De Sint-Elisabethsvloed was erg, maar zó erg niet
Honderdduizend slachtoffers? Het waren er waarschijnlijk enkele tientallen. Tweeënzeventig dorpen verzwolgen? Welnee. Rond de Sint-Elisabethsvloed –binnenkort 600 jaar geleden– zijn veel fabels de wereld in geholpen. Nepnieuws met een politiek oogmerk.
Er zijn bijzondere dingen te zien op het schilderij dat kort na de ramp werd gemaakt. Er stroomt wat water over de dijk heen, de polder in. Er is echter geen paniek. Op de rivier zeilen twee schepen rustig voorbij. Mensen in bootjes zijn kalmpjes bezig wat spullen in en uit te laden. Er graast vee in de wei. Bij Dordrecht loopt een moeder met haar kind op straat. Er drijven dan wel twee lichamen in het water, maar nergens zien we mensen die verzwolgen worden door de vloed of zich in doodsnood vastklampen aan drijfhout.
In de geschiedschrijving nam de Sint-Elisabethsvloed uit de nacht van 18 op 19 november 1421 mythische vormen aan. Héél die grote Biesbosch hebben we te danken aan de gewéldige watervloed die een onvoorstelbare ramp veroorzaakte en het landschap in één nacht blijvend veranderde. De Grote Waard –een rijk landbouwgebied, belangrijk voor de economie van Holland en zeker voor de stad Dordrecht– was zomaar weg, na die superstorm.
In Waspik was de kerk verwoest. In Teeffelen (gemeente Oss) ook; alleen de kapel bleef overeind, en dat werd de nieuwe kerk. De huidige toren in Baardwijk is nog een overblijfsel van de kerk die verwoest werd door de vloed. Op andere plaatsen was er niets van het dorp over. Weggevaagd in nacht en stormgebruis. In de Hoeksche Waard hielden slechts twee polders het droog: Oud Bonaventura en de Sint Anthoniepolder.
Twisten
Zo veel slachtoffers, zo veel dorpen die ten onder gingen, indrukwekkend. Daar is echter stevig op af te dingen, stellen ir. Gerrit Jan Schiereck en dr. ir. Paul Visser in het nieuwe boek ”De grote en vreeselike vloed”. Het was de tijd dat Hoeken en Kabeljauwen elkaar te na kwamen, en elkaar ook beschuldigden van nalatigheid in het dijkbeheer. „Dordrecht was er veel aan gelegen de Sint-Elisabethsvloed af te schilderen als een zó uitzonderlijke stormvloed dat het onmogelijk was geweest om mensen daartegen te beschermen.” En dus kwam het stadsbestuur met het verhaal van de 72 dorpen die kopje-onder waren gegaan. Het werd zelfs in de Spuipoort gebeiteld en dat is op de Spuiboulevard nog steeds te zien. „Maar onze voorvaders lieten toch geen leugens in steen houwen!” geloofde de stadsarchivaris in 1931 nog. Dus wel.
En niet alleen in steen. Vele pagina’s lang laat het boek zien welke plaats de overstroming van zes eeuwen geleden kreeg in de literatuur en op prenten en schilderijen.
Tsunami
Waaien deed het dus, en de dijk bezweek. De schrijvers van de Canon van Nederland zagen het voor zich: „Een grote vloedgolf rolt als een tsunami over de polder. Soms even tegengehouden door een binnendijk, maar echt tot stilstand komt de nietsontziende watermassa pas tegen de hogere zandgronden in de buurt van Waalwijk.”
Nee hoor, zeggen de auteurs van het nieuwe boek. „Duidelijk is dat de Waard in de stormnacht maar zeer ten dele was volgelopen. Omdat stormvloeden relatief kort duren, was het eenvoudigweg fysiek onmogelijk de Grote Waard (die niet voor niets zo heet) in één nacht te vullen.”
Feit en fictie
Een ramp was het natuurlijk wel. Een drama voor de getroffenen. Maar in de geschiedschrijving dusdanig overdreven dat ”aandikken” een te vriendelijk woord is. Over de stormnacht zijn boeken volgeschreven. „Die staan in de boekwinkel bij de afdeling non-fictie, maar het is de vraag of ze daar allemaal horen.”
Dat er geen 100.000 slachtoffers waren, heeft eerder de bekende weerkundige Jan Buisman al gezegd: „Dat aantal is heel lang letterlijk genomen, maar zo veel mensen woonden daar toen niet eens. Het aantal 100.000 wil niets anders zeggen dan: ongelooflijk veel. De Tielse Kroniek telt 2000 doden, vergelijkbaar met de ramp van 1953. Maar ook dat zijn er mogelijk nog te veel. De altijd onderbelichte Allerheiligenvloed uit 1570 was veel ernstiger. Die heeft mogelijk meer dan 20.000 doden veroorzaakt.”
Schiereck en Visser komen niet verder dan enkele tientallen slachtoffers bij de Sint-Elisabethsvloed. Dat is hun schatting op basis van „berekeningen over overstromingsdiepten, stijgsnelheden van het water en snelheid in de doorbraak”, gepaard gaand met een analyse van overstromingen in de wereld.
Hoe hoog het water rees, is niet precies gemeten. Bij Goedereede moet het echter maximaal 3,5 meter boven zeeniveau geweest zijn, en dat is meer dan een halve meter minder dan op 1 februari 1953.
De Biesbosch is ook niet in één nacht ontstaan. De vorming van het natuurgebied duurde tientallen jaren. Sommige kerktorens zijn niet omvergespoeld, maar door mensen afgebroken.
En zo gaat de ene na de andere bewering ondersteboven. Een aantal conclusies is niet nieuw; Visser kwam er in maart 2019 al mee toen in de Grote Kerk van Dordrecht een replica van het schilderij over de vloed werd onthuld.
Economische ramp
Sint-Elisabethsvloeden waren er ook in 1404 en 1424 al geweest: de talrijke overstromingen in de Lage Landen werden naar de heiligen vernoemd van wie het de naamdag was. Bij de stormramp van november 1421 bezweek een dijk die al danig verzwakt was door turfwinning en doordat het onderhoud was verwaarloosd.
Door het gat dat tijdens de stormnacht ontstond, bleef het water maar in en uit stromen. Daardoor viel het ondergelopen deel van de Waard niet droog. Eind december 1421 brak ook nog eens de rivierdijk bij Werkendam. Vervoer per wagen werd onmogelijk en de polderbewoners moest zich per boot verplaatsen. Het land kalfde verder af, er vormden zich kreken en zo ontstond de Biesbosch. Het land bebouwen kon niet meer; de bewoners schakelden over op visserij. Ook voor Dordrecht was het een economische ramp: de stad verloor het achterland dat het voor zijn handelspositie nodig had.
Een aansprekend verhaal is dat van een baby die de ramp overleefde. Toen de ergste storm geluwd was, dreef er bij de dijk een wiegje, met een kindje erin. Een kat had de wieg in evenwicht gehouden door heen en weer te springen. Het is een van de verklaringen voor de naam Kinderdijk.
Ook een legende, natuurlijk. Zoals er zo veel zijn. Het is wel een mooi verhaal.