Gedragen kleding wint iets terrein bij RD-lezer
Bijna één op de vijf RD-lezers (18 procent) draagt vaak of bijna altijd tweedehands kleding. Dit blijkt uit het duurzaamheidsonderzoek dat het Reformatorisch Dagblad begin dit jaar onder lezers heeft laten uitvoeren.
In 2015, toen eveneens een duurzaamheidsenquête onder lezers werd gehouden, lag dit percentage nog op ruim 15 procent. Er lijkt dus sprake te zijn van een lichte toename van mensen die gedragen kleding in hun garderobe hebben hangen.
De redenen om gebruikte kleding te dragen zijn divers. De meeste respondenten (36 procent) geven nu aan dat duurzaamheid hier een belangrijke reden voor is. In 2015 droeg 27 procent van de geënquêteerden dit nog als argument aan.
Van het zomaar of snel weggooien van kleding willen veel ondervraagden dan ook niets weten. Een lezer stelt zelfs kleding net zo lang te dragen totdat die „versleten” is. Een ander zegt: „We doen vaak jaren met onze kleding. Wat we echt niet meer gebruiken maar nog wel goed is, geven we aan bekenden, de kledingbank of de kringloopwinkel.”
Ruim een kwart van de lezers (26 procent) laat weten (mede) vanuit christelijke matigheid tweedehandskleding te dragen. Een respondent zegt in dit verband: „Mode zou geen item van gesprek mogen zijn. Helaas is dit onderwerp in onze gezindte erg belangrijk.” In 2015 noemde 22 procent van de achterban christelijke matigheid als reden.
Het kostenaspect wordt door 24 procent van de respondenten als verklarende factor genoemd. Opvallend: in 2015 lag dit percentage nog op 32 procent en was dit daarmee de reden die door de meeste lezers werd aangedragen. Een reactie luidt: „Vaak is tweedehandskleding nog mooi, en met een gezinnetje scheelt het toch in de portemonnee. Mooi om kleding zo nog te hergebruiken.” Een andere lezer denkt er hetzelfde over: „Ik krijg voor de twee jongens veel tweedehandskleding; ideaal! Dat scheelt in de kosten.”
Het percentage dat (mede) uit familiegewoonte tweedehandskleding is licht gedaald: van 14 procent in 2015 naar 12 procent in 2022. Het minst gehoorde argument is het gebrek aan financiële middelen. In 2015 gaf 4 procent dit als reden op, in 2022 was dat 2 procent.
Net als zeven jaar geleden laat 47 procent van de achterban weten nooit tweedehands kleding te dragen. Dit wil niet zeggen dat mensen niet bewust met kleding omgaan. Zo laten sommige respondenten weten dat ze kleren, hoewel ze die veelal nieuw kopen, wel lang blijven gebruiken. Een lezer zegt hierover: „Ik koop kwalitatief goede kleding, die vaak wel tien jaar meegaat.” Ook persoonlijke motieven kunnen meespelen in de keuze om „nooit” tweedehandskleding te dragen. Zo meldt een respondent: „Ik heb in de jaren vijftig en zestig genoeg tweedehands kleding moeten dragen voor mijn hele leven.”
Dat mensen wat bewuster omgaan met (het kopen) van kleding blijkt eveneens uit het feit dat 22 procent van de lezers bijna altijd of vaak zegt te letten op de herkomst van kleding. In 2015 zei 18 procent erop te letten of er geen mensen zijn uitgebuit bij het maken van kleding.