De hindoe-extremisten slaan zo hard op ds. Sanjay Kumar in, dat hij kort zijn bewustzijn verliest. Ze beschuldigen de Indiase predikant ervan dat hij met geld een familie probeert te bekeren tot het christendom. Het gezin ontkent, maar dat weerhoudt de uitzinnige groep er niet van Kumar af te ranselen tot hij erbij neervalt.

Nadat hij weer bij kennis komt, blijkt dat de extremisten hem zijn Bijbel hebben ontnomen. De pastor smeekt de aanvallers die terug te geven. „Hun afranseling deed me niet zoveel pijn als het afpakken van mijn Bijbel”, aldus ds. Kumar tegen Morning Star News. De smeekbede haalt echter niets uit. Al snel lekken vlammen gretig aan de Bijbel. „Ik heb jouw Jezus in brand gestoken”, roept een van de daders spottend.

Het incident, dat begin dit jaar plaatsvond in de noordelijke deelstaat Haryana, is slechts een van vele voorbeelden van hindoe-extremistisch geweld tegen christenen. In 2021 vonden er ten minste 505 incidenten plaats. Dat blijkt uit recente cijfers van de Evangelical Fellowship of India (EFI), een koepelorganisatie waarbij duizenden kerken zijn aangesloten.

„Een nachtmerrie”, noemt ds. Vijayesh Lal het afgelopen jaar. Hij is verantwoordelijk voor het jaarlijkse rapport over christenvervolging in India dat de EFI uitbrengt. Niet eerder registreerde de Indiase predikant zoveel incidenten.

En dan zit de commissie met 505 incidenten nog aan de voorzichtige kant, zegt ds. Lal. „Veel geweld blijft onder de radar. Doordat het plaatsvindt in afgelegen gebieden, of omdat de slachtoffers zich niet durven uit te spreken uit angst voor wraakacties.”

De agressie tegen christenen krijgt op verschillende manieren vorm. Bedreiging en intimidatie kwamen met 137 gevallen het meest voor, blijkt uit het rapport. Op de tweede plek staat fysiek geweld met 84 incidenten, op de voet gevolgd door arrestaties op grond van valse aanklachten (81). De eredienst in kerken werd in 65 gevallen onderbroken of gedwongen te stoppen, 5 kerken werden vernield. Drie Indiase christenen werden vermoord vanwege hun geloof.

Noodnummer

Het geweld tegen christenen in India zit duidelijk in de lift, ziet ds. Lal. Vóór 2015 registreerde hij maximaal 200 incidenten per jaar. Drie jaar later waren dat er al ruim 300 en inmiddels is de teller de 500 gepasseerd. „Het valt niet te ontkennen dat de vervolging is toegenomen”, zegt Lal.

Ook Christian United Forum (UCF) signaleert een toename in het aantal incidenten. De organisatie verzamelt de gegevens via een telefonische hulplijn. In 2019 documenteerde UCF 328 incidenten, vorig jaar steeg dat aantal naar 505. UCF noemt 2021 het „meest gewelddadige jaar in de Indiase geschiedenis” voor christenen.

De organisatie heeft in 2015 een noodnummer in het leven geroepen dat christenen 24/7 kunnen bellen als ze te maken hebben met vervolging. De slachtoffers krijgen vervolgens hulp, bijvoorbeeld bij het doen van aangifte. Inmiddels is het noodnummer breed bekend onder christenen, zegt woordvoerder A. C. Michael. Vorig jaar beantwoordde het team van de prominente mensenrechtenactivist ruim 1300 telefoontjes.

Bedreiging

Met name de bewering dat christenen –en moslims– op grote schaal hindoes zouden bekeren, moedigt het geweld aan, stelt zowel Michael als ds. Lal. Verschillende deelstaten namen in het achterliggende jaar wetten aan die frauduleuze bekeringen moeilijker moeten maken, maar in feite gericht zijn tegen religieuze minderheden.

Volgens nationalistische hindoes ligt de oorzaak van het geweld bij christenen zelf. „Het is geen aanval, het is reageren op een daad,” verklaart Amit Sahu tegen nieuwsdienst CSMonitor. Hij is jeugdleider binnen de huidige hindoe-nationalistische regeringspartij BJP. Volgens Sahu zijn de vermeende bekeringen een bedreiging voor de Indiase samenleving, waarvan het merendeel hindoe is. „Wij zullen alles doen om onze religie te beschermen.”

De christelijke activist Michael wijst erop dat van massale en frauduleuze bekeringen helemaal geen sprake is. Tekenend is volgens hem de deelstaat Odisha waar al ruim vijftig jaar een antibekeringswet van kracht is, maar nog nooit niemand op grond daarvan is veroordeeld.

Tegenstelling

Met name nationalistische politieke partijen spinnen garen bij de verdeeldheid, zegt Michael. Om het zadel te blijven of om stemmen te winnen, wordt een vermeende vijand in het leven geroepen. Ook de huidige regeringspartij doet daaraan mee.

Wat ds. Lal grote zorgen baart, is dat haat in de samenleving normaal is geworden. „Zelfs voor mensen in hoge posities, zoals ministers en gouverneurs. Wanneer personen op zulke belangrijke posten minderheden wegzetten, dan wordt die haat heel snel genormaliseerd.”

Koud

Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de deelstaten waar nationalistische partijen aan het roer staan, de cijfers het hoogst zijn. Uttar Pradesh voert volgens de cijfers van de EFI de lijst aan met een recordaantal van 129 gevallen, gevolgd door Chhattisgarh (74), het naburige Madhya Pradesh (66) en Karnataka in het zuiden met 48 incidenten. In de deelstaten waar een aanzienlijk deel van de bevolking christelijk is, zoals in Kerala, zijn bij de EFI geen gevallen bekend.

Uit de gegevens van de EFI blijkt ook dat christenen het kwetsbaarst waren voor aanvallen in de tweede helft van het jaar, vooral in de maanden augustus tot december. „Het kerstseizoen”, noemt ds. Lal dat. Richting de christelijke feestdag in december neemt het geweld vaak toe. „Een manier om christenen op hun plek te zetten.”

Het toegenomen geweld laat Indiase christenen niet koud, ziet Michael. „Vervolging is niet nieuw voor ons, maar de angst neemt wel toe. Christenen durven zich soms niet langer kenbaar te maken als zodanig.”

Voor predikant Lal komt het niet als een verrassing. „De Bijbel maakt ons duidelijk dat we met vervolging te maken krijgen. Maar ons geloof geeft ons de kracht. De poorten van de hel zullen de christelijke kerk niet overweldigen.”