„Vechten voor onze scholen, ik vond het een geweldige opdracht.” J.J. Verhage, de vroegere algemeen secretaris van scholenorganisatie VGS, overleed zaterdagavond op 89-jarige leeftijd.
Terwijl veel mensen hopen nooit voor een rechter te staan, vond Johannes Jan (Jo) Verhage het „heel prettig om daar regelmatig te verschijnen.” Tot bij de Raad van State pleitte hij vrijmoedig voor het goed recht om een reformatorische school voor voortgezet onderwijs te stichten of uit te breiden. Ook basisscholen stond hij met raad en daad terzijde.
Verhage –op 14 augustus 1932 in Domburg geboren; opgegroeid in Aagtekerke– nam in 1975 het secretariaat van de VGS over van mr. J. de Heer en werd per 16 april 1976 officieel benoemd tot algemeen secretaris. „Mijn eerste werk was het kopen van een bureau. Dat zette ik bij mij thuis op zolder en daar begon het VGS-kantoor.”
In de twintig jaren die volgden, was „meneer Verhage” –zoals iedereen hem kende– het gezicht van de VGS. Op het ministerie kenden ze de man die –minzaam, maar onverzettelijk– met zijn onmiskenbare Zeeuwse accent de belangen van de scholen kwam bepleiten. Met resultaat, al bleef hij daar zelf bescheiden onder. „Hij kan op een zeer humoristische wijze mensen die het erg met zichzelf getroffen hebben ‘in het zonnetje zetten’”, schreef een collega bij zijn afscheid. „Hoogmoedige mensen kan hij moeilijk verdragen.”
Scholen die intern problemen hadden, riepen hem te hulp. „Het ging er dan soms hard aan toe”, blikte Verhage terug. „Ik probeerde te bemiddelen, maar ik moest wel mijn mening laten blijken. Daardoor heb ik zelfs eens een potlood naar m’n hoofd gekregen. Dat was overigens niet raak.”
Ambtenaar
Via het blad DRS gaf Verhage de schoolbesturen voorlichting. Maar schrijven kon hij niet, vond hij zelf. „Droog! Ik ben een ambtenaar, hè.”
Dat was hij 25 jaar geweest. Vanaf 1951 op Walcheren –in Zoutelande, Sint Laurens en Serooskerke– en vanaf 1958 in Ridderkerk. In die laatste plaats werd hij al snel secretaris van het schoolbestuur. Hij was 36 jaar bestuurslid van achtereenvolgens het Reformatorisch Atheneum, de Guido de Brès en het Wartburg College in Rotterdam (1967-2003). Toen binnen de SGP in 1965 kring Rijnmond werd opgericht, kwam Verhage ook daar in het bestuur.
Hij werd „de spin in het web van de VGS”, zei staatssecretaris Netelenbos toen ze hem bij zijn pensionering in 1996 de onderscheiding tot ridder in de orde van Oranje-Nassau opspeldde. Volgens haar was Verhage „berucht en beroemd” vanwege de beroepsprocedures bij de Raad van State. „U bent enorm verdienstelijk beziggeweest.”
„U werkte zo hard als een kleine ondernemer. In de vakantieperiode ging u soms gewoon door”, zei VGS-voorzitter ds. M. Golverdingen. „Een fijn politiek invoelingsvermogen en strategisch inzicht is u niet vreemd. U zou het bij de SGP ook niet slecht gedaan hebben.”
„Met deze werkzaamheden heeft Verhage de jeugd van de gereformeerde gezindte een dienst bewezen die niet gauw overschat kan worden”, schreef een collega. Verhage zelf: „Hetgeen ik gedaan heb, was ik alleen maar schuldig te doen. Gods onverdiende trouwe zorg was over mij.”
Gouden jaren
Verhage bewaakte de financiën van de scholenbond. Zuinigheid kon –zo zei hij bij zijn afscheid in 1996– „als een familietrek aangeduid worden, duidelijk blijkend uit het feit dat een van mijn kleinzoons enkele weken geleden een gulden heeft ingeslikt.”
Verhage was ook nauwgezet. En trouw: al zijn taken vervulde hij langere tijd. Zoals het redigeren van de kerkbode van de gereformeerde gemeente in Ridderkerk: van 1968 tot 2014. Na zijn pensionering was hij deputaat Bijzondere Noden (1997-2010) en redactiesecretaris van De Saambinder (2004-2019). Voor Doven-Contact verzorgde hij de advertentiewerving. Het Reformatorisch Dagblad was hij 34 jaar van dienst als lid van de raad van toezicht (1979-2013).
In zestig jaar ontbrak hij niet één keer tijdens de jaarvergadering van de VGS. Daar onderhield hij oude contacten. „’k Heb een steentje mogen bijdragen aan de opbouw van het reformatorisch onderwijs en dat heb ik met veel vreugde mogen doen”, zei Verhage. „Het zijn gouden jaren voor me geweest.”
Twee portretten van Verhage uit 1996 en 1991:
De VGS verliest haar gezicht, Reformatorisch Dagblad, 13 januari 1996
Stille strijder, nuchtere Zeeuw, Reformatorisch Dagblad, 6 september 1991