Melaats
Het zat er een keer in natuurlijk. En toch, toen ik het tweede streepje zag verschijnen, drong het eerst niet door. Ik had al zo veel tests gedaan die allemaal negatief waren en ik voelde alleen een heel klein beetje keelpijn.
Maar ja, het coronavirus ging al weken rond op de basisschool: mijn jongste zoon was dan weer ín en dan weer uit quarantaine.
Op de avond van mijn positieve testuitslag bekeek ik de statistieken van het RIVM opeens heel anders: ik was nu zelf een van die rode cijfertjes.
Misschien was het achteraf handig geweest als we allemaal tegelijk waren besmet, maar dat gebeurde niet. Drie van de vijf Dijkstra’s testten negatief. En bleven dat doen. Hoe dat kan? Geen idee, daar komen we misschien later achter. Als er meer onderzoek is gedaan naar de verspreiding van het virus.
Ondertussen ontstond er dus een scheidslijn in ons huis: op de wc boven en in twee slaapkamers kwam een briefje te hangen. Zonder bleek het voor pubers lastig te onthouden dat er mensen in afzondering zaten.
Om de zoveel tijd werd er een bord eten voor de deur gezet. Of een kop thee. Heel lief natuurlijk, en heel luxe ook. Tenminste, dat vond ik die eerste dagen. Daarna begon ik me zieliger te voelen en tijdens etenstijd beneden de pannen horen rinkelen en gezellige stemmen tijdens de warme maaltijd, vond ik echt niet grappig. Ik wilde regelmatig roepen: Hallo, ik ben er ook nog!
Daarin zat ’m ook de dubbelheid: ik had heel erg de behoefte om even de kamer uit te gaan, maar wilde de anderen ook niet besmetten: dus trok ik handschoenen aan en zette ik een mondkapje op als ik naar het toilet moest. En als er iemand aanbelde, tikte ik op het raam en zwaaide alleen maar even via het glas.
Opeens kon ik me meer indenken hoe mensen zich vroeger voelden, als ze melaats waren en buiten de poort werden gezet. Verdreven van het hele sociale leven.
Inmiddels nemen de klachten iets af, hoewel het me tegenvalt. Dit is duidelijk geen gewone griep. En ik neem me stellig voor: wat zal ik dankbaar zijn als ik straks weer gewoon met de rest kan eten, de deur kan opendoen voor bezoek of een boodschap halen. Hou me eraan.