Openbaart onze overheid zich meer en meer als een antichristelijke macht? Onmiskenbaar hebben we nog steeds een grote vrijheid om overeenkomstig de Bijbel te spreken en te handelen. Maar evenzeer is duidelijk dat die vrijheid geleidelijk aan minder wordt. Niet alleen in Nederland, maar in heel de wereld.
Het is daarom van groot belang om die ontwikkelingen nauwkeurig te volgen en de gevaren onder ogen te zien. Wel moeten we de proporties in de gaten houden. De situatie in de westerse wereld is wezenlijk anders dan in moslimlanden of China, om over Noord-Korea maar te zwijgen.
In Duitsland hebben we de zaak-Latzel, in Finland de zaak-Räsänen en in Nederland komt er wellicht een rechtszaak tegen ds. Kort. Alle drie de genoemde zaken hebben betrekking op homoseksualiteit. Dat is niet toevallig. Op dit punt botst de Bijbel immers frontaal met de hedendaagse moraal. De vraag rijst of bepaalde Bijbelteksten waarin homoseksueel gedrag veroordeeld wordt, straks niet meer in het openbaar aangehaald mogen worden, maar hoogstens thuis en binnen de eigen kerkelijke gemeente.
Individueel recht
Nu is godsdienstvrijheid een breed begrip. Dat varieert van de persoonlijke gewetensvrijheid tot het maatschappelijk functioneren. Dat laatste betreft onder meer de vrijheid om in eigen organisaties naar je geloofsovertuiging te leven en die daar tot gelding te mogen brengen.
In het verzuilde Nederland was die vrijheid ruim. Thans staat die maatschappelijke godsdienstvrijheid duidelijk onder druk. Zeker als het gaat om homoseksualiteit. Denk maar aan de ophef rond de Gomarus Scholengemeenschap. Eerder werd de SGP gedwongen om vrouwen op haar kandidatenlijsten toe te laten. Godsdienstvrijheid ziet men tegenwoordig vooral als een individueel recht.
Verder geldt dat er veelal meer ruimte bestond voor afwijkende opvattingen dan voor afwijkende gedragingen. Aan allerlei verbodsbepalingen inzake discriminatie moest je je houden, maar daarbij bleef er ruimte om duidelijk te maken dat je het er daar vanuit je geloofsovertuiging volstrekt niet mee eens was.
In de drie bovengenoemde gevallen gaat het echter niet om daden maar om woorden, om publieke uitlatingen. Die zouden kwetsend en beledigend zijn en de andere partij een gevoel van onveiligheid hebben gegeven. Maar als dergelijke op de Bijbel gegronde uitspraken over homoseksualiteit straks ook niet meer zouden mogen, dan blijft op dit gebied alleen de strikte gewetensvrijheid over.
Dan mag je er in gedachten nog wel bezwaar tegen hebben en er eventueel met geestverwanten over spreken, maar verder niet. Het zou zelfs een probleem kunnen worden als je je kinderen in die richting opvoedt. Dat heet dan algauw indoctrinatie.
Hoe verhoudt die forse inperking zich tot de vrijheid van meningsuiting die in onze samenleving hoog genoteerd staat en ruim geïnterpreteerd wordt? Aan de ene kant (meestal aan de verkeerde kant) kan er veel, aan de andere kant steeds minder. Ook als de Bijbel in het geding is en je erop kunt wijzen dat het om standpunten gaat die nog niet zo lang geleden breed gedeeld werden.
Dat heeft ermee te maken dat in onze samenleving homoseksuele relaties volstrekt geaccepteerd zijn. Men is er trots op dat allerlei vooroordelen daarover inmiddels doorbroken zijn. Wee degene die daar tegenin durft te gaan. Dat geldt ook voor de meer recente genderdiscussie. Dat God de mens geschapen heeft als man en vrouw geldt als volstrekt achterhaald.
Lhbti’ers gelden als een kwetsbare minderheid die recht heeft op bescherming. De woke-beweging komt op voor het zwakke en onderdrukte, voor zover dat althans binnen haar progressieve opvattingen past. Verzet tegen abortus hoort daar niet bij. Het initiatiefvoorstel om homogenezing te verbieden wel.
Zo vindt men dat een kwetsbare minderheid in de publieke ruimte beschermd moet worden tegen agressieve uitlatingen. Ook tegen kritische opmerkingen die als agressief worden ervaren. Omdat de gevoelscomponent van het menselijk bestaan tegenwoordig sterk beklemtoond wordt, krijgt de beleefde werkelijkheid veel nadruk. Als mensen iets als onveilig en bedreigend ervaren, dan weegt dat zwaar. Dan moet er opgetreden worden.
Bevrijding en compassie
Overigens zal duidelijk zijn dat je deze confrontaties niet kunt duiden in termen van christenen contra de seculiere maatschappij. Onder degenen die zich christen noemen zijn er velen die al lang om zijn ten aanzien van homoseksualiteit en het binaire denken (denken in termen van man en vrouw) ingeruild hebben voor een gevarieerder mensbeeld. Dat is zeker in de westerse wereld het geval. De Bijbel biedt in hun ogen vooral een boodschap van bevrijding en compassie. Wat daar niet mee overeenkomt, geldt als cultuurgebonden. Daar kun je in deze tijd niet meer mee aankomen.
Je ziet dat ook in de brede gereformeerde gezindte. De vrijgemaakten zijn feitelijk om ten aanzien van de acceptatie van homoseksuele relaties. In de Christelijke Gereformeerde Kerken is dat duidelijk een strijdpunt geworden. In de evangelische wereld is er eveneens sprake van schuivende panelen. Het CDA stemde destijds in meerderheid tegen de invoering van het homohuwelijk. Inmiddels zijn er niet weinigen in de ChristenUnie die daar voor zijn.
De toelating van vrouwen tot de kerkelijke ambten is evenzeer vrucht van een nieuwe hermeneutiek, een anders lezen van de Bijbel. De Rooms-Katholieke Kerk houdt nog steeds vast aan haar traditionele standpunt in dezen, al denkt het grondvlak van de kerk daar heel anders over. Dat geldt trouwens ook van homoseksualiteit.
Zolang de grote RK-Kerk de wijding van vrouwen afwijst, zullen de kleine protestantse kerken die geen vrouwelijke ambtsdragers hebben wel met rust gelaten worden. Maar als Rome dat standpunt loslaat, zal de maatschappelijke druk op de orthodox-protestantse kerken die daarin niet meegaan steeds groter worden. Vrouwen uitsluiten als ambtsdrager is toch de reinste vorm van discriminatie! Trouwens heel het denken in termen van mannen en vrouwen geldt als achterhaald.
Onze tijd wil overduidelijk van God en Zijn geboden niet weten. Dat was vroeger niet veel anders, maar het is onmiskenbaar dat zich thans donkere wolken samenpakken. Meer dan ooit geldt daarom dat de kerk door God bewaard moet worden. Maar door alle verdrukkingen heen zal Hij dat zeker doen.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad