Verslaggeving kan reporter in Oekraïne leven kosten
Hoe gevaarlijk is Oekraïne voor journalisten? In het land sneuvelden afgelopen weken verschillende reporters. Oorlogsfotograaf Eddy van Wessel: „Ik sliep in mijn hotel in de zwaar gebombardeerde stad Charkiv bewust niet aan de raamkant.”
Rondom zijn hotel in Charkiv zag Eddy van Wessel in puin geschoten gebouwen. De stad in het noorden van Oekraïne is een van de meest bestookte plekken van het land. „Dagelijks vielen daar zo’n honderd bommen”, zegt de 57-jarige oorlogsfotograaf, momenteel in Nederland.
Hij werkte negen dagen in Charkiv en bivakkeerde ook in Kiev en de zuidelijke havenstad Mykolajiv.
Zeker in Charkiv dreigde het gevaar van alle kanten. „Ik verbleef daar in het laatste nog geopende hotel. Bewust koos ik geen kamer aan de raamkant. Daar loop je na een raketaanval het meeste risico geraakt te worden door rondvliegend glas. Ik sleepte mijn matras naar de badkamer, waar ik meer beschutting had dan in de slaapkamer. Je moet toch ergens even je hoofd neerleggen.”
Van Wessel, die dertig jaar ervaring heeft als oorlogsfotograaf, weet wanneer hij op zijn hoede moet zijn. „In Charkiv gooiden de Russen een bom op de stadsverwarming, die verbonden was met een dikke gaspijp. Er ontstond een vuurzee. Je moet er dan rekening mee houden dat daar even later nog een bom valt, zeker als het beoogde doelwit nog niet helemaal is verwoest. Dan is het van belang dat je daar niet te dicht in de buurt komt.”
Wereldwijd zijn de journalistieke schijnwerpers al ruim een maand gericht op het strijdtoneel in Oekraïne. Veel reporters werken vanuit Lviv, een relatief veilige stad in het westen van Oekraïne. Ook in Kiev doen journalisten verslag van de oorlog. Een van de weinige Nederlandse reporters in de Oekraïense hoofdstad is Hans-Jaap Melissen, onder meer actief voor Trouw en EenVandaag.
Oorlogsverslaggeving in Oekraïne kan je je leven kosten. Sinds de inval van de Russen moesten vijf reporters hun werk met de dood bekopen. Dat stelt RSF (Reporters Sans Frontières, Verslaggevers Zonder Grenzen), een non-gouvernementele organisatie (ngo) die journalisten in conflictgebieden helpt. De Oekraïense procureur-generaal Iryna Venediktova repte afgelopen weekend zelfs van twaalf omgekomen journalisten.
Zeker in door de Russen bezette gebieden in het oosten van Oekraïne lopen westerse journalisten gevaar, zegt Ruth Kronenburg. Ze is directeur van Free Press Unlimited, een ngo die journalisten en mediaorganisaties wereldwijd helpt bij het verspreiden van „onafhankelijke, betrouwbare en tijdige informatie.”
Ontvoerd
De zwaar gebombardeerde zuidelijke havenstad Marieopol is „levensgevaarlijk” terrein, geeft Kronenburg aan. „Zelfs voor doorgewinterde oorlogsverslaggevers zijn de omstandigheden daar bar en boos.”
Verhalen en foto’s van Mstyslav Chernov en Evgeniy Maloletka, twee fotojournalisten van het Amerikaanse persbureau Associated Press, gingen afgelopen weken de wereld over. Ze leverden vanuit het belegerde Marioepol iconische beelden van een gebombardeerde kraamkliniek. Het duo vertelde dat de Russen hen te grazen wilde nemen. Door zich te vermommen in ziekenhuiskledij wisten de twee journalisten met hulp van Oekraïense militairen de kapotgeschoten stad te ontvluchten.
Riskant voor verslaggevers is het niet alleen in het oosten van Oekraïne, zegt Kronenburg. „Ook elders in het land kan het behoorlijk gevaarlijk zijn. Wij vernemen dat er gericht op journalisten geschoten wordt, ondanks dat een auto herkenbaar is als persvoertuig. Dat overkomt zowel Oekraïense als buitenlandse verslaggevers.”
Russische bezetters pleegden de eerste maand van de oorlog 148 misdaden tegen journalisten, meldt het Institute of Mass Information, een Oekraïense „onafhankelijke, niet-commerciële” ngo. Niet alleen kwamen vijf verslaggevers om, er raakten er ook zeven gewond. Bovendien is een zestal journalisten ontvoerd dan wel vermist. Verder beschoten de Russen tien tv-zendmasten. Ook moesten zeventig regionale media hun werk staken na bedreigingen van Russische zijde, zo meldt de Oekraïense organisatie.
Binnen het Russische leger zijn lijsten met daarop namen van journalisten in omloop, weet Kronenburg. „Uit meerdere bronnen hoor ik dat ontvoerde verslaggevers gedwongen werden artikelen te ontkennen of een Rusland-gezind verhaal op te schrijven. Poetin, met zijn propagandamachine, wil geen berichten die niet in zijn strategie passen.”
Celstraffen
Westerse journalisten opereren, logischerwijs, voornamelijk in een Oekraïne-gezinde omgeving. Bestaat het risico dat ze te veel aan de leiband van de Oekraïense overheid lopen? Kronenburg: „In oorlogstijd bedienen alle strijdende partijen zich van propaganda. Westerse oorlogsverslaggevers zijn denk ik goed in staat beide kanten van een verhaal te bekijken.”
Journalisten kunnen in Oekraïne in de cel belanden als ze gevoelige militaire informatie publiceren, kondigde de Oekraïense regering recent aan. Wordt de pers niet alleen in Rusland, maar ook in Oekraïne gemuilkorfd? „Het is oorlogstijd ”, reageert Kronenburg. „Ik ben er niet voor dat Oekraïne journalisten dreigt met celstraffen als ze bepaalde informatie publiceren. Tegelijk snapt elke verslaggever dat Oekraïne er bezwaar tegen heeft dat de vijand wijzer gemaakt wordt door een perspublicatie. Dat media in Oekraïne zwaar gemuilkorfd worden, zul je mij niet horen zeggen. Al weet ik dat Oekraïne niet voorop loopt wat betreft persvrijheid. Niet voor niets steunden we voor de oorlog al onafhankelijke media in dat land.
Maar ik wil duidelijk zijn: Rusland, de grote agressor, verdraait aan alle kanten de waarheid. Moskou stuurt Russen naar het oosten van Oekraïne. Die moeten daar zogenaamd de Russische militairen juichend begroeten. Zo moet de indruk worden gewekt dat Oekraïners blij zijn met de Russische invasie.”
In Oekraïne wil Free Press Unlimited verslaggevers met raad en daad bijstaan. Zo stelt de organisatie kogelwerende vesten en helmen beschikbaar en helpt ze journalisten aan VPN-codes, zodat zij onbespied het internet op kunnen.
Jachtvliegtuig
Oorlogsfotograaf Eddy van Wessel was actief in tal van brandhaarden. Hij legde onder meer in Tsjetsjenië, Irak, Syrië en Afghanistan oorlogsleed vast. Meermalen won hij de Zilveren Camera, een prestigieuze fotoprijs.
Tien jaar geleden trok hij op met het Vrije Syrische Leger. In de Syrische stad Aleppo moest hij schuilen voor kogels. „Je leert dan dat een jachtvliegtuig even tijd nodig heeft om een cirkel te maken om terug te keren voor een volgend bombardement. In die tussentijd kun je een betere schuilplek zoeken. Je komt er achter dat een betonnen muur kogels wél tegenhoudt, maar een gewone muur meestal niet.”
In de loop der jaren ontwikkelde Van Wessel „intuïtie” om risico’s in te schatten. „In Syrië dreigde voortdurend het gevaar om ontvoerd te worden. Dus als Syriërs me bij een bushalte een lift aanboden, probeerde ik in te schatten of mensen de waarheid spreken. Als een man die sieraden draagt, beweert dat hij op weg is naar mensen van IS, krijg ik argwaan. Want bij IS zijn sieraden uit den boze. Vergelijk het met iemand die een Feyenoord-sjaal draagt en zegt Ajax-fan te zijn.”
Oorlogsgruwelen kwamen afgelopen maand dichtbij. Van Wessel keek rond in een mortuarium in de Oekraïense havenstad Mykolajiv. Daar trof hij vijftig lichamen van gesneuvelde Oekraïense soldaten. Soms verhuld door een zak, soms ook niet. „Een moeder huilde hartverscheurend bij het lichaam van haar zoon. Ze vroeg me foto’s van hem te maken. „Dit moet de wereld zien”, liet de vrouw weten.”
Wat drijft Van Wessel, getrouwd en vader van drie kinderen? Waarom vertrekt hij binnenkort waarschijnlijk weer naar Oekraïne? „Ik ben fel anti-oorlog. Telkens verbaas ik me er over dat een paar leidslieden, soms zelfs door het volk gekozen, hun macht op weerzinwekkende wijze misbruiken en talloze mensen in ellende storten. Ik was er getuige van hoe in Charkiv bommen vielen op een rij burgers, wachtend op voedingsmiddelen. Ik zag een jongeman die stond te blauwbekken met een kalasjnikov in zijn hand, terwijl hij liever bezig was met zijn architecten-opleiding. Ik merkte dat de Russen alles aan puin schoten, en dat het ze niet uitmaakt of daarbij burgers sterven. Met mijn foto’s wil ik de wereld de waanzin van oorlog laten zien.”