Dantes geestelijke reis van hel naar hemel
Een geestelijke reis van bekering, heiliging en verlossing. De Italiaanse dichter Dante Alighieri onderneemt in het jubeljaar 1300 deze denkbeeldige tocht door drie rijken in het hiernamaals: hel, louteringsberg en paradijs.
In de stad Florence, aan de boorden van de rivier de Arno, wordt Durante Alighieri geboren. Het is de tweede helft van mei, 1265 jaar na de „heilzame menswording van de Koning van het heelal”, schrijft zijn biograaf Giovanni Boccaccio ruim honderd jaar later. Wie in de Toscaanse stad komt, kan de geboorteplek nog zien: de plaats waar nu het museum Casa di Dante staat, al is de omgeving in de loop van de eeuwen door sloop en restauraties onherkenbaar veranderd.
Over Durantes kinderjaren is er niet heel veel bekend, maar wel dat zijn vader uit een respectabele familie afkomstig is, dat zijn moeder jong sterft en dat hij opgroeit met een broer en twee zusjes onder de hoede van een stiefmoeder.
Durante wordt in maart 1266 gedoopt in de witmarmeren doopkapel van San Giovanni, naast de kathedraal. Daar wordt de naam Durante ingekort tot Dante, volgens de mode van die tijd. De familie Alighieri bidt dagelijks in de kleine parochiekerk van San Martini del Vescovo, gewijd aan Sint Maarten van Tours, dicht bij hun huis in het noordelijke stadsdeel San Piero Maggiore.
Als tiener schrijft Dante zijn eerste gedichten. Dertig daarvan verschijnen in de bundel ”Vita nuova” (”Nieuw leven”), gewijd aan zijn liefde voor de Florentijnse Beatrice – met wie hij nooit zal trouwen. „O jij, die langs de weg van liefde wandelt, let op en kijk of er groter verdriet bestaat dan het mijne”, klaagt Dante.
Beatrice overlijdt op jonge leeftijd, in maart 1290. Dante treedt in het huwelijk met Gemma Donati, een vrouw uit een vooraanstaande familie, dat wel. Ze krijgen drie kinderen: Jacopo, Pietro en Antonia. Als Antonia het klooster ingaat, neemt ze de naam Beatrice aan.
Dante schrijft niet alleen sonnetten en andere gedichten, hij is ook politiek actief. Alighieri behoort tot de partij van de Witten, die streeft naar een onafhankelijk en vrij Florence. Hij vecht mee in oorlogen tegen andere Toscaanse stadstaten, zoals Arezzo en Pisa, en schrijft een aantal politieke verhandelingen. Zo gaat zijn ”Monarchia” (”De Monarchie”) over de verhouding tussen paus en keizer, een kwestie die het middeleeuwse Europa sterk verdeelt.
Politieke verwikkelingen leiden ook tot een pijnlijke ballingschap in 1302, waarna Dante nooit meer een voet zet in zijn geliefde Florence, „de schaapskooi die mijn thuis was.” Met heel zijn hart wil hij terugkeren, schrijft Dante in de verhandeling ”Convivio” (”Gastmaal”), „om zijn vermoeide ziel te laten rusten.”
Geluiden en geuren
Maar Dante wordt vooral bekend door zijn ”Divina commedia” (”Goddelijke komedie”), een dichtwerk dat uit ruim 14.000 verzen bestaat, boordevol getallensymboliek. Het verschijnt een jaar voor zijn plotselinge overlijden in 1321, 700 jaar geleden. Van de titel is alleen het tweede deel van Dante zelf: ”commedia”, een term die mensen in de middeleeuwen gebruiken voor een werk dat droevig begint en vreugdevol eindigt. Het woord ”divina” gaat terug op Boccaccio, die daarmee zijn bewondering voor het dichtwerk tot uitdrukking brengt.
In de ”Divina commedia” kan Dante, volgens zijn biograaf Francis Fergusson, voor het eerst een gedicht vullen met veel andere geesten en stemmen dan de zijne, en met alle schoonheid, geluiden en geuren van Gods wereld. Het werk beschrijft een denkbeeldige, zevendaagse reis van Dante zelf, door de –in de middeleeuwse visie– drie rijken van het hiernamaals: hel, louteringsberg en paradijs. Hij wordt achtereenvolgens vergezeld door de Romeinse dichter Vergilius, zijn geliefde Beatrice en de theoloog Bernardus van Clairvaux. Ze steunen hem onderweg, van de diepste ellende in de hel tot de aanschouwing van God in de hemel.
Hemel en aarde
Dante is niet uniek in de beschrijving van een reis door het hiernamaals, onderstreept classicus Frans van Dooren in zijn ”Geschiedenis van de klassieke Italiaanse literatuur” (1999). Het is een geliefd thema in de middeleeuwen.
Zoals de meeste mensen in zijn tijd, ziet Dante de aarde als het middelpunt van het heelal. De sterren en hemellichamen draaien eromheen. Toen Lucifer, de leider van de opstandige engelen, uit de hemel neerstortte, ontstond er door zijn val op het noordelijk halfrond van de aarde een diepe afgrond –de hel– en op het zuidelijke halfrond een hoge louteringsberg.
De aardbol wordt omsloten door negen hemelsferen, die de vorm hebben van doorzichtige bollen, die om elkaar heen draaien. Die bevinden zich in het zogenoemde empyrium, dat onstoffelijk, onbeweeglijk en oneindig is: het paradijs.
Zondaars en zaligen
Tijdens zijn reis spreekt Dante met zondaars en zaligen, met mensen die tijdens hun leven het goede deden of juist het kwade. Hij noemt er in totaal zo’n 800, meestal historische personen uit de Bijbel en de oudheid, maar ook tijdgenoten: apostelen en pausen, keizers en kooplieden, heiligen en handwerklieden.
Dantes werk is niet bedoeld als heldenepos of spektakelstuk. Het barst van de beeldtaal en de symboliek, zodat het na de Bijbel het meest bestudeerde en verklaarde boek ter wereld is, weet Van Dooren.
De ”Divina commedia” draait uiteindelijk om de opgang van de ziel naar God, om de geestelijke reis die Dante zélf aflegt: de bewustwording van de zonde (hel), het loslaten van zonde en kwaad (louteringsberg) en het bereiken van waarheid en liefde in God (hemel). Het is een geestelijke reis van bekering, heiliging en verlossing – tot Dantes geest ineens getroffen wordt door een flits van licht, „die zijn verlangen geheel vervulde.”