Het afschaffen van de vaste minimumberaadtermijn voor abortus is niet zonder risico. Juist de groep vrouwen die het meeste baat heeft bij zo’n bedenktijd kan daarvan de dupe worden.
Die vrees uitten de drie confessionele partijen CDA, ChristenUnie en SGP donderdagavond tijdens een debat over een initiatiefwetsvoorstel van D66, PvdA, GroenLinks en VVD. Daarin komt de vaste beraadtermijn te vervallen. In plaats daarvan bepalen de arts en de vrouw van geval tot geval gezamenlijk hoe lang die periode moet duren.
Het voorstel biedt ook ruimte voor het besluit om helemaal van zo’n bedenktijd af te zien. Naast CDA, ChristenUnie en SGP zijn verder alleen de BBB en FVD nog tegen. Daarmee kan de initiatiefwet rekenen op een ruime Kamermeerderheid.
JA21 komt met een eigen alternatief. Daarin stelt de zorginspectie verschillende beraadtermijnen op voor een abortusbehandeling, die samenhangen met de manier waarop de ingreep wordt uitgevoerd: medicamenteus of via een zuigcurettage. Uitgangspunt moet daarbij zijn: hoe zwaarder de ingreep, hoe langer de beraadtermijn.
Gehaast
Tijdens het debat kwamen de ideologische verschillen tussen de christelijke en seculiere partijen meermaals openbaar. Zo wezen de christelijke partijen erop dat de beschermwaardigheid van het ongeboren leven voor hen een intrinsieke waarde is. Zij achten het onjuist dat het alleen van de vrouw afhangt hoe zwaar die in de besluitvorming meeweegt en vinden het terecht dat deze beschermwaardigheid nog altijd een van de uitgangspunten is van de abortuswet. Een vaste beraadtermijn geeft daar volgens hen uitdrukking aan.
Volgens VVD, PvdA, GroenLinks en D66 is zo’n mede in het strafrecht verankerde termijn overbodig en bovendien onnodig betuttelend en denigrerend voor de vrouw. Woordvoerders van deze partijen verweten de christelijke partijen onvoldoende vertrouwen te hebben in de professionaliteit van de abortushulpverlening in Nederland.
Overigens stonden de christelijke en de seculiere partijen niet gedurende het hele debat tegenover elkaar. Een breder gedeelde zorg is hoe artsen straks moeten inschatten wie een korte bedenktijd nodig heeft en wie een lange, én hoe dat achteraf is na te gaan.
SP-Kamerlid Hijink vroeg zich af of het Nederlands Genootschap van Abortusartsen daarvoor een kwaliteitskader gaat opstellen. Hij noemde het belangrijk dat daar duidelijkheid over komt. Volgens de VVD is straks extra alertheid geboden bij abortusverzoeken van „meisjes uit een andere cultuur”, omdat daar eerder sprake zou kunnen zijn van dwang. Kamerlid Van der Plas (BBB) vroeg zich af of abortuscliënten straks nog wel kunnen rekenen op een zorgvuldige bejegening. Zij wilde weten of een vrouw achteraf nog verhaal kan halen als blijkt dat een abortusarts te gehaast te werk is gegaan.
Met behulp van verwijzingen naar rapporten en onderzoeken probeerden de initiatiefnemers de Kamer ervan te verzekeren dat hun voorstel in de zorgwereld kan rekenen op massale steun. Toch bleek dat genuanceerder te liggen. Zo meldde RTV Oost nog tijdens het debat dat de abortusklinieken Stimezo (Zwolle), Emmakliniek (Enschede), het Vrelinghuis (Utrecht), Buitenzorg (Almere) en de abortuskliniek Den Haag zich tegen de afschaffing van de vaste beraadtermijn verzetten. „Er zijn veel mondige vrouwen die in de kliniek komen en exact denken te weten wat ze willen. En vervolgens hebben ze spijt omdat ze te snel hebben gehandeld”, citeert de omroep een bestuurslid van de Zwolse kliniek die als strategisch adviseur voor de overige vier instanties werkt.
Woede
Forum voor Democratie wekte in het debat de woede van de seculiere partijen met een alternatief voorstel. Wordt de vijfdaagse beraadtermijn geschrapt, dan moet een vrouw die na tien weken zwangerschap of meer een abortus wil eerst naar een echografie van de ongeboren vrucht kijken, aldus de partij. Die plicht zou overigens niet gelden als de zwangerschap het gevolg is van ongewenst seksueel contact.
„Vrouwenhaat”, oordeelden PvdA en D66. CU-Kamerlid Bikker drukte FVD-woordvoerder Van Houwelingen op het hart zich nog een keer te beraden op het plan. „Door Forum wordt tegen de vrouw gezegd: Kom nog maar een keer een echo maken, terwijl in het voorstel niet wordt gesproken over de vader, de verwekker. Ik wil die gedachte wel meegeven. Als ik dit zo lees, dan spreekt hieruit een soort kilheid naar de vrouw die na korte tijd opnieuw moet terugkeren naar de abortuskliniek.” Van Houwelingen zei daarop dat zijn partij zich bewust is van de verantwoordelijke rol van de man. „Wetstechnisch is het alleen lastig om dat in ons amendement te verwerken”, luidde zijn verweer.
Volgende week wordt het debat vervolgd. Zorgminister Kuipers (D66) zal dan als adviseur van de Tweede Kamer zijn oordeel over het advies geven. Daarna wordt er gestemd.