Ignatius en Canisius: twee anti-protestantse reacties van Rome op de Reformatie
De Reformatie bevrijdde de middeleeuwse kerk van misstanden. Ook van de kant van Rome kwam er echter kritiek op het verval ervan. Ignatius van Loyola en Petrus Canisius wilden de roomse kerkleden weer bij de les brengen. Dit jaar worden beide spraakmakende figuren herdacht.
In 1521, precies 500 jaar geleden, begon Ignatius van Loyola een nieuw leven. Een kanonskogel hield de jonge, losbandige Spaanse edelman maandenlang aan bed gekluisterd. Door vrome boeken te lezen kwam hij tot geestelijke inkeer en wordt zijn bekering nu wereldwijd gevierd. Al gauw kreeg Ignatius metgezellen en zag de Sociëteit van Jezus, alias de jezuïetenorde, het licht.
Zijn bekendste boek werd ”Geestelijke oefeningen”, gericht op meditatie, gebed en het nauwkeurig bijhouden van vorderingen in het geestelijke leven. Het ging zijn volgelingen niet zozeer om de bekering van heidenen tot christenen, als wel om de zending in deze wereld en de praktische zorg voor mensen, lezen we in het recent verschenen boek ”Die Jesuiten. Von Ignatius von Loyola bis zur Gegenwart” (uitg. C. H. Beck, München).
De methode om snel grote groepen te dopen bewees zich al snel als een dwaalweg. De jezuïeten werden vaak gedoodverfd als opportunistische pragmatici die het christendom aanpasten aan de cultuur om deze voor hun eigen karretje te spannen. Zij golden als de stoottroepen van de Contrareformatie en keerden zich fel tegen de protestanten, ook toen die veel later dan hen in de zending actief werden. De jezuïeten ontwikkelden zich in de negentiende eeuw als de kampioenen van verzet tegen het modernisme. In de twintigste eeuw kwam hun spirituele traditie weer naar boven en bepleitten zij hervorming van de kerk door terugkeer naar de Bijbel en de kerkvaders. Zij wilden „praktisch relevant, sociaal, humanistisch en religieus” zijn, aldus Friedrich, waarden die we bij de huidige paus en jezuïet Franciscus herkennen.
Ignatiaanse spiritualiteit doet het tegenwoordig goed. De Vlaamse Amsterdammer Nikolaas Sintobin, jezuïet en internetpastor, laat in zijn boek ”Vertrouwen op je gevoel. Keuzes leren maken met Ignatius van Loyola” (KokBoekencentrum, Utrecht) zien hoe de ignatiaanse spiritualiteit uitgewerkt wordt in een aandachtig en luisterend in het leven staan.
Canisius
En dan de andere vertegenwoordiger van de anti-protestantse reactie: Petrus Canisius (1521-1597), óók jezuïet. Pierre Emonet beschrijft in zijn boek ”Peter Canisius. Mysticus & manager” (Adveniat, Baarn) hoe Canisius tijdens zijn studie in Keulen aandrong op de bestudering van de Bijbel. Tijdens zijn docentschap aan de universiteit in Ingolstadt moest hij tot zijn teleurstelling vaststellen dat de studenten amper kennis hadden van de Bijbel en de scholastieke auteurs en de meesten van hen slechts in naam katholiek waren. In zijn hoedanigheid als rector riep hij op tot studie en wilde hij een halt toeroepen aan het opkomende lutheranisme. Toen hij overste van de jezuïeten in Duitsland werd, zorgde hij ervoor dat elk ordelid een exemplaar kreeg van de ”Navolging van Christus” van Thomas a Kempis.
Canisius was bezorgd over de onkunde in de Roomse Kerk en stelde dat de rooms-katholieke instructieboekjes de vergelijking met de ”Kleine Catechismus” van Luther niet konden doorstaan. Hij ging er zelf een schrijven, die „het meest gedrukte boek van een Nederlands auteur in de geschiedenis” werd, zo stelt Emonet.
Kenmerkend voor Canisius was volgens Emonet vooral dat hij de rooms-katholieke leer, die ter discussie gesteld werd door de Hervorming, verdedigde, het geloof en de vroomheid van de priesters en kerkleden steunde en priesters in hun ambt hielp. Het probleem in Duitsland was volgens Canisius vooral te wijten aan de droeve toestand van een vervallen geestelijkheid en het ontbreken van goede bisschoppen. Zijn werk was vooral pastoraal gericht, zoals het voorbereiden op de biecht en de communie. Hij had een passie voor boeken en zette zich in voor de versoepeling van de Index, het censuurwapen van Rome, die zijns inziens te streng was. De invloed van de moderne devotie heeft hem volgens Emonet de weg gewezen naar een sterk christocentrische vroomheid en een gevoelsvolle mystiek.
Canisius bleef anti-protestants en zag het heil vooral in onderwijs. Men moest inzetten op eerbied, liefde en welwillendheid en twistpunten vermijden, zoals vasten, aflaten en het vagevuur. Zijn theologie kenmerkte zich volgens Emonet door de voortdurende lezing en overdenking van de Heilige Schrift. Wat Trente betreft, verwees Canisius liever naar de leer van de kerkvaders dan in te zetten op de kracht van decreten en reglementen.
Vooral rooms
Ignatius en Canisius: twee reacties van Rome op de Reformatie. Beiden staken de hand in eigen boezem, maar toen deze eruit kwam, bleek hij vooral rooms te zijn. Het echte gesprek met de protestanten bleef uit, want daarvoor was hun optreden te antithetisch. Voor dat gesprek was het nog eeuwen te vroeg.