Strijd in Oekraïne is nog verre van beslecht
De oorlog in Oekraïne sleept zich bijna drie maanden voort. Er zijn geen grote verschuivingen op het slagveld in de Donbas zichtbaar. Beide partijen geven niet toe. Is er nog een weg uit de crisis?
Tim Sweijs, hoofdonderzoeker aan het Haags Centrum voor Strategische Studies, maakt zich zorgen over een verdere escalatie van het conflict in Oekraïne. Hij is niet hoopvol gestemd als het gaat om de mogelijkheid tot het neerleggen van de wapens door de strijdende partijen.
Sweijs deed onderzoek naar het eindigen van oorlogen tussen 1946 en 2005. Hij leidde uit de literatuur vijf factoren af die ervoor zorgen dat een gewapend conflict al dan niet beëindigd wordt. Zo speelt mee of de strijdende partijen uitzicht hebben op winst en hoe hoog de kosten van de oorlog zijn in mensenlevens, economische schade en militaire verliezen.
Uit de situatie concludeert de analist dat er momenteel weinig kans is op een duurzaam staakt-het-vuren of een succesvolle vredesovereenkomst. Hij schetst hoe Ruslands oorspronkelijke vermoedelijke plan –Kiev in een blitzkrieg bezetten en het Oekraïense leger uitschakelen– al in de eerste dagen sneuvelde. Plan twee –hetzelfde doel bereiken door grote troepenaantallen vanuit verschillende richtingen in te brengen– is voor de Russen na een aantal weken strijd ook „jammerlijk mislukt”, aldus Sweijs.
Donbasregio
En dus is het conflict nu in een derde fase. „Poetin heeft de oorlogsdoelstellingen bijgesteld en beperkt tot het in de ogen van de Russen bevrijden van de oostelijke Donbasregio.” Dat Rusland zich op het oosten van Oekraïne is gaan richten, is voor Sweijs een veelzeggend feit. „Poetin heeft geen grote militaire mobilisatie uitgeroepen tijdens zijn speech op 9 mei, de dag waarop de Russen de overwinning van de Sovjet Unie op nazi-Duitsland vieren. Daaruit kun je afleiden dat Rusland zich alleen bezighoudt met het versterken van de controle over de Donbasregio.”
Ook Frans Osinga, hoogleraar Oorlogsstudies aan de Universiteit Leiden, merkt dat Rusland zich richt op de Donbas. Niet zo gek, weet de Leidse hoogleraar, aangezien de Russen in de Donbas, in tegenstelling tot in de rest van Oekraïne, de overmacht in de lucht hebben. „Er vliegen dagelijks zo’n 250 Russische vliegtuigen boven het gebied. Dat maakt het voor de Oekraïense eenheden moeilijker om stand te houden, bijvoorbeeld door beschietingen vanuit de gevechtsvliegtuigen.”
Toch staan volgens Sweijs de Oekraïners, die door het Westen bewapend worden met steeds zwaarder materieel, hun mannetje op het slagveld. Ze lijken het Russische leger tegen te houden. „De opmars in de Donbas gaat een stuk minder snel dan de Russen hadden gehoopt.”
Patstelling
Ook Osinga merkt dat de oorlog tot nu toe niet volgens plan verloopt voor Rusland. „De Russen hebben een aantal structurele problemen niet kunnen oplossen, denk aan logistieke moeilijkheden en problemen met de commandovoering. Het is ze nog steeds niet gelukt om één groot offensief van de grond te krijgen.”
Beide analisten verwachten een patstelling, waarbij zowel Rusland als Oekraïne zich ingraven. Sweijs: „Dan ontstaat een feitelijk of een formeel staakt-het-vuren. Maar dat zal niet leiden tot terugtrekking van Russische troepen. Ook zal Oekraïne de strijd niet opgeven en de Donbas aan Rusland schenken.”
Ook Osinga ziet het nog niet snel tot een akkoord komen tussen de strijdende partijen. Dat gebeurt volgens hem pas als beide kanten geen hoop meer hebben de strijd op het slagveld in hun voordeel te beslechten.
Daarnaast moeten vredesonderhandelingen zowel voor Rusland als voor Oekraïne acceptabel zijn. „Voor Zelenski is het vanwege de enorme humanitaire wantoestanden en oorlogsmisdaden vanuit ethisch perspectief momenteel moeilijk te verkopen om serieuze gesprekken aan te gaan met Poetin. En Poetin moet op zijn beurt de oorlog in eigen land op de een of andere manier zien te rechtvaardigen door resultaten te tonen. Hij zal dus niet bereid zijn om al te grote concessies te doen.”
Communicatiekanalen
Een langdurig conflict zal niet alleen Oekraïne en Rusland, maar ook de hele wereld, ontzettend veel kosten. Toch dreigt wel exact dat vooruitzicht, meent Osinga. „Een zogenaamd bevroren conflict, waarbij er niet intensief gevochten wordt, maar ook geen vrede is, is een redelijk plausibel scenario.”
Is het tij nog te keren? Ja, denkt Sweijs. „Daarvoor is het belangrijk om enerzijds de druk op Rusland hoog te houden, en anderzijds alle communicatiekanalen open te houden, zowel politiek als militair.” Daarnaast moet het Westen nadenken over haar doelen, vindt de analist. „Een minimale doelstelling is dat Oekraïne blijft voortbestaan als soevereine natie. Met het spreken over het strategisch verzwakken van Rusland als doel, zoals de VS dat doet, maak je deze oorlog inzet van een veel groter conflict. Zo wordt de kans op escalatie vergroot. Dus let ook op in hoeverre je doelstellingen een bedreiging zijn in deze situatie.”