Het besluit van vrijdag is helder: vrouwen kunnen in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) geen ambt bekleden. Alleen: hoe nu verder? „Het gesprek moet de komende tijd in de classes worden gevoerd. Met liefde en geduld.”
Toen vrijdag, rond het middaguur, op de CGK-synode in Nunspeet het besluit viel dat vrouwen in dit kerkverband geen ambt kunnen bekleden –32 afgevaardigden steunden het besluit, 19 stemden tegen–, viel er even een stilte. Maar niet lang.
Preses ds. J. G. Schenau had zich natuurlijk op deze situatie voorbereid. In een kort slotwoord merkte hij op dat het genomen besluit in een deel van de kerken „met teleurstelling, misschien zelfs met boosheid en verbittering” zal worden ontvangen. Toch hoopte de predikant uit Nunspeet dat „zusters niet ontmoedigd raken om met hun gaven in de gemeenten te dienen.” Ook zei hij dat hij „gemeenten die hun plaats in het kerkverband heroverwegen”, niet wil en kan missen. „We moeten eenheid zoeken bij het hart van het Evangelie.”
Een klein uur later blikt hij, in de consistorie van de Oenenburgkerk, samen met moderamenlid ds. S. P. Roosendaal uit Lelystad terug op de synode. En vooruit naar de toekomst.
Hoe moet het nu verder met gemeenten die al vrouwelijke ambtsdragers hebben?
Ds. Schenau: „Gemeenten die ondanks het besluit van de synode van 1998 toch zusters in de ambten hebben benoemd, moeten hierop nu in de classes opnieuw worden aangesproken en vermaand.”
De synode ging niet mee in een voorstel om richting deze gemeenten kerkelijke tucht uit te oefenen.
Ds. Schenau: „Nee, hoewel er in de synode aandrang was om verder te gaan dan vermanen, dus tucht uit te oefenen, in die zin dat ambtsdragers in zulke gemeenten geen ambtsdrager meer zouden kunnen zijn, heeft de synode die lijn niet gevolgd. We hebben gezegd: het gesprek moet gevoerd worden. Samen kerk-zijn is niet slechts je houden aan afspraken. Wijzen op afspraken staat altijd in de context van geestelijk met elkaar omgaan. En juist wat dat laatste betreft, is er in onze kerken de afgelopen tijd veel misgegaan.”
Wat als deze gemeenten, na gesprek en vermaning, hun beleid en praktijk niet veranderen?
Ds. Roosendaal: „Wij willen daar niet over speculeren. De synode heeft besloten dat er een taakgroep komt die classes gaat helpen bij het voeren van deze gesprekken. In zekere zin hebben we natuurlijk te maken met een voortgaand gesprek. We hebben als synode nu een besluit genomen waarin we iets hebben gestipuleerd (onder voorbehoud vastgelegd, red.).
Zo is het in de kerkgeschiedenis vaak gegaan. Over veel moeilijke onderwerpen is in de kerken eeuwenlang nagedacht; denk aan de Godsleer of de verzoeningsleer. En elke keer werd er dan na een paar decennia weer een besluit genomen. Dan zeg je als kerk bijvoorbeeld: we staan nu hier; ten aanzien van de twee naturen van Christus hebben wij de Schrift zó begrepen. En is dat dan de laatste uitspraak over de christologie? Nee, want enige tijd later wordt daar dan toch weer een formulering bijgeplaatst.
En zo blijven we samen zoeken naar de weg die we moeten gaan. Ja, dat doet soms pijn. En ja, dat is een weg die soms schuurt, kraakt en piept; dat is deze week glashelder geworden. Maar de ‘oplossing’ van: gaan jullie dan maar hierheen en jullie daarheen; op die manier willen wij niet over het kerk-zijn spreken.”
Kan het toch niet de uiterste consequentie zijn dat bepaalde gemeenten niet meer in het kerkverband passen?
Ds. Schenau: „Wij zijn er diep van overtuigd dat een nieuwe kerkscheuring of breuk diepgaande gevolgen heeft en zeer onwenselijk is. Daarom moet er eerst en opnieuw met elkaar gesproken worden. Belangrijk is ook dat we niet alleen hebben uitgesproken dat er richting de betreffende gemeenten een vermaning moet klinken, maar ook dat dit in liefde en geduld moet plaatsvinden. Dus ook zo’n vermaning staat in de context van een echt hartelijk meeleven met elkaar. Want let wel: zo’n gemeente komt niet zomaar tot zo’n besluit.”
Ds. Roosendaal: „Kerk-zijn is –ook dat hebben we als synode uitgesproken– geen verenigingsleven. Het is niet iets waarbij je zegt: Nou, die ene tennisclub bevalt me niet, ik pak de volgende, omdat ze daar wél met witte broekjes aan tennissen. Zo werkt het in een kerk niet. Je bent aan elkaar gegeven.”
Ds. Schenau: „We hopen dat de gesprekken tot het inzicht brengen dat we, ten behoeve van het geheel van ons kerkverband, allen offers moeten brengen. En dat we ons verder gaan bezinnen op wat het nu betekent om samen kerk te zijn.”
Hoe legt u het besluit uit aan gemeenten die op de synode hebben gewacht om eventueel vrouwen in de ambten te bevestigen?
Ds. Roosendaal: „Het is inderdaad moeilijk voor een gemeente die lang heeft gewacht –zoals mijn eigen gemeente in Lelystad, ruim twintig jaar– om deze beweging nu nog mee te maken. Net zo goed als het voor een Bewaar het Pand-gemeente moeilijk te begrijpen valt waar de spanning in Zwolle of Deventer precies vandaan komt. Verder kunnen er natuurlijk altijd weer revisieverzoeken worden ingediend, die dan op de synode van 2024 behandeld zullen worden. Maar daarna is dan –daar moeten we ook eerlijk in zijn– de kerkelijke weg in principe ten einde.”