„Hallo Marc, leuk dat je er bij bent vandaag”, roept –toen nog prins– Willem-Alexander naar Marc Drost (toen 3) uit Veenendaal. „Inmiddels is Marc overleden, maar we hebben nog wel de prachtige herinnering aan deze dag met hem”, vertelt moeder Drost.
Op 30 april 2012 is het zover. Gerrie Drost-van Dam (toen 40) loopt met haar man Marinus (toen 43), dochter Jessica (toen 6) en zoon Marc –in de rolstoel– naar het terrein bij theater De Lampegiet in Veenendaal. Omdat Marc aan een meervoudige handicap lijdt, hebben ze daar een gereserveerde plek. „Eigenlijk mocht er maar één begeleider met Marc mee, maar met wat uitleg kregen we toch toestemming om bij elkaar blijven”, legt moeder Drost uit. Ze staan vooraan.
Dan arriveren de leden van het Koninklijk Huis bij De Lampegiet. Zoon Thom (toen 9) staat met zijn klas naast de koninklijke bus. Ze zingen het koninklijk gezelschap toe.
Prins Friso ligt op dat moment nog in coma. Drost: „De kinderen riepen naar koningin Beatrix: Sterkte met uw zoon! Waarop ze antwoordde: Dankjewel!”
De koninklijke familie zet koers richting de plek waar het viertal Drost staat te wachten. Marc zit in zijn rolstoel vooraan en draagt rood-wit-blauwe kleding. Hij heeft een slab om met zijn naam erop.
Prins Willem-Alexander loopt langs en zegt: „Hallo Marc, leuk dat je er bij bent vandaag.” Prinses Máxima noemt ook Marcs naam en legt haar hand op zijn knie. „Hoe kennen ze Marc toch allemaal?” vraagt dochter Jessica zich verbaasd af. „Zo bijzonder, de één na de ander riep Marcs naam, terwijl we de slab niet eens met opzet bij hem hadden omgedaan”, vertelt moeder Drost verwonderd.
„Ondanks het gemis van Marc zullen we deze Koninginnedag nooit vergeten.”
> Dit is het vierde en laatste deel in een serie interviews over memorabele Koningsdagen