Kerk & religie

Ds. Van Olst: Gééf jezelf, ook in de samenleving

„Het is de roeping van een christen afstand te houden van de zonde, maar ook om zich te géven in de breedte van de samenleving.”

Van onze verslaggever
27 May 2022 18:42Gewijzigd op 30 May 2022 13:49
De Kerkendag van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), vrijdag in Veenendaal, trok ongeveer driehonderd bezoekers. beeld Niek Stam
De Kerkendag van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), vrijdag in Veenendaal, trok ongeveer driehonderd bezoekers. beeld Niek Stam

Dat zei ds. A. Th. van Olst vrijdag op de Kerkendag van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in Veenendaal. De predikant uit Antwerpen nam in zijn toespraak zijn uitgangspunt in Jeremia 29, waar de profeet de Joodse ballingen in Babel oproept om „de vrede voor de stad te zoeken.” De vrede en het welzijn van onze medeburgers zoeken kan betekenen rechtstreeks over Jezus te vertellen, stelde de predikant, maar het betekent beslist ook „dat je je moet geven voor de samenleving, dat je je medemensen aandacht geeft, dat je je talenten gebruikt, dat je je inzet voor de orde in de maatschappij.”

In Antwerpen vroeg hij onlangs aan jonge kinderen: Hoe kun jij God dienen op school? „De een zei tegen me: als ik tijd over heb, kan ik op het schoolplein voor anderen bidden. Een ander zei: Soms kan ik over Jezus vertellen. Die antwoorden zetten me aan het denken”, zei ds. Van Olst vrijdag. „Ik dacht: is dit alles wat wij onze kinderen leren? Is God dienen niet óók: op het schoolplein rondkijken of er misschien ergens een kind alleen staat?”

Zonder het een te willen uitspelen tegen het ander, wilde de predikant „de zaak toch even op scherp” zetten. „Stel je hebt nog één avond in de week over. En je kunt kiezen tussen een Bijbelkring in je eigen gemeente of zitting nemen in de ouderraad van een niet-christelijke school. Moet je dan –ook al is dit een lastige keuze– als je de vrede van de stad wilt zoeken niet juist op die laatstgenoemde plek zijn?”

Opgepakt

Op de jaarlijkse Kerkendag van de CGK, die een kleine driehonderd bezoekers trok, sprak vrijdag ook opperrabbijn Binyomin Jacobs. Joden hebben geen enkele aandrang anderen tot hun geloof en leefwijze te bekeren, betoogde Jacobs. „Dat ontmoedigen we juist. Omdat we de wereld als een gezin zien, vinden we het niet nodig dat anderen gaan leven zoals wij. De een is goed in sport, een volgende in eten koken, een derde in intellectuele arbeid; dat is prima zo.”

Toch heeft „het Joodse volk wel degelijk de opdracht iets te betekenen voor de bredere samenleving”, betoogde de opperrabbijn. „Het is onze roeping te bevorderen dat de Eeuwige door iedereen, op zijn eigen wijze, gediend wordt en dat de zeven zogeheten Noachitische wetten worden nageleefd.”

Het uitvoeren van die opdracht is de Joden door de eeuwen heen echter enorm moeilijk gemaakt, stelde Jacobs. „Als we iets van ons geloof lieten zien, werden we opgepakt of vermoord.”

Momenteel zijn Joden in West-Europa wel vrij hun geloof te belijden, al is die ‘vrijheid’ op een bepaalde manier betrekkelijk. „Onze kleindochter, zes jaar, verbleef onlangs een tijdje bij haar oom en tante, in Londen. Die wilden haar de Joodse school laten zien. Toen ze daar was, zei ons kleindochtertje: Dit ís geen Joodse school, want er staan geen soldaten voor de deur.”

Joden steken op het Chanoekafeest de achtarmige kandelaar aan, stelde Jacobs, en zetten die ’s avonds voor het raam, om de straat „en dus de hele samenleving” te verlichten. „Acht lichtjes, dat is zeven plus één: een getal dat de dingen van de aarde ontstijgt. Dit getal toont de moderne, rationele mens dat God al ons begrip te boven gaat.”

Dat signaal kunnen Joden en christenen samen afgeven richting de geseculariseerde wereld, stelde de rabbijn. „Laten we samen strijden, want de vrijheid om ons geloof te belijden, staat onder druk. Kijk maar naar hoe argwanend de overheid christelijke en Joodse scholen bejegent.”

Toeslagenouders

In een forumbespreking gingen ’s middags, behalve ds. Van Olst, ook drs. M. K. A. Graus (wethouder in Rotterdam), dr. C. P. de Boer (predikant in Sliedrecht, Beth-El) en dr. J. van ’t Spijker (Hoogeveen) in op het dagthema ”Bid voor de stad. De betekenis van Israël en de kerk voor de wereld”.

Volgens Graus zouden predikanten of ouderlingen op catechisatie wel wat meer aandacht mogen besteden aan armoede en armoedebestrijding. „Zijn we ook niet wat selectief in het lezen en zingen van psalmen? Meerdere psalmen ademen woede over het onrecht in deze wereld. Als ik dat lees, moet ik vaak aan de toeslagenouders denken. Misschien zijn we als christenen soms te vriendelijk. En zouden we minder gemakkelijk moeten accepteren wat echt niet goed gaat”, aldus de Rotterdamse wethouder namens ChristenUnie-SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Nieuws in beeld

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer