Spiritualiteit is een „megatrend” in deze tijd, maar verdraagt zich steeds moeilijker met kerk en religie. Opvallend is onder christenen een toenemende aandacht voor het boeddhisme.
Dat concludeert een speciale uitgave van het theologische blad Herder Korrespondenz over het onderwerp ”Fromm und Frei? Spiritualität heute” (Vroom en vrij? Spiritualiteit vandaag). Terwijl traditionele christelijke spiritualiteit onder druk staat, schieten projecten van seculiere zinzoekers als paddenstoelen uit de grond. ”Vroom” en ”vrij” schijnen voor velen tegenstrijdig te zijn, als water en vuur, aldus de redactie. En: „Spiritualiteit is nooit onschuldig.”
Onbekendheid
Spiritualiteit wordt steeds minder met christelijke inhoud verbonden, schrijft Melanie Wolfers, rooms-katholiek theologe die godsdienstige opvattingen onder jongvolwassenen onderzoekt. Dat gebeurt vaak onbewust. „Velen bezoeken bedevaartsoorden, niet uit afwijzing van de kerken, maar omdat zij de christelijke spiritualiteit in de kerken niet kennen of vinden. Dat is jammer, want kerken hebben een zeer grote spirituele schat in huis en die wordt gelukkig óók in deze tijd ontdekt. Een wending van de kerk naar de spiritualiteit zal niet helpen, zij moet ook substantieel werken aan verbetering van haar institutionele geloofwaardigheid.”
Bisschop Heiner Wilmer (Hildesheim) benadrukt dat het christendom geen religie van de moraal, maar van de verlossing is. Hij kritiseert een spiritualiteit die zich afwendt van de wereld en „zich gemakzuchtig koestert onder gelijkgezinden.”
Sociologen hebben lange tijd beweerd dat naarmate de kerkelijke instituties afzwakken de individuele religiositeit opbloeit. Het zou gaan om de uitspraak ”believing without belonging” (geloven zonder bijzondere band). Niets ervan, zo betoogt David Voas, een Britse godsdienstsocioloog. Zijn constatering is: „noch geloof noch bijzondere band.” Het geloof in een persoonlijke God, vergezeld van hoge kerkbezoekcijfers, heeft plaatsgemaakt voor een onbestemde spiritualiteit („fuzzy fidelity”), die zich helemaal heeft losgemaakt van persoonlijke religiositeit en band met de kerk.
Volgens godsdienstsocioloog Detlef Pollack (Münster) zijn er steeds meer mensen die zich nog wel spiritueel noemen, maar niet religieus. De kerk moet er echter ook voor hen zijn, vindt Pollack, maar „sociologisch gesproken is het niet erg waarschijnlijk dat zij hen bereikt.”
Hoopvol
Toch is de psycholoog Michael Utsch (Berlijn) hoopvol gestemd: religie en spiritualiteit bieden mensen houvast als existentiële vragen op hen afkomen en mensen zijn daardoor ook beter opgewassen tegen tijden van crisis. De benedictijnse non Maura Zátonyi verwijst expliciet naar de coronatijd: „In crisistijden komt tevoorschijn wat de fundamenten van het normale leven zijn.”
Niet spiritualiteit is de vraag, maar wélke, schrijft priester Gotthard Fuchs uit Paderborn. De jezuïet Christian Rutishauser (Bad Schönbrunn) roept op tot „onderscheid der geesten.”
Peter Zimmerling (Leipzig) bepleit een protestantse spiritualiteit, die oog heeft voor het gebed en de biecht. Alexander Löffer (Frankfurt) laat zien welk een grote aantrekkingskracht boeddhisme, zen en yoga hebben op christenen. Door meditatie en het werken aan innerlijke groei zou men zich beter kunnen schikken in een onzekere wereld vol onrecht en lijden, zo is de leidende gedachte.