Tien jaar na een van de grootste scheepsrampen uit de moderne geschiedenis houden betrokkenen donderdag een herdenkingsceremonie op het eiland Giglio.
Sirenes klinken donderdagavond om 21.45 uur in de haven van Giglio. Precies op dat tijdstip tien jaar geleden stuurde kapitein Francesco Schettino het cruiseschip Costa Concordia met 4229 opvarenden (3216 passagiers en 1013 bemanningsleden) tegen een rots bij het eiland Giglio. De romp werd doorsneden en het schip kapseisde in korte tijd. Aan boord waren 42 Nederlanders, die zich allen in veiligheid konden brengen. Het dodental kwam uit op 32 mensen.
De ramp was te wijten aan de lichtzinnigheid van de kapitein. Schettino was 70 kilometer ten noorden van de haven van Civitavecchia, waarvan het schip was vertrokken, moedwillig van zijn koers afgeweken. Naar eigen zeggen wilde hij een eerbetoon brengen aan een bekende van hem die op Giglio woonde, maar die avond er nota bene niet was. Dichtbij het eiland zou hij de scheepshoorn laten blazen. Met dat doel voerde Schettino een roekeloze manoeuvre uit door op slechts 200 meter voorbij het Toscaanse eiland te varen.
Na de schipbreuk beging de kapitein nog meer nalatigheden. Hoewel het elektrisch licht op het schip was uitgevallen, er paniek was uitgebroken bij de passagiers en het schip overhelde naar stuurboord, riep de kapitein via luidsprekers om dat er „alleen een probleempje” was met de stroomvoorziening. Hij nodigde de opvarenden uit vooral kalm te blijven.
„Schettino had om 21.50 uur of uiterlijk om 22.00 uur het noodalarm moeten laten afgaan”, zo schreven de rechters van het Hoogste Gerechtshof in 2017. De kapitein ging daarentegen pas om 22.58 uur tot algehele evacuatie over. Deze vertraging „staat in duidelijk causaal verband met de dood van 32 personen”, aldus de rechters in hun vonnis. Alsof dat niet genoeg was, verliet de kapitein ook nog eens voortijdig het schip, terwijl –zoals het vonnis meldt– hij „wist dat er nog mensen aan boord waren.”
Geen medelijden
In 2017 ging Schettino voor ruim 16 jaar achter de tralies. Hij had daarvoor wel drie niveaus van berechting (eerste aanleg, beroep en cassatie) aan zich voorbij laten gaan. De nu 61-jarige kapitein ging ook eens in beroep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De kapitein vindt dat hij lang niet alle schuld draagt. Bij de processen toonde hij opmerkelijk weinig medeleven met de slachtoffers. „Ik heb nooit medelijden met Schettino gehad”, zei onlangs de inmiddels gepensioneerde rechter die Schettino in eerste aanleg veroordeelde.
Schettino’s optreden is de burgemeester van Giglio nog steeds een doorn in het oog. „Hij heeft natuurlijk het recht zich te verdedigen. Maar het zou beter zijn geweest als hij de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich had genomen in plaats van zich steeds maar weer te rechtvaardigen”, zegt Sergio Ortelli, die sinds 2009 burgemeester van Giglio is. In de kerk van Giglio vindt donderdagavond een herdenkingsdienst plaats, waarna een optocht volgt naar een monument in de haven ter herdenking van de ramp. Om kwart voor tien zullen overal op het eiland sirenes loeien, gevolgd door een minuut stilte.
Kerst thuis
De Costa Concordia werd in 2014 geborgen en versleept naar Genua, waar het schip werd gesloopt. Costa Crociere, de eigenaar van het schip, heeft een groot deel van de familie van slachtoffers, passagiers en bemanningsleden gecompenseerd ter waarde van 85 miljoen euro. Honderden andere betrokkenen procederen nog.
Voor Francesco Schettino lijkt het drama met een sisser af te lopen. De toenmalige kapitein hoopt in mei in aanmerking te komen voor een alternatieve straf. Wegens goed gedrag had de reclassering Schettino al toegestaan de afgelopen kerstvakantie thuis met zijn gezin door te brengen.