Uit nieuwe gegevens van de Amerikaanse zendingsorganisatie Christian Aid Ministries (CAM) blijkt dat er een gewaagde ontsnapping vooraf ging aan de bevrijding van de recent ontvoerde groep Noord-Amerikaanse zendelingen in Haïti.
De zendingsorganisatie kwam maandag met meer informatie over de bevrijding van de gijzelaars. Vorige week donderdag werd al bekend dat allen in veiligheid zijn. Het gaat om een groep zendelingen afkomstig van Amish, mennonitische en andere anabaptistische gemeenschappen in de Verenigde Staten en Canada.
Van de zeventien personen die half oktober op klaarlichte dag verdwenen, kwamen er in november en begin december vijf vrij. De overige twaalf waren tot 15 december in handen van de Haïtiaanse bende 400 Mawozo. Vorige week ontsnapten zij aan hun gijzelnemers tijdens een nachtelijke vlucht over een moeilijk begaanbaar, maanverlicht terrein. Onder hen waren een baby en enkele jonge kinderen. Door op de sterren te navigeren, bracht de groep zichzelf in veiligheid. Kort na hun ontsnapping keerden de zendelingen per vliegtuig terug naar de Verenigde Staten, waar ze herenigd werden met de vijf gijzelaars die eerder waren vrijgelaten.
Losgeld
De zendelingen wilden niet proberen te ontsnappen voordat ze het er allemaal over eens waren dat dit Gods wil was, blijkt nu. Eenmaal op de vlucht, liepen ze de hele nacht door en worstelden ze zich door doorn- en braamstruiken. Uiteindelijk klopte de groep aan bij een huis in de buurt van de snelweg. Ze trof er twee christenen aan die trompet speelden ter voorbereiding op de zondagse kerkdienst. Met een geleende mobiele telefoon konden de zendingswerkers hun organisatie vertellen dat ze veilig waren.
Tijdens de persconferentie toonde CAM foto’s en een video waarop te zien is hoe de bevrijde gijzelaars elkaar weerzien. Ze zingen psalm 34, de psalm die ze tijdens hun gevangenschap vele malen zongen.
Of er losgeld is betaald, blijft geheim. Een van de zendelingen vertelde zondag tijdens een dienst van de Anabaptist Church in Pennsylvania dat de gijzelaars soms wensten dat iemand het losgeld voor hun vrijlating zou betalen. „We begonnen te twijfelen en vroegen ons af waarom iemand niet gewoon het geld betaalde. Maar ik geloof dat het satan zelf was die ons dit ingaf.”
De opgesloten mannen, vrouwen en kinderen zongen drie maal per dag, „weerstonden satan, leerden op God te vertrouwen voor hun verlossing” en deelden het Evangelie met hun gijzelnemers. „De Heere wilde dat we al ons vertrouwen op Hem zouden stellen. Niet door de sterke arm van mensen zijn wij bevrijd. Het was door de kleine en grote dingen die de Heere voor ons heeft gedaan.”
De bende dwong de groep verschillende keren te verhuizen naar een ander onderkomen, maar gebruikte geen geweld, aldus de woordvoerder van de zendingsorganisatie Weston Showalter. De voornaamste uitdagingen betroffen de hitte, de muggen en het vervuilde badwater, waardoor sommigen zweren opliepen. De jonge kinderen waren soms ziek. Toch verkeren de zendelingen nu allemaal in goede gezondheid. Waar de volwassenen in hun gevangenschap kleine porties rijst of bonen te eten kregen, was er voedsel in overvloed voor de kinderen, aldus Showalter.
Na enkele maanden besloten de gijzelaars gezamenlijk dat het tijd werd om te vluchten en kozen ze de nacht van 15 december uit voor hun ontsnapping. „Toen ze voelden dat de tijd rijp was, wisten ze een geblokkeerde deur te forceren. Ondanks dat er verschillende bewakers vlakbij waren, lukt het hen ongezien te verdwijnen.”