Kerk & religieGereformeerde Bond

Omvang Gereformeerde Bond „dramatisch” gedaald – of toch niet?

De vorming van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in 2004 heeft voor de omvang van de Gereformeerde Bond (GB) „dramatische” gevolgen gehad, stellen drie onderzoekers. Tot 2015 zou de aanhang met zo’n 40 procent zijn verminderd. De Bond plaatst echter kanttekeningen bij de studie.

1 March 2022 14:24
De hervormde Singelkerk in Ridderkerk. beeld Sjaak Verboom
De hervormde Singelkerk in Ridderkerk. beeld Sjaak Verboom

De onderzoekers J. Rouwendal, F. J. Wagenaar en M. Wijma publiceerden dinsdag in Theologia Reformata, het wetenschappelijke theologische tijdschrift van de GB, het artikel ”De grootte van de Bond. De getalsmatige ontwikkeling van de Gereformeerde Bond (1973-2015)”. Rouwendal is hoogleraar economie in Amsterdam, Wagenaar deed eerder onderzoek naar de ruimtelijke ontwikkeling van de GB en Wijma promoveerde vorige maand op een studie naar de ledentalontwikkeling van gereformeerde kerkverbanden in Nederland.

Het blijkt lastig om de omvang van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) precies te bepalen, stellen de auteurs in hun artikel. De Bond, opgericht in 1906 in de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK), is een vereniging en geen kerkgenootschap met een jaarboek waarin ledentallen staan. De onderzoekers maken gebruik van twee bronnen: de informatie over het aantal leden van plaatselijke gemeenten van de NHK en later de PKN, en de informatie uit het jaarlijkse adressenboekje van de GB. In die boekjes staan de namen van predikanten en hun adressen vermeld, waardoor het mogelijk wordt om predikanten die lid zijn van de Bond, of daarmee verwant zijn, te koppelen aan plaatselijke gemeenten.

Aan die methode zitten wel haken en ogen, erkennen de auteurs. „De door ons gevolgde methode leidt ertoe dat van het ene jaar op het andere grote verschillen kunnen ontstaan in het totaalaantal leden dat aan de Bond wordt toegekend. Zo is het mogelijk dat een gemeente waar doorgaans enkele Bondspredikanten staan gedurende een jaar een vacature heeft op zo’n predikantsplaats. Dan valt het aantal door ons aan de Bond toegekende leden in dat ene jaar flink terug, om weer te stijgen nadat de vacature is opgevuld.” Maar over meerdere jaren biedt deze methode een betrouwbaar beeld van de ontwikkeling van de omvang van de Bond, vinden de onderzoekers.

Katwijk

De Gereformeerde Bond groeide volgens hen vanaf het begin van de twintigste eeuw „vanuit het niets” naar een aanhang van meer dan een half miljoen mensen in de jaren zeventig. Geograaf Hans Knippenberg becijferde dat de Bond in de periode tussen 1971 en 2003 een steeds belangrijkere positie binnen de NHK kreeg: terwijl in 1971 ongeveer 20 procent van de leden zich tot de GB rekende, groeide dit aandeel volgens hem tot 31 procent in 2003. Ook het aantal predikantsplaatsen (van 316 naar 463) en het aantal gemeenten (van 255 naar 334) groeiden, terwijl het totale ledental van de NHK sterk afnam.

Het ligt volgens Rouwendal, Wagenaar en Wijma voor de hand om een verband te leggen met de „afbrokkeling” van de Confessionele Vereniging in de NHK, die eraan bijdroeg dat sommige confessionele gemeenten geleidelijk opschoven naar de Bond. „Het bekendste voorbeeld is Katwijk aan Zee.”

De „bescheiden” groei van de GB ging na 1990 over in een langzame daling, maar die was veel beperkter dan die van de NHK als geheel. „Dit beeld is echter totaal veranderd in de afgelopen twintig jaar”, schrijven Rouwendal, Wagenaar en Wijma. Toen de NHK, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in 2004 samengingen in de PKN, verlieten naar schatting ruim 50.000 „trouwe kerkgangers” de GB om de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) te vormen. „Naast het directe verlies in aanhang van de Bond betekende dit waarschijnlijk dat in een aantal gemeenten, na het uittreden van degenen die tegen de fusie waren, de balans doorsloeg naar een andere modaliteit.”

De vorming van de HHK verklaart volgens hen dus slechts voor een deel de daling van de GB-aanhang. „Waarschijnlijk leidde in een aantal gemeenten het vertrek van een deel van de leden naar de HHK tot wat andere verhoudingen, die resulteerden in de keuze van een predikant van een andere kleur.”

De vorming van de PKN heeft voor de aanhang van de Bond „dramatische” gevolgen gehad, stellen de auteurs. Sindsdien onderscheidt het ledenverloop van de GB zich veel minder dan voorheen van de rest van de PKN. Vanaf 2005 daalt zowel het aantal Bondsgemeenten als hun ledental. „Die ontwikkeling is dramatisch: tussen 2003 en 2015 vermindert de aanhang van de GB met zo’n 40 procent.” De Bond vertegenwoordigt naar schatting ruim 300.000 mensen.

De onderzoekers spreken van een „ingrijpende ontwikkeling”: de neergang van de GB verloopt veel sneller dan destijds die van de Gereformeerde Kerken in Nederland. „Op de stormachtige opmars van Bonders in de eerste helft van de twintigste eeuw volgt honderd jaar later een snelle afmars waarvan het einde nog niet in zicht is.”

De auteurs geven bij de cijfers geen inhoudelijke reden van de daling. Ze verwijzen wel naar onder meer een theorie van de Amerikaanse godsdienstsociologen Rodney Stark en Roger Finke over religieuze denominaties die krimpen omdat ze „qua levensstijl en leer weinig spanning opleveren met de omringende maatschappij.”

Opmerkelijk

De auteurs van het artikel in Theologia Reformata maken ook een vergelijking met de groei en krimp van gereformeerde kerkverbanden in Nederland. De aanhang van de GB daalde volgens hen tussen 1973 en 2003 met 4 procent en tussen 2005 en 2015 met maar liefst 28 procent. De Christelijke Gereformeerde Kerken bijvoorbeeld, groeiden tussen 1973 en 2003 met 4 procent en krompen tussen 2005 en 2015 met 1,5 procent. De Gereformeerde Gemeenten groeiden tussen 1973 en 2003 met ongeveer 45 procent en tussen 2005 en 2015 met 4 procent. De verschillen tussen deze kerkverbanden en de GB zijn „opmerkelijk” groot. „Het verschil in ontwikkeling van ledentallen is zo substantieel, dat het niet alleen aan lagere geboortecijfers in de kring van de Bond kan worden toegeschreven.”

Het enige gereformeerde kerkverband dat qua omvang en ontwikkeling van ledental enigszins in de buurt komt van het beeld van de GB zijn de Gereformeerde Kerken in Nederland, schrijven de drie onderzoekers. Die verloren tussen 1973 en 2003 ruim een kwart van hun leden en gingen daarna op in de PKN. „Het verlies in aanhang van de GB in het ene decennium tussen 2005-2015 was dus groter dan dat van de Gereformeerde Kerken in de drie decennia tussen 1973 en 2003 samen die allerwegen als dramatisch werd beschouwd!” Bij de GB is er sprake van „een krimp die in gereformeerd kerkelijk Nederland zijns gelijke niet kent.”

Zegen

P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, zegt dat hij „niet zo veel” kan met de insteek, uitvoering en uitkomst van het onderzoek van Rouwendal, Wagenaar en Wijma. „De auteurs geven zelf aan dat hun benadering onvolkomen is. De inhoud van het adressenboekje van de Gereformeerde Bond is op geen enkele wijze bedoeld als indicator voor de omvang van de ‘aanhang’ van de Gereformeerde Bond. Overigens spreken we zelf nooit over onze aanhang of achterban, maar gaat het om onze missie in de kerk, onze inzet dat de kerk zich gebonden weet aan de gereformeerde belijdenis. Overal waar dit plaatsheeft, in stilte of publiek, is dat zegen van God.”

Vergunst zet dan ook vraagtekens bij de stelling dat de aanhang van de Gereformeerde Bond tussen 2003 en 2015 met 40 procent daalde en de neergang groter is dan die van de voormalige Gereformeerde Kerken in Nederland. „Dat geloof ik zeer beslist niet.”

De cijfers zijn „schokkend” als er gesproken wordt van „een krimp die in gereformeerd kerkelijk Nederland zijn gelijke niet kent”, aldus Vergunst. „Als dit waar is, slaap ik de komende maand heel erg slecht. De onderzoekers verdisconteren niet dat de Gereformeerde Bond een vereniging is, waarvan het ledental de voorbije twintig jaar slechts licht daalde, dat hij daarnaast een beweging in de kerk is waarvan de reikwijdte niet zichtbaar is. Hoe combineer je deze schokkende cijfers met het feit dat ons weekblad De Waarheidsvriend momenteel 8 procent meer abonnees heeft dan in 2006?”

De onderzoekers spreken van een „snelle afmars waarvan het einde nog niet in zicht is.”

„Dit is taal van sociologen, zeg ik met respect voor deze wetenschap. Uiteraard sluit ik de ogen niet voor ontwikkelingen in de gemeenten, voor het opheffen van predikantsplaatsen en voor het relativeren van wat onder ons vanouds zeker was. En zeker is waar dat na 2004 veel hervormde gemeenten gehavend waren, het belijdende kader misten. En, wat de onderzoekers niet eens noemen, is uitstroom naar Mozaiek-gemeenten op diverse plaatsen aanzienlijk. We doen echter de trouw van God tekort, als dit het enige en het eerste is wat gezegd moet worden.”

Hoe speelt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in op deze ontwikkelingen?

„Ons bestuur focust vrijwel elke vergadering sterk op wat er gaande is in gemeenten, inzake het denken over ambt, Schrift, prediking, verbond en belijdenis. Vanuit deze noties bespreken we nauwgezet wat er gaande is en wat we als onze roeping vandaag zien. Een geestelijke en theologische peiling –zoals de apostel Paulus in zijn apostolische brieven ons leert– is zoveel helpender dan het trekken van vergaande conclusies op basis van een analyse van ons adresboekje.”


De Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland kampt met een tekort aan predikanten. Het Reformatorisch Dagblad maakte daar eerder onderstaande video over.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer