In een wereld vol geweld en onzekerheid en spanning heeft de christelijke gemeente zondag en maandag het paasfeest mogen vieren. Hebben we mogen gedenken dat Christus is opgewekt door Zijn Vader, opgestaan is uit de dood en dat de Heilige Geest Hem heeft levend gemaakt.
Aan het slot van de vier evangeliën lezen we over dit machtige heilsfeit dat de drie-enige God tot stand heeft gebracht. De apostelen van Christus hebben het in hun prediking vaak gehad over de opstanding van hun Meester. Paulus kan er in zijn brieven ook niet over zwijgen. Bovenstaande tekst is daar een voorbeeld van.
Paulus is bijna aan het einde van zijn leven gekomen. Hij weet dat zijn dood nabij is. Hij schrijft voordat hij heengaat nog een brief aan zijn geestelijke zoon Timotheüs. Om hem te bemoedigen in de dienst van het Woord in de stad Efeze. Een van de bemoedigingen is dat hij Timotheüs wijst op de opstanding van Christus. Volgens Paulus heeft Hij toen de dood tenietgedaan.
We zullen het woord ”dood” in deze tekst mogen nemen in de breedste zin van het woord. We weten vanuit het Woord van God dat er drie vormen van de dood zijn. Allereerst is er de lichamelijke dood, de scheiding van lichaam en ziel op het moment dat ons leven ten einde komt. Dan is er de geestelijke dood, ons van God vervreemd zijn door onze betrokkenheid bij Adams zondeval in het paradijs. En dan is er de eeuwige dood, het van God gescheiden zijn in de eeuwige verlorenheid. Alle drie de vormen van de dood kwamen door de zonde in de wereld. Ze waren vreemd aan de goede schepping van God.
Paulus schrijft dat door de opstanding van Christus de dood tenietgedaan is. Door het wonder in de hof van Jozef van Arimathea kunnen geestelijk dode zondaren opstaan tot een nieuw leven. Door de gave van de gerechtigheid van Christus kunnen zij voor God bestaan en wordt de poort naar de hel voor hen gesloten. De lichamelijke dood wordt door de opstanding van Christus voor Gods kinderen een doorgang naar het eeuwige leven en bij Zijn wederkomst de bron van hun opstanding in heerlijkheid.
Dit onverderfelijke leven, in de diepste zin van het woord, wordt volgens Paulus aan het licht gebracht door het Evangelie. Hij mag het ter bemoediging doorgeven aan Timotheüs en die mag het blijven verkondigen in de gemeente van Efeze. Dit is een hechte troost voor allen die in Christus geloven.
Is dit ook een troost voor ons? Zijn wij al door een waar geloof aan Christus verbonden? Wie dat niet is, hoort in deze tekst hoe het met hem is en wat hem te wachten staat. Ook deze tekst drijft ons uit tot Christus. Hij wil deel geven aan de kracht van Zijn opstanding. Wie dat te beurt valt, ervaart dat de drievoudige dood in zijn leven totaal van karakter verandert. Door Gods genade bloeit het nieuwe leven op en gaan we leven in gemeenschap met de Heere. Onze zonden worden ons vergeven en ons leven wordt geheiligd door de Heilige Geest. De zekerheid dringt door dat hoewel we de hel hebben verdiend, God voor ons de hemel en de nieuwe aarde heeft bereid. En als het moment aanbreekt dat we alles moeten loslaten, zullen we ervaren dat er Eén is Die ons vasthoudt en voor eeuwig Thuishaalt. Zullen ook wíj delen in deze genade van de Heere? Wie in Christus gelooft, heeft eeuwig leven.