Twee christelijke verpleegsters die in Pakistan beschuldigd worden van godslastering, zijn onlangs op borgtocht vrijgelaten. Een andere van blasfemie verdachte christen werd kort daarna vrijgesproken. Een teken van verandering in het land?
Het besluit om de twee zusters op borgtocht vrij te laten, werd bijna twee maanden onder de pet gehouden. De vrees was groot dat de uitspraak uit september zou leiden tot grote onrust onder islamitische extremisten.
Die angst komt niet uit de lucht vallen. Woedende moslims trokken in april naar het ziekenhuis in Faisalabad waar beide vrouwen werkten. Een islamitische collega viel een van hen aan met een mes. Het tweetal zou de Koran hebben „bezoedeld.” In opdracht van hun leidinggevende scheurden ze oude stickers van de ziekenhuismuren. Op een van die bleek een tekst uit de Koran te staan.
De rechter merkte bij het toekennen van de borgtocht op dat beide vrouwen toegaven de sticker te hebben verwijderd, maar ontkenden dat ze dit hadden gedaan met kwade bedoelingen. „Bovendien heeft de aanklager niet kunnen bewijzen dat de Koran-inscriptie opzettelijk is ontheiligd.”
Uniek
„Dit is een ongekende beslissing van een rechtbank in een godslasteringszaak”, verklaarde advocaat Atif Jamil Paggan tegenover Morning Star News. Het komt vaak voor dat blasfemieverdachten jarenlang wegkwijnen in een cel, zelfs als deugdelijk bewijs ontbreekt. Beide vrouwen zijn nu na zo’n vijf maanden op borgtocht vrij.
Gezien de tientallen zaken die zich al jarenlang voortslepen, is deze snelle vrijlating een positief teken, reageert Jan Dirk van Nifterik van Stichting HVC (Hulp Vervolgde Christenen). „Tegelijkertijd: dat de vrouwen op borgtocht zijn vrijgelaten, is ook weer niet zó uniek. Lagere gerechtshoven hebben in de afgelopen jaren wel vaker zo’n besluit genomen.”
Kort na het nieuws over de zusters, bleek dat de christen Sajjad Masih was vrijgesproken van godslastering. Hij had er bijna tien jaar achter de tralies op zitten. Ook deze uitspraak vond stilletjes plaats uit vrees voor extremisten.
Opsteker
De twee uitspraken zijn een opsteker voor de christelijke minderheid in Pakistan, die relatief vaak het slachtoffer is van de blasfemiewetten. De vrijlating van de twee verpleegkundigen zorgde voor uitbundige reacties op Facebook. In het afgelopen jaar vonden nog enkele vrijspraken plaats.
Zijn dit aanwijzingen dat misbruik van blasfemiewetgeving in Pakistan op zijn retour is? „Inderdaad hebben er best wat vrijspraken op rij plaatsgehad. We hopen dat dat doorzet, maar wij zien nog geen trend”, zegt Van Nifterik.
Wat volgens de directeur van HVC in de twee recente zaken hielp, is dat ze geen landelijke bekendheid genoten. „De uitspraken zorgden niet voor heel veel deining in Pakistan. Soms helpt het juist als er minder druk op de zaak staat.”
Doodgeschoten
Het lijkt erop dat rechters zich door eerdere vrijspraken aangemoedigd voelen om in soortgelijke zaken sneller tot een uitspraak te komen, zegt Joseph Jansen. Met zijn organisatie Voice for Justice zet hij zich in voor de christelijke minderheid in Pakistan. Rechters staan onder grote druk van radicale moslims om tot een veroordeling te komen, zegt hij. „Vorig jaar nog is een blasfemieverdachte in de rechtszaal doodgeschoten.”
Van Nifterik ziet het als „een bemoediging dat rechters ervoor kiezen om recht te spreken.” Beide mannen verwachten echter niet dat de situatie voor Pakistaanse christenen snel zal verbeteren. Extremistische groepen hebben nog steeds veel invloed. Ook ziet het er niet naar uit dat de gewraakte blasfemiewetgeving op korte termijn zal worden herzien.