Tranen bij vertrek asielboot uit haven Ridderkerk
In Ridderkerk zet Mohammed voor het eerst in zijn leven voet aan boord van een schip. Met ruim zestig mannen verblijft hij op een asielboot. Dinsdag verlaat passagiersschip ”De Holland” de haven van Ridderkerk. „Bij het afscheid gaan tranen vloeien.”
In de salon van De Holland zit de uit Jemen gevluchte Mohammed (25) –om veiligheidsredenen geen achternaam– aan tafel met een naamgenoot uit Syrië. „We noemen hen Mo-1 en Mo-2”, zegt Raymond Schrik, die met zijn vrouw Esther bij de mannen op bezoek is, met een grijns. In de vensterbank ligt het spel mens-erger-je-niet. Een containerschip vaart iets verderop voorbij over de rivier de Noord.
Drie maanden is Mohammed, afkomstig uit de Jemenitische hoofdstad Sanaa, in Nederland. Na een verblijf in het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel volgden opvangplekken in Grave, Almere en Budel. De asielboot in Ridderkerk is sinds medio november zijn onderkomen. Hij deelt er een slaapkamer met een landgenoot.
Mohammed is journalist, vertelt hij in het Engels. Vanwege zijn werk belandde hij in Jemen in de gevangenis. „Ik heb ruim vier jaar vastgezeten omdat ik berichtte over de oorlog in mijn land. Uiteindelijk heeft het Rode Kruis me geholpen om uit de gevangenis te ontsnappen.”
Hij vluchtte via Egypte naar Nederland en vroeg hier asiel aan. Nu wacht hij op een gesprek met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om zijn asielverzoek te motiveren. Intussen maakt hij zich grote zorgen om familieleden die nog in Jemen zijn, onder wie zijn ouders. „Ik heb al een week geen contact meer met hen, omdat het internet er daar uit ligt.”
Spelletjes
Raymond Schrik was een van de eerste Nederlanders die Mohammed na aankomst in Ridderkerk ontmoette. Schrik is vanuit de hervormde gemeente (Singelkerk) lid van de lokale werkgroep vluchtelingen. Hierin participeren ook de hervormde gemeente Wilhelminakerk, de gereformeerde gemeente Eben-Haëzerkerk en de hersteld hervormde gemeente Sionskerk.
Sinds de boot met vijftig Syrische en dertien Jemenitische mannen in Ridderkerk aanmeerde, bezocht Schrik deze met andere vrijwilligers vaak meerdere keren per week. Geregeld gingen ook zijn vrouw en kinderen, in de leeftijd van veertien tot en met twintig jaar, mee. Esther: „We hebben hier heel wat spelletjes gedaan, zoals schaken, en de mannen Nederlandse woorden aangeleerd. Ik merkte dat ze vooral behoefte hadden om hun verhaal kwijt te kunnen. Het is bijzonder hoe snel je bevriend met hen raakt. Ik vind het heel jammer dat ze weggaan.”
Op een veld in de buurt voetbalden de asielzoekers op de zaterdagmiddagen met inwoners van Ridderkerk. Ook bezochten diverse mannen –de ene keer 10, de andere keer 25– op zondag de internationale samenkomsten die elke twee weken in Ridderkerk worden gehouden, georganiseerd door de vier kerken uit de werkgroep.
De islamitische Mohammed uit Jemen woonde meerdere keren een internationale dienst bij. „Ik was nog nooit in een kerk geweest. Het christelijk geloof is een andere religie, maar ik dacht: waarom zou ik niet eens gaan kijken? We geloven allemaal in God.”
Nachtmerries
Mohammed (23) uit Syrië –eveneens moslim– bezocht de diensten trouw. „In Syrië had ik veel christelijke vrienden met wie ik meeging naar de kerk. Voor mijn studie archeologie heb ik onder andere Aramees geleerd, de taal die Jezus sprak.”
De voormalige student kwam in september 2021 als asielzoeker in Nederland aan en wacht op een gehoor bij de IND. „In Syrië is het niet veilig door de oorlog. Ik heb soms nachtmerries door de gevaarlijke situaties die ik heb meegemaakt, zoals de vele raketaanvallen, soms heel dichtbij.”
Zijn vader werd in 2013 door onbekenden ontvoerd. Sindsdien heeft Mohammed niets van hem vernomen, maar hij vreest dat hij niet meer leeft. „Ik maak me grote zorgen om mijn moeder. Ik hoop dat zij en mijn jongere zus ook naar Nederland kunnen komen. Zelf wil ik zo snel mogelijk werken”, zegt de Syriër, die zich in Ridderkerk als vrijwilliger inzet voor kluswerkzaamheden in een nieuw inloophuis van de Singelkerk.
De asielzoekers betreuren het dat de boot Ridderkerk gaat verlaten omdat de afgesproken opvangperiode op 1 februari afloopt. „Ik ben op diverse plaatsen geweest, maar had nergens zo veel contacten als hier”, zegt Mohammed uit Jemen. „De mensen zijn aardig, ze zijn als familie voor me. Ik voelde me hier geen vreemdeling, maar mens.”
Wethouder Marco Oosterwijk was vanuit de gemeente Ridderkerk nauw betrokken bij de opvang. Zaterdag was hij aanwezig bij de laatste voetbalwedstrijd die vrijwilligers met de mannen van de boot hielden. Deze maandag nam hij samen met burgemeester Anny Attema afscheid van de asielzoekers.
Oosterwijk kijkt positief terug op de periode van noodopvang. Daarbij wijst hij op „de vele vrijwilligers uit alle geledingen van de samenleving” die zich voor de asielzoekers hebben ingezet. „Ze hebben attenties uitgedeeld, gesport en taalles gegeven. Ook waren er mooie contacten met de kerken. We hebben geen wanklank over de opvang gehoord, noch aan boord, noch in de samenleving.”
Afspraak
Kon de opvang in Ridderkerk niet worden verlengd, nu de asielzoekers zich daar thuis voelen en een netwerk hebben opgebouwd? „Het COA heeft ons vorig jaar gevraagd voor tijdelijke noodopvang en we hebben geen verzoek om verlenging gekregen. Het hart van Ridderkerk is groot en warm genoeg om de mensen een extra periode op te vangen, maar we willen ons ook houden aan de afspraak die we met omliggende bedrijven en de samenleving hebben gemaakt.”
Dinsdag vertrekt het passagiersschip naar Krimpen aan den IJssel. „Daar staan ook mensen voor hen klaar”, verzekert Oosterwijk. „Ik heb er vertrouwen in dat de asielzoekers zich daar weer snel thuis zullen voelen. Bovendien kunnen vrijwilligers uit Ridderkerk gemakkelijk daarheen als ze dat willen. Het is tien minuten met de waterbus.”
De beide Mohammeds zijn vast van plan om de contacten met Ridderkerkers aan te houden. „Het is echt moeilijk dat we weg moeten. Maar ik zal hier blijven komen”, zegt de Syriër. „We zullen niet vergeten wat de mensen in Ridderkerk voor ons hebben gedaan”, vult Mohammed uit Jemen aan.
De asielzoekers hoeven niet bang te zijn dat het echtpaar Schrik hen na de verhuizing zal vergeten. Raymond: „Jullie zijn friends for life, vrienden voor het leven.”