van de evensong
„De wereld van de bevindelijk gereformeerden botst met die van de anglicaanse choral evensong.”
Dat zei dr. Jaco van der Knijff, docent liturgiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), donderdagmiddag in Amsterdam tijdens de presentatie van het nieuwste boek van dr. Hanna Rijken over de choral evensong. Hij hield een lezing over ”Liturgische kerkmuziek in de gereformeerde gezindte: liefde en spanning”.
Van der Knijff vertelde een fictief verhaal over een gezin Jansen uit de Biblebelt. „Ze stemmen SGP, lezen het RD, kleden zich stemmig en sturen hun kinderen naar een reformatorische school. Ze gaan naar een kerk waar een preek gelezen wordt van een oudvader en zingen vol overgave niet-ritmische psalmen, begeleid door een goedbedoelende organist.”
De familie Jansen heeft een verfijnde smaak, zo schetste Van der Knijff. „Ze luisteren naar een cantate van Bach of de polyfonie van Sweelinck. Hun zoon gaat op een jongenskoor, en zo belandt het gezin op een zaterdagavond bij een choral evensong. De muziek is harmonieus en zuiver en moeder Janna is geraakt. Maar ze aarzelt: Is het geheel niet een beetje rooms?”
De volgende morgen zit het gezin Jansen weer in de bevindelijk-gereformeerde kerk. Janna ervaart de spanning als de ouderling in het gebed zegt dat gevoelige aandoeningen nog wat anders zijn dan het door Gods Geest gewerkte waar zaligmakend geloof.
Met zijn fictieve verhaal gaf Van der Knijff aan dat deze twee werelden botsen: sociaal, cultureel, maar vooral theologisch. „Het makkelijkst is om dat gewoon weg te wuiven. Maar eerlijker is het dat onder woorden te brengen.”
Spanningsveld
De Apeldoornse docent verwees naar een discussie, tachtig jaar geleden, tussen de theologen dr. O. Noordmans en prof. dr. G. van der Leeuw. De eerste stelde de preek centraal, de tweede was voorman van de Liturgische Beweging. In die discussie ging het onder meer over de waardering van anglicaanse liturgie en muziek.
Volgens Noordmans kozen Calvijn en de Nederlandse gereformeerden destijds bewust voor een sobere liturgie, met de dienst des Woords, de preek centraal. En nog steeds gaat het in de rechterflank van de gereformeerde gezindte allereerst om de waarheid en niet om de schoonheid, om de gunst en niet om de kunst, stelde Van der Knijff. Hij riep op tot een debat over dit spanningsveld onder theologen binnen de gereformeerde gezindte. „Ik zeg niet dat we bij Noordmans uit moeten komen, maar wel dat de vragen gesteld moeten worden.”
Tijdens de bijeenkomst in de Engelse Kerk op het Begijnhof stelde musicus en theoloog dr. Hanna Rijken, verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit, onder meer de vraag of „de choral evensong een nieuwe vorm van kerk-zijn is.” Volgens haar „lopen het nieuwe en het oude in elkaar over.”
Op de bijeenkomst, die ongeveer veertig bezoekers trok, overhandigde dr. Rijken haar boek ”De Choral Evensong in de praktijk” aan ds. N. Dykstra-Algra, adviseur binnen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), en aan Ton Huitink, onder meer pastoor in Zwolle. De liturgie is in de Rooms-Katholieke Kerk een wezenlijk onderdeel van het geloofsleven, zei Huitink. „Het is geen persoonlijk bezit van wie dan ook, het is bezit van Gods volk, dat God wil eren, loven en danken.”
De choral evensong heeft een nieuwe impuls gegeven aan de drieslag van het ware, het goede en het schone, aldus pastoor Huitink. „Het ware, goede en schone zit niet in de keuzes die wij maken, wij staan op de schouders van een traditie van eeuwen. Als we die respecteren en beleven, kunnen we samen bidden en zingen.”