Woensdag sloot preses ds. J. G. Schenau de CGK-synode. Met assessor ds. P. D. J. Buijs blikt hij terug.
Ds. Schenau: „Er zijn broeders die na de besluitvorming op deze synode met pijn naar huis gaan. Die pijn dragen we, als het goed is, met elkaar. Ja, als CGK verkeren we in een crisis. Dat neemt niet weg dat we voor deze synode dankbaar mogen zijn.”
Ds. Buijs: „Ik heb broeders, van zeer verschillende pluimage, in de wandelgangen horen zeggen: wij willen elkaar niet kwijt. Afkomstig uit totaal verschillende gemeenten, probeerden ze toch elkaars hart te proeven. Dat is zó mooi.”
Ds. Schenau: „Het is natuurlijk een illusie te denken dat je op synodaal niveau een crisis die zich met name plaatselijk openbaart, zou kunnen bezweren. En we beseffen goed dat een besluit over de vrouw in het ambt ons op zichzelf niet uit de impasse gaat helpen. Dat kan alleen als daar iets onder komt te liggen: een gemeenschappelijk Schriftverstaan, het besef dat we aan elkaar gegeven zijn en dat kerkelijk samenleven soms grote offers vraagt.”
Ds. Buijs: „We hebben als synode geprobeerd tijd te kopen. Doordat we ervan hebben afgezien om direct tucht te gaan uitoefenen over kerkenraden die al zusters in de ambten hebben bevestigd. En door een taakgroep in te stellen, die classes waarin de zaak is vastgelopen, gaat begeleiden in het voeren van gesprekken hierover. Maar dit is wel zeker: met name het punt van vrouw en ambt komt op de volgende synode, in 2024, weer helemaal terug.”
Ds. Schenau: „Gelukkig is dit geen brexitsynode geworden. We hebben met elkaar nagedacht, we hebben rapporten geschreven, we hebben elkaar vastgehouden. Nu moeten de genomen besluiten zich gaan uitkristalliseren in de kerken.”
Ds. Buijs: „Als moderamenlid sprak ik de achterliggende tijd met een gemeente waar zusters in het ambt staan. Daar zei men het eerlijk: als wij moeten kiezen tussen een scheuring in het landelijk kerkverband of in onze gemeente, kiezen we voor het eerste.”
Ds. Schenau: „Dat snappen wij best. Toch heeft deze synode te katholiek gedacht om te kunnen zeggen: schuif dan maar door naar een ander kerkverband, dan is het opgelost. Nee, zo is het niet opgelost, want Christus’ kerk is fundamenteel één.”
Ds. Buijs: „Dit is een heel dilemma. Maar het hebben van een kerkverband betekent nu eenmaal dat je je aan in meerderheid genomen besluiten moet houden. Dan héb je nog het recht van revisie. Maar daarna houdt het op. Aan het slot moet ieder voor zichzelf afwegen: kan ik nog in geweten verder in het kerkverband waarin ik functioneer? Of gaat dat mijn geweten te buiten?”