Directeur Attila Daray van stichting Dorcas in Roemenië zag de afgelopen weken duizenden vluchtelingen uit Oekraïne zijn land binnenkomen. „Af en toe was het een gekkenhuis hier”, zegt hij in zijn kantoor in de stad Cluj-Napoca.
U bent net terug van een rondreis door het noorden van Roemenië. Wat was uw indruk?
„Roemenië heeft een lange grens met Oekraïne. Ik heb enkele grensovergangen tussen Roemenië en de Oekraïne bezocht. Bij de meest noordelijk gelegen grenspost kwamen veel etnische Hongaren de grens over, bij de oostelijker gelegen posten vrijwel allemaal Oekraïners. Ik hoorde schrijnende verhalen van vluchtelingen die vertelden hoe hun gezinnen uit elkaar vielen. Zoals bekend mogen mannen in de leeftijd van 18 tot 60 jaar het land niet verlaten, tenzij zij kunnen aantonen dat ze vader zijn van tenminste drie kinderen.
Ik zag de vluchtelingen die over de grens kwamen, veranderen. De eersten die aankwamen, waren er nog relatief goed aan toe. De Oekraïners die nu arriveren, komen uit meer uit het oosten van Oekraïne. Ze zijn er slechter aan toe, moe, gedesillusioneerd en berooid.”
Wat kan Dorcas doen voor de Oekraïense vluchtelingen in Roemenië?
„We hebben contacten met christelijke gemeenten in Roemenië en die doen er alles aan om Oekraïense vluchtelingen onderdak te bieden. Kerkgebouwen, scholen, verenigingsgebouwen: alles wordt ingericht als noodopvang.
In het begin ging het vaak om het leveren van matrassen en beddengoed, maar nu draait het om de eerste levensbehoeften: kleding en voedsel. Aanvankelijk dachten wij dat het om tijdelijke opvang ging, maar ik vrees dat wij ons moeten instellen op langdurige opvang. De vluchtelingen geven ook steeds meer aan dat zij het liefst willen doortrekken naar West-Europa. Zo nodig helpen we ze verder te trekken.”
Krijgen sommige groepen vluchtelingen voorrang boven andere in de hulpverlening?
„Nee absoluut niet,” zegt Attila gedecideerd. „We bieden bij Dorcas zonder enige discriminatie hulp aan iedere hulpbehoevende. Het maakt mij niet uit of die Hongaars, Russisch, Oekraïens is of van welk geloof. Ik kijk niet als politicus, maar als hulpverlener. Nee, ik heb geen zin mee te doen met het uitvergroten van spanningen tussen de bevolkingsgroepen. In sommige Roemeense kranten werd dat vuurtje van etniciteit weer eens opgestookt.
Ik zou graag een wat meer gecoördineerde aanpak in de hulpverlening zien. Maar ja, je kunt hier geen West-Europese standaarden dwingend opleggen.”