Nog te vaak is de veiligheid van lokale bestuurders in het geding, vindt het kabinet. Het gaat daarom jaarlijks 10 miljoen vrij maken om de bedreigingen aan te pakken, voor een periode van 10 jaar. De vraag is of dit geld het tij gaat keren.
„Als je zo doorgaat, zul je spijt krijgen; we weten je te vinden.” Adriaan Hoogendoorn, ex-burgemeester van Oldebroek, krijgt het in 2015 via sociale media te horen. Er zijn plannen een camping in Wezep te verbouwen tot opvangplek voor asielzoekers; boze burgers die het daar niet mee eens zijn, roeren zich via de Facebookchat.
En dat is niet het enige. Een paar keer staan de onruststokers zelfs voor zijn deur. „Ik ben zelf niet snel bang”, vertelt Hoogendoorn. „Maar als mensen voor je deur staan, komt dat intimiderend over, ook op mijn gezin. Mijn vrouw vond het niet prettig.”
De ervaringen van Hoogendoorn –inmiddels bijna vier jaar burgemeester in Midden-Groningen– staan niet op zichzelf. Sinds 2014 nemen agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers toe, bleek in 2020 uit de Monitor integriteit en veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ging het in 2014 om 23 procent, in 2020 had 35 procent van de bestuurders te maken met een vorm van agressie of geweld vanwege hun functie bij gemeente, provincie of waterschap. Vooral verbale agressie komt steeds meer voor. Daarnaast komt een toenemend deel van de agressieve uitingen via sociale media bij de lokale bestuurders terecht: van 13 procent in 2014 tot bijna de helft van de incidenten in 2020. De agressie kan zich uiten in (online) schelden, kwetsen of discrimineren, maar ook in de ernstiger vormen van bedreiging of intimidatie. In een enkel geval leidt de agressie tot daadwerkelijk fysiek geweld.
Impact
Het is een behoorlijk omvangrijk probleem, ziet Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging. Uit onderzoek mede in opdracht van de Wethoudersvereniging bleek in 2021 dat bestuurders geregeld doelwit zijn van verbale agressie. Van de burgemeesters heeft 36 procent deze ervaren, tegenover 24 procent van de wethouders en 17 procent van de raadsleden. Bedreiging en intimidatie richten zich eveneens zowel op burgemeesters als op wethouders en raadsleden.
Hoewel het meemaken van agressie een grote impact kan hebben op bestuurders, doet maar 6 procent van hen aangifte. Hoogendoorn was een van hen. Een veel te laag aantal, wat Van Gool betreft. Bovendien komt het voort uit een verkeerde gedachtegang. „Bestuurders denken: dit hoort erbij. Er gebeurt toch niets met mijn aangifte. Dat wil ik graag ontkrachten: het hoort er niet bij, je moet wel degelijk een grens trekken en dit een halt toeroepen. En de politie doet wel degelijk wat met de meldingen en aangiften.”
De toenemende onveiligheid van lokale bestuurders baart Van Gool zorgen, zeker wanneer de incidenten worden weggewuifd. „Dat is een nagel aan de kist van onze democratische rechtsstaat. Bestuurder zijn is een zware taak, het afbreukrisico is groot. Als deze mensen worden gehinderd in hun werk doordat iemand zijn zin wil doordrijven, is het einde zoek.”
Volgens Jan Brouwer, hoogleraar recht en samenleving aan de Rijksuniversiteit Groningen, is bedreiging van lokale bestuurders „van alle tijden.” De bedreigingen zijn wel van een andere orde dan in het verleden. „De ernst is toegenomen. Vroeger ging het over een enkele woede-uitval, nu hoor je van burgemeesters die met een pistool bedreigd worden terwijl ze voor het stoplicht staan te wachten. Sociale media maken het makkelijker om bedreigingen te uiten.”
Hoogendoorn herkent dat. Na zijn tijd in Oldebroek is bedreiging landelijk gezien alleen maar een groter probleem geworden. „De samenleving verhardt. Het vertrouwen in de overheid is gedaald. Je ziet een soort parallelle samenleving ontstaan, waarin de wappies bijna in een soort oorlogstaal over de overheid praten. Die zien ze als de vijand.”
De steeds ernstiger bedreigingen aan het adres van met name burgemeesters houden volgens Brouwer verband met de uitbreiding van hun portefeuille. In de afgelopen dertig jaar zijn burgemeesters zich steeds meer gaan bezighouden met de bestrijding van criminaliteit. Daardoor neemt de ondermijning vanuit de onderwereld toe. „In coronatijd kregen burgemeesters nog meer taken en bevoegdheden. Als je bedrijf door de lockdowns kapot gaat, wil je de burgemeester weleens aan het verstand peuteren dat hij met de maatregelen moet ophouden.”
Boegbeeld
Tijd om de onveiligheid van lokale bestuurders aan te pakken, lijkt het kabinet te denken. Begin maart maakte minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) bekend dat de regering jaarlijks 10 miljoen euro gaat reserveren voor de veiligheid van lokale bestuurders. Het geld gaat onder meer naar het beter beveiligen van woningen, maar wordt ook gebruikt om de meldingsbereidheid te verhogen. Daarnaast liggen er plannen om een persoonlijke weerbaarheidsscan in te voeren, als aanvulling op de basisscan integriteit. Met die scan kan inzichtelijk worden gemaakt in welke netwerken bestuurders zich bevinden. Op dit moment werkt het ministerie aan de verdere uitwerking van de plannen.
Treurig dat het moet, maar het is goed dat de minister niet de ogen sluit maar maatregelen neemt, stelt Van Gool. Hoogleraar Jan Brouwer vindt het „volstrekt logisch” dat het kabinet geld vrijmaakt voor lokale bestuurders. „In het verleden ging een officier van justitie over de aanpak van criminaliteit, nu de burgemeester. In tegenstelling tot de officieren van justitie, die goed beschermd en anoniem zijn, is de burgemeester een boegbeeld van de gemeente. Hij is makkelijk bereikbaar, fysiek en online. Logisch dus dat de overheid nu met geld over de brug komt om deze ondermijningsaanpak te steunen en faciliteren.”
Toeslagenaffaire
Maar of de miljoenen het probleem gaan oplossen? Daar hebben Van Gool, Brouwer en Hoogendoorn een hard hoofd in. Alleen in actie komen wanneer het misgaat, is volgens Van Gool niet genoeg. Belangrijker is het om ook na te denken over preventie van agressie. „Het aanzien en gezag van de overheid kunnen wel een duwtje gebruiken. Incidenten als de toeslagenaffaire hebben ook een negatieve weerslag op het imago van lokaal bestuur. Het geld moet enerzijds besteed worden om agressie, geweld en ondermijning het hoofd te bieden. Maar anderzijds om de bewustwording in de samenleving te vergroten van wat de plaatselijke overheid doet.”
Laat de overheid eerst eens in de spiegel kijken, adviseert Hoogendoorn. Want geld is nodig, maar volgens de burgemeester een repressieve maatregel. „De eerste verantwoordelijkheid van de overheid is om de verhouding met de samenleving te normaliseren. Ga serieus met mensen in gesprek, dan leggen ze zich vaak wel neer bij een besluit dat hen niet aanstaat. Het is te simpel om de oplossing alleen te zoeken in veiligheidsmaatregelen.”
Ook met de geldelijke steun is de trend van toenemende onveiligheid niet te keren, stelt Brouwer. „Ik maak dit nu al zo’n drie decennia mee. Elk jaar is er wel een burgemeester die bedreigd wordt, een carport die in de fik gaat, een auto die afbrandt. Hopelijk wordt het niet erger dan het nu is, maar die geest gaat niet meer terug in de fles.”
> Behalve de fysieke scan biedt het CCV ook een zelfscan aan, die in te vullen is op hetccv.nl/zelfscan