Kerkganger hoort Dodenherdenking bij te wonen
Als christenen mogen we tijdens Dodenherdenking niet verstek laten gaan. Een eventuele op 4 mei geplande kerkdienst kan best doorgeschoven worden.
Elk jaar op 4 mei herdenken we in Nederland de oorlogsslachtoffers. We hangen de vlaggen halfstok als teken van eerbied en respect. We houden twee minuten stilte en herdenken hen die hun leven gaven voor onze vrijheid.
Dodenherdenking was dit jaar in meerdere opzichten bijzonder. De Dam in Amsterdam stond voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis weer vol. Ook op veel andere plaatsen, zoals in Kamp Westerbork, werd weer in het bijzijn van publiek een herdenking gehouden. Maar nog meer: de oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat vrijheid en vrede niet vanzelfsprekend zijn, en dat gedenken niet vrijblijvend is.
Daarom steekt het mij dat in diverse bevindelijke kerkelijke gemeenten tijdens Dodenherdenking een weekdienst werd gehouden, ook al werd daarin mogelijk wel aandacht geschonken aan ‘4 mei’. Er waren gelukkig ook kerkenraden die hun weekdienst of Bijbellezing verschoven naar een andere dag.
Verkeerd signaal
Heel Nederland was om 20.00 uur twee minuten stil. Als samenleving herdachten we hen die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog of bij vredesmissies: soldaten en verzetsstrijders, Joden, Roma en Sinti. Zo ontzettend veel mensen gaven hun leven, ook christenen.
Daarom horen ambtsdragers en andere kerkgangers tijdens Dodenherdenking niet te schitteren door afwezigheid vanwege het bijwonen van een weekdienst. De mensen die hun leven gaven, zijn het waard om herdacht te worden. Wie niet gedenkt, verduistert de toekomst. Welk signaal geven we als christenen af, naar de samenleving en naar jongere generaties, als we Dodenherdenking laten voor wat die is?
Opdracht
Gedenken is een Bijbelse zaak. In de eerste plaats is het de Heere zelf die gedenkt. Dat blijkt uit Genesis 9 en uit de regenboog die Hij gaf. „Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, dat Ik aan Mijn verbond zal denken dat er is tussen Mij en u en alle wezen van alle vlees” (Genesis 9:14-15).
Gedenken is in de tweede plaats een opdracht aan de gelovigen. We worden opgeroepen om de grote daden van de Heere te gedenken (zie bijvoorbeeld Psalm 105:5). We hebben daar de zondagse erediensten en de kerkelijke feestdagen voor. Dan gedenken we met name Gods grote daden in Christus Jezus. Zijn lijden, sterven en opstanding. Daar leven wij van. Laten we de Nationale Dodenherdenking gebruiken om andere grote daden van de Heere te gedenken en door te vertellen.
Psalm 124
Wij zien, net als onze vaderen, de hand van de Heere in de bevrijding van ons land uit de hand van het naziregime. Jaarlijks wordt (onder andere in de kerken in Genemuiden, op de zondag na 14 april, de dag waarop het dorp in 1945 werd bevrijd) Psalm 124:1 en 4 gezongen. Daarmee wordt zingend erkend dat de Heere gered heeft. „Indien de Heere ons niet had bijgestaan en had gered, dan waren wij vergaan.” Wat is het heilzaam als jongere generaties de hand van de Heere mogen opmerken in hun leven! Gedenken helpt daarbij.
We doen er allemaal goed aan de grote daden van de Heere te gedenken en juist daarom ook deel te nemen aan Dodenherdenking op 4 mei. Er staat immers geschreven: „De herinnering aan de rechtvaardige is tot zegen” (Spreuken 10:7a)
De auteur is predikant van de hervormde gemeente Elim in ’t Harde.