Is het op non-actief stellen van een werknemer die weigert zich te laten vaccineren een vorm van discriminatie? De discussie daarover is in volle gang.
Barbara heeft al haar hele leven in de zorg gewerkt. Voor haar laatste werkgever hielp ze mensen thuis. Dat werk deed Barbara met veel vreugde. Ook de cliënten gaven in evaluaties aan dat ze dik tevreden over haar waren. Als in het voorjaar van 2020 het coronavirus Nederland binnenkomt, is er nog niet veel aan de hand. Barbara kan gewoon haar cliënten blijven bezoeken.
Er verandert wat in januari 2021. In de wekelijkse mail aan alle werknemers vestigt de directie de aandacht op het belang van vaccineren. In een volgende mail staat het er klip en klaar: alle medewerkers moeten een prik halen tegen corona.
Barbara schrikt van deze mededeling. Ze wil zich voorlopig niet laten vaccineren. „Ik ben nooit bang geweest voor corona. Ik leef gezond, zorg goed voor mezelf en vertrouw op mijn immuunsysteem. Het vaccin is nog steeds in de experimentele fase, dus ik waag het er nog niet op. Als corona echt van blijvende duur is, en er komt een echt goedgekeurd vaccin, kan ik altijd nog een prik laten zetten.”
Barbara meldt bij haar directeur dat ze niet aan die vaccinatieplicht wil voldoen. Haar baas belt haar op en vertelt haar dat ze over een halfjaar op non-actief wordt gesteld als ze zich niet laat inenten. „Nu ik dit vertel, zit ik weer helemaal te trillen. Het was een heftig telefoontje. Mij werd verteld dat ik asociaal zou zijn omdat ik het niet voor mijn medemens overheb om mij te laten vaccineren.”
Het verwijt van haar baas vindt Barbara onterecht. „Ik doe juist heel graag wat voor een ander. Maar als ik als kerngezond persoon iets moet laten doen met een kleine kans dat mijn gezondheid slechter wordt in plaats van beter, dan gaat dat boven de zorg voor mijn medemensen.”
Bovendien merkt de zorgmedewerker op dat gevaccineerde collega’s net zo goed het virus kunnen overdragen op cliënten. „Mijn baas was bang dat hij aansprakelijk gesteld zou kunnen worden als een van zijn medewerkers het virus op een cliënt zou overbrengen. Dat snap ik wel, maar dat probleem help je dus niet uit de wereld door te eisen dat iedereen zich laat inenten.”
Barbara ziet een ontslag op zich afkomen en twijfelt of ze juridische hulp moet inschakelen. Maar de relatie in de werksfeer is inmiddels zo verslechterd, dat ze er vanaf ziet. „Ik was hier zo van slag van, dat ik besloot niet al mijn energie te stoppen in het knokken tegen een ontslag. Na een vakantie heb ik besloten de vertrekregeling te ondertekenen, de transitievergoeding aan te nemen en weg te gaan. Omdat ik niet kan overzien wat de juridische gevolgen zijn als ik uit de school klap, vertel ik dit verhaal liever anoniem.”
Toch vindt Barbara het belangrijk dat haar verhaal wordt verteld, omdat zij niet de enige is die dit overkomt. „Ik zit nog steeds in een groepsapp met voormalige collega’s. Zij vertellen dat hun baas, dus mijn ex-werkgever, met alle macht probeert te achterhalen of zij gevaccineerd zijn of niet. Op hun beurt proberen zij dat zo veel mogelijk te camoufleren. Als ik dat hoor, dan heb ik geen spijt van mijn besluit. Maar ik vind het wel erg dat de zorg op deze manier veel niet-gevaccineerd personeel kwijtraakt.”
Van haar voormalige collega’s zit de één al maandenlang ziek thuis, een ander heeft net als Barbara een werkloosheidsuitkering, weer een ander is bij een bedrijf begonnen dat er geen probleem van maakt dat ze niet gevaccineerd is. „Voor mij is dat nu nog geen optie, ik ben gewoon nog heel erg moe van dit alles.”
Erg vindt ze het ook als ze hoort van collega’s die met overtuiging hadden gekozen om zich niet te laten vaccineren, maar het vanwege de dwang van de werkgever toch doen. „Ze vertellen mij dat ze met tranen in hun ogen hun mouw hebben opgestroopt om de prik te laten zetten die ze eigenlijk helemaal niet willen hebben. Volgens mij moeten we dat in Nederland niet willen. Laat die mensen alsjeblieft met rust.”
De echte naam en woonplaats van Barbara zijn bekend bij de redactie.