2G-beleid gaat een principiële grens over
Het aantal coronabesmettingen is in de achterliggende tijd gigantisch gestegen. Dat de regering daarom extra maatregelen neemt, is terecht maar niet het einde van alle tegenspraak.
Op de staat rust de plicht de volksgezondheid te bevorderen. Die vloeit voort uit de Grondwet (artikel 22) en internationale verdragen. Tegelijkertijd botst deze plicht met grondrechten die juist in het leven zijn geroepen om de overheid op áfstand te houden; denk aan de vrijheid van godsdienst (artikel 6), vrijheid van vergadering (artikel 9) en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10). Dat vraagt om een zorgvuldige afweging.
In de ‘coronawet’ is de noodzaak van een zorgvuldige afweging expliciet vastgelegd (artikel 58b van de Wet publieke gezondheid). In de kern gaat het om de vraag of de maatregelen het gestelde doel kunnen bereiken terwijl minder vergaande alternatieven niet voorhanden zijn (subsidiariteit). Zijn die alternatieven er niet dan moeten de maatregelen enerzijds in verhouding staan tot de beperkingen die ze met zich meebrengen en anderzijds tot bepaalde onevenredig nadelige gevolgen ervan (proportionaliteit).
Het is zeer uitzonderlijk dat dergelijke criteria expliciet in een wet worden opgenomen juist omdat het algemene uitgangspunten zijn wanneer grondrechten in het geding zijn. Laat die toets dan ook zwaar wegen in de politieke besluitvorming. In crisistijd is het risico dat dit onvoldoende gebeurt. Het hoge aantal besmettingen lijkt dan alle maatregelen te rechtvaardigen. Eerst werd een coronatoegangsbewijs ingevoerd voor een beperkt aantal voorzieningen zoals cultuur, horeca en evenementen. Dit wordt inmiddels uitgebreid naar “niet-essentiële detailhandel”. Dit is nu gebaseerd op een 3G-beleid: toegang is te verkrijgen door gevaccineerd te zijn, genezen of getest. Ondertussen worden de voorbereidingen getroffen om een 2G-beleid in te voeren. Een negatief testbewijs geldt dan niet langer als toegangsbewijs; iemand moet gevaccineerd zijn of genezen.
Uitsluiten
Dit 2G-beleid gaat een principiële grens over: het sluit een bepaald deel van de bevolking uit van onderdelen van de samenleving. Beargumenteerd wordt dat dit beleid tot doel heeft juist die bevolkingsgroep te beschermen. Dat klinkt nobel maar rechtvaardigt dat de gevolgen voor deze groep? Bedenk daarbij dat naast uitbreiding van de coronapas ook de geldigheid van het testbewijs al is verkort van 48 uur naar 24 uur. Wat is de noodzaak om deze principiële grens over te gaan?
Ondertussen kan iemand die genezen is van corona op diezelfde plaatsen tot 180 dagen nadien, ongetest naar binnen. Iemand die gevaccineerd is wordt zelfs zónder vervaldatum op een groen vinkje wordt toegelaten. Anders dan sommige andere landen binnen de Europese Unie is onze regering er geen voorstander van deze geldigheid te beperken.
De vraag naar de rechtvaardiging van het 2G-beleid klemt te meer nu blijkt dat vaccinatie (door de verschillende mutaties) minder effectief is dan gehoopt en ook veel gevaccineerden in het ziekenhuis terecht komen (bron: website RIVM).
Pad van vaccinatie
Het lijkt erop dat het kabinetsbeleid er in de kern op neerkomt –als doel dan wel als bewust gecreëerd neveneffect– besmettingen en ziekenhuisopnames tegen te gaan door burgers het pad van vaccinatie op te sturen. Voor mensen die om medische redenen niet kunnen worden gevaccineerd komt mogelijk een uitzondering zodat zij wél via de coronapas toegang krijgen, meldde minister De Jonge deze week. Terecht. Maar religieuze motieven leggen kennelijk geen gewicht meer in de schaal. De invoering van een 2G-beleid maken uitspraken dat er ruimte moet zijn voor gewetensbezwaarden dan ook ongeloofwaardig. De ‘inclusieve samenleving’ heeft kennelijk zo zijn grenzen.
Niet dat er dan binnenkort een verplichting tot vaccinatie zal komen op straffe van een dwangsom. Maar wel volgt (gedeeltelijke) uitsluiting. En hoelang gaat dat duren? Totdat het virus geweken is? Niemand weet wanneer dat zal zijn. En welke gevolgen heeft dergelijk beleid voor bijvoorbeeld ondernemers wiens klantenkring vooral uit ongevaccineerden bestaat?
Wissels om
Het 2G-beleid zal wellicht op kleine schaal beginnen, en misschien op minder terreinen dan waar nu de coronapas (3G) geldt. Maar dat hebben we vaker gezien de achterliggende tijd: als het eenmaal is ingevoerd, ligt uitbreiding voor de hand. Daarnaast zijn er de achterliggende periode meer wissels omgegaan, bijvoorbeeld om toch (weliswaar in een uiterst geval en met verschillende waarborgen) ook kerkgebouwen te kunnen sluiten. De VVD vroeg tijdens het debat deze week om de behandeling van dit wetsvoorstel ter hand te nemen. Dat maatregelen gekoppeld worden aan een bepaalde vervaltermijn biedt bij dit alles weinig hoop: tijdelijke wetten kunnen heel lang meegaan en scheppen precedenten voor de toekomst.
Veilig én vreedzaam samenleven moeten hand in hand gaan – juist als verhoudingen in de samenleving op scherp staan. Het 2G-beleid draagt daar niet aan bij.
Ondertussen rust op christenen de dure plicht om binnen de grenzen van Gods Woord de overheid te gehoorzamen. En de sterftecijfers in de reformatorische gezindte (RD 18-11) zijn alle reden onze verantwoordelijkheid te nemen. Laten we elkaar daarin opscherpen. Dat laat onverlet dat we, zonder in populistische toon te vervallen, het overheidsbeleid kritisch tegemoet mogen treden. De democratische rechtstaat staat of valt met dat principe.
De auteur is jurist en actief voor de SGP.