„Info over gender ontbeert kwaliteit en ernst”
De Duitse arts Alexander Korte oogt rustig en vriendelijk. Tegelijk is de genderexpert uit München verontwaardigd en daadkrachtig. Hij maakt zich grote zorgen over de toenemende genderverwarring onder jongeren en doet een oproep aan de media om te stoppen met eenzijdige berichtgeving.
De informatie die Duitse media over gender geven, is Korte een doorn in het oog. „Je ziet dat radio en tv in hun programma’s wetenschappelijke feiten negeren en het gedachtegoed van de genderideologie overnemen. Uitgangspunt is steeds het idee dat er niet alleen een mannelijk en een vrouwelijk geslacht bestaan, maar een verscheidenheid van geslachten of tussenstadia tussen man en vrouw. Maar hiervoor ontbreekt de wetenschappelijke basis. Het duidelijk gedefinieerde begrip geslacht wordt vermengd met psychologische en vooral sociologische opvattingen.”
Samen met zo’n veertig andere wetenschappers stelde Korte, zelf specialist kinder- en jeugdpsychiatrie aan de Ludwig Maximilian Universiteit in München en erkend expert op het gebied van genderidentiteitsstoornissen en transseksualiteit, een petitie op. Ze roepen de publieke omroep in hun land op om biologische feiten en wetenschappelijke bevindingen waarheidsgetrouw te presenteren. „Stop met de onjuiste berichtgeving en doe in plaats daarvan feitelijk, neutraal en waarheidsgetrouw verslag, en met respect voor de waardigheid van mensen.”
De petitie gaat vergezeld van een vijftig pagina’s tellend dossier. Titel: ”Ideologie in plaats van biologie”. Het document biedt een gedetailleerde analyse en wetenschappelijke weerlegging van een groot aantal tv- en radioprogramma’s en social media-kanalen van de publieke omroep.
Wat stoort u vooral in de mediaprogramma’s?
„Er sprake is van onjuiste voorstellingen en tendentieuze berichtgeving, van verschuivingen in de terminologie en verwarring van termen. Daarbij komt dat wetenschappers en kritische denkers niet worden gehoord, terwijl twijfelachtige deskundigen —veelal politiek actieve betrokkenen— veel ruimte krijgen. Luisteraars en kijkers krijgen zo een vertekend beeld van de werkelijkheid, gebaseerd op weerlegbaar onjuiste informatie. Kinderen en jongeren worden geïndoctrineerd, zelfs in wat altijd onschuldige kinderprogramma’s waren, zoals in Nederland ”Sesamstraat”.”
Hoe kan het dat journalisten de feiten negeren?
„Goede vraag. De berichtgeving verloopt niet volgens erkende journalistieke beginselen, is niet onafhankelijk en niet feitelijk. Er is geen sprake van hoor en wederhoor en ook niet van een evenwichtig aanbod. In plaats daarvan worden op Instagram ongecontroleerd foto’s en handreikingen uit transkringen overgenomen en aan kinderen aanbevolen.”
Waarom zouden journalisten dat doen?
„De media zijn bezig om het idee van transgenderlobbygroepen kracht bij te zetten dat iemand zijn biologische geslacht kan veranderen door zich sociaal als dat geslacht te identificeren. Ik stel vast dat het gaat om voorbereidend werk voor de nieuwe transgenderwet die in ons land klaarligt, net als trouwens in Nederland. Deze wet houdt in dat iedereen zijn geslacht in de toekomst eenvoudig en op eigen gezag moet kunnen veranderen.
Ook is het de bedoeling dat kinderen vanaf hun veertiende jaar zelf kunnen beslissen over hormonale en chirurgische aanpassing aan het andere geslacht, zelfs tegen de wil van hun ouders.
Als groep wetenschappers hebben we hier grote moeite mee. We zijn fel gekant tegen het idee dat het geslacht van vrouw en man niet meer is dan een sociale constructie of vermeende identiteit. Dat is een onwetenschappelijke aanname. Daarbij komt dat de wet druk op tieners legt door van kinderen in de puberteit — nog voordat zij seksueel rijp zijn — beslissingen te vragen waarvan zij de gevolgen niet kunnen overzien.”
Wat wilt u met de petitie?
„Het is belangrijk dat de media terugkeren naar kwaliteit, objectiviteit en ernst. Dat is trouwens een wettelijk vereiste. Als wetenschappers willen we dat de media de biologische feiten presenteren op basis van de wetenschap en de stand van het onderzoek – en dus de ideologische benadering van het onderwerp transseksualiteit loslaten.”
Welke gevolgen van de huidige mediaberichtgeving ziet u?
„De media brengen het onderwerp trans onder de aandacht van kinderen en jongeren en wakkeren zo de transhype aan. Het gevolg is dat in minder dan tien jaar tijd vijfentwintig keer zoveel kinderen en jongeren in ons land voor genderverwarring in behandeling zijn. Het gaat daarbij om veel meer biologische meisjes dan jongens; 85 procent van degenen die als trans worden geïdentificeerd, zijn biologische meisjes. Dit is een internationaal fenomeen.”
Gaat het gaat volgens u hier dus niet daadwerkelijk om genderdysforie?
„Gewoonlijk komt transseksualiteit al in de eerste levensjaren naar voren. De ouders of patiënten zelf geven dan aan dat ze niet beter weten dan dat ze zich „anders” voelden. Ik maak me zorgen over het vrij nieuwe fenomeen dat jongeren plotseling naar voren komen met de gedachte dat ze trans zijn, zonder dat er sprake is van een geschiedenis van dysforie. Ik zeg niet dat deze jongeren geen relevant niveau van lijden kennen, maar de vraag is of sprake is van blijvende transseksualiteit.”
Kan meer zichtbaarheid tot meer persoonlijke inzicht leiden?
„Dat zal ik niet ontkennen. Maar dat verklaart niet de exponentiële stijging en zeker niet de verschuiving van vooral biologische jongens met genderverwarring naar vooral biologisch meisje. In Duitsland wordt deze stijging nergens bestreden. Ik zeg: als we het huidige advies- en behandelaanbod de wereld in brengen, zijn we daarvoor zelf verantwoordelijk.”
Wat bedoelt u met dit laatste?
„Laat me een casus beschrijven. Een zeventienjarige jongen vertelde me dat hij van jongs af aan meisjesachtige interesses had en met meisjes bevriend was geweest. Toen hij in de puberteit kwam, voelde hij zich steeds ongemakkelijker bij zijn geboortegeslacht. Van zijn veertiende tot zijn zeventiende leefde hij als meisje; hij liet zijn haar groeien, droeg jurken en noemde zich Jennifer. Hij was net zeventien toen hij van een arts in Kopenhagen een vrouwelijk hormoonpreparaat kreeg. Hij legde mij zijn wens om operaties voor. Deze nam ik serieus maar ik was tegelijk kritisch op zijn motieven. Na twee maanden stelde hij zich tot mijn verbazing voor als René. Hij was gestopt met het hormoonpreparaat.”
Vandaag is de gedachte gangbaar dat genderidentiteit is aangeboren.
„Dat is een onzinnige gedachte. Neurobiologisch onderzoek zou dan eerst moeten aantonen dat genderidentiteit genetisch bepaald is. Ook de ontwikkelingspsychologie gaat er niet vanuit dat identiteit iets is waarmee een mens wordt geboren. Identiteit is naar mijn overtuiging altijd het resultaat van iemands persoonlijke hechtings-, relatie- en ook lichaamsgeschiedenis.”
Ziet u ‘trans’ als een modeverschijnsel?
„Ik spreek liever van een tijdgeestverschijnsel. Trans is duidelijk een nieuw identificatiemodel dat maatschappelijk scoort. Mijn zorg is dat veel jongeren hopen dat de zogenaamde genderbevestigende behandeling hun problemen zal oplossen. Maar dat is een illusie.”
Hoe verklaart u de genderverwarring?
„Dat jongeren in verwarring raken, heeft te maken met de fase waarin ze verkeren. In de puberteit moeten ze leren omgaan met hun rol als man of vrouw en met hun lichaam, dat verandert en volwassen wordt. In bepaalde subculturen is het momenteel hip om trans te zijn. Dit blijkt dus vooral een kwetsbare groep vrouwelijke adolescenten aan te spreken. Meisjes die een innerlijk conflict hebben met seksualiteit of die lijden aan sociale stereotypen of schoonheidsidealen, of degenen die seksueel getraumatiseerd zijn.
In de media berichten rolmodellen euforisch over hun zogenaamd ongecompliceerde medische transitie, alsof het paradijs op aarde te bereiken is door een geslachtsveranderingsprocedure uit te voeren.
De inmiddels overleden Duitse psychotherapeute en seksuologe Sophinette Becker, met wie ik nauw contact had, zei altijd: „Beste mensen, wij die al tientallen jaren met transseksuele patiënten werken, weten dat maar heel weinig mensen gelukkige mensen worden.” Velen zijn inderdaad snel ontnuchterd: het resultaat van de ingrepen komt vaak niet overeen met de verwachtingen. Het vinden van een levenspartner is niet eenvoudig. Het vermogen tot bevredigend seksueel contact is beperkt. Heel wat mensen worden chronisch depressief en hebben psychiatrische behandeling nodig en willen deze ook.”
Wat is voor u de diepere kern van de genderverwarring?
„Deze ligt in de vooruitgangsutopie van onze moderne consumptiemaatschappij, namelijk de belofte van totale bevrediging van behoeften. Ik signaleer een algemene tendens van globalisering en wegvallen van grenzen, van verruiming van mogelijkheden en van deregulering, onder het motto: ”Niets is onmogelijk”. Veranderen van geslacht valt onder de zogenaamde mogelijkheden.
Ook de algemene tendens van het opheffen van grenzen en verbreden van het spectrum zien we op het gebied van sekse en gender. Er is inmiddels een indrukwekkend spectrum aan variatie. Mensen identificeren zich nu als non-binair: herkennen zich niet als man of vrouw. Anderen, vooral jongeren, noemen zichzelf agender, bigender, pangender of genderfluïde.”
Hoe is het met uw patiënt afgelopen?
„Na vijf of tien gesprekken vond hij steeds meer de weg terug naar zijn mannelijke identiteit. Duidelijk werd dat hier afwijzing van zijn eigen homo-zijn speelde. Dit speelde zo’n tien jaar geleden. Ik vrees dat zijn geval vandaag een andere wending zou nemen, met onomkeerbare gevolgen.”