De strijd in Oekraïne en de sancties tegen Rusland zorgen voor stijgende voedselprijzen op de wereldmarkt. Op de internationale graanbeurzen is de notering voor tarwe in drie weken met 35 tot 40 procent gestegen. Politici maken zich opeens zorgen over voedselzekerheid, ook in Nederland.
Wie een paar maanden geleden had gewaarschuwd voor het risico op honger in Europa, was wat meewarig aangekeken. Hoezo honger? Voedselzekerheid, dat was een onderwerp uit de begintijd van de Europese samenwerking, kort na de Tweede Wereldoorlog. Een meer dan succesvol landbouwbeleid leidde daarna tot grote overschotten. Zuivel en vlees werden gedumpt op de wereldmarkt. Er moest een reeks hervormingen aan te pas komen om daar een eind aan te maken.
Tegenwoordig heeft het Europees landbouwbeleid andere prioriteiten. In de nieuwste versie –afgelopen najaar vastgesteld– ligt de nadruk op vergroening en verduurzaming. Voedsel hebben we in overvloed, zeker in Nederland, de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld. Toch?
De werkelijkheid ligt genuanceerder. Voedsel moet worden verbouwd, geoogst, verhandeld, vervoerd en soms bewerkt voordat het zijn weg vindt naar de eindafnemers. Bovendien is voedsel beperkt houdbaar en daarom zijn voorraden vaak niet al te ruim. En van de Nederlandse export is een groot deel doorvoer. Voor sommige producten, zoals rundvlees en graan om brood van te bakken, is Nederland van import afhankelijk.
Graanmarkt
De aanloop naar de oorlog in Oekraïne en de uiteindelijke Russische inval leidden tot een nerveuze stemming op de internationale graanbeurzen. De noteringen voor tarwe zijn vanaf half februari met 35 tot 40 procent gestegen.
Woensdag hielden de Europese landbouwministers een ingelaste digitale vergadering naar aanleiding van de crisis. De Nederlandse minister Henk Staghouwer sprak na afloop sussende woorden. „Ik voorzie geen schaarste”, zei hij.
Anderen waren minder gerust. De Franse voorzitter Julien Denormandie nam de term „voedselsoevereiniteit” in de mond, wat zoiets betekent als zélf zorg dragen voor de Europese voedselvoorziening. Volgens hem is dat „noodzakelijk om de voedselzekerheid te waarborgen in tijden van crisis.”
Sommige lidstaten willen braakgelegde gronden weer in productie nemen. En Europees landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski wil de boer-tot-bordstrategie opnieuw tegen het licht houden. Dit kindje van de Nederlandse vicevoorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans, moet ervoor zorgen dat in 2030 een kwart van de Europese landbouw biologisch is. Wojciechowski wil bekijken of de Europese burgers daarbij niet met voedseltekorten te maken kunnen krijgen.
Havens
Oekraïne heet de graanschuur van Europa. Samen met Rusland is het land goed voor 29 procent van de wereldwijde tarwe-export, becijferde de Amerikaanse Universiteit van Illinois. Die uitvoer ligt momenteel nagenoeg stil. Oekraïense havens zijn afgesloten, Rusland kan door de sancties moeilijk betaald worden. Volgens een prognose van het Russische analysebureau Sovecon, aangehaald door het agrarische vakblad Nieuwe Oogst, moet Oekraïne van de in 2021 geoogste tarwe nog 6 miljoen ton aan buitenlandse klanten leveren. Rusland heeft tot eind juni nog 7 tot 7,5 miljoen ton voor export beschikbaar. Belangrijke klanten van beide landen zijn onder meer Egypte en Turkije. Die proberen nu extra tarwe uit Europa te kopen.
Een door Nieuwe Oogst geciteerde graanmakelaar voorziet dat de oorlog lange tijd invloed zal hebben op de markt. Op de termijnmarkten zijn ook de noteringen voor tarwe van oogst 2022 –let wel, tarwe die soms nog gezaaid moet worden– naar recordhoogte gestegen. Niemand weet of boeren in Oekraïne dit jaar hun gewassen wel kunnen verzorgen.
Naast tarwe zijn Rusland en Oekraïne ook grote exporteurs van mais, gerst en plantaardige olie. De crisis zal dan ook zeker doorwerken in de wereldwijde voedselprijzen. Die stegen vorig jaar al met gemiddeld 28 procent, volgens de FAO, de voedselorganisatie van de Verenigde Naties. Oorzaken waren de coronapandemie, de verstoring van logistieke stromen en extreme weersomstandigheden.
Economen van de Rabobank hintten vrijdag in een rapport al op een stevige recessie in Europa. Ons werelddeel is kwetsbaarder voor de oorlog dan andere grote economieën. Dit vanwege de afhankelijkheid van import uit Rusland en Oekraïne van een hele reeks grondstoffen. Naast voedsel gaat het onder meer om kunstmest, aluminium, palladium en nikkel. En natuurlijk om aardgas en olie, die voorlopig nog wél geleverd worden.
Inflatie
Veel zal volgens de bank afhangen van verdere strafmaatregelen tegen Rusland. Het lijkt intussen wel zeker dat de inflatie toeneemt en dat de economische groei voor langere tijd onder druk zal staan. De hoge energie- en grondstoffenprijzen komen op het bordje van de consument terecht, die daardoor de hand op de knip gaat houden. Bovendien worden mensen nog voorzichtiger als de beschikbaarheid van essentiële zaken als voedsel en energie onzeker wordt.
Het rapport kijkt ook naar het verleden. Na de oliecrises van 1973 (Yom Kippoer-oorlog) en 1979 (Iraanse revolutie) kampte Europa met diepe recessies. En toen in 2010 de Russische tarweoogst door een hittegolf eenderde lager uitpakte, kwamen er voedseltekorten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika die op hun beurt de aanzet gaven tot de Arabische Lente.