Muziek

Mijn instrument: De luit is voor de liefhebber van oude muziek

Je moet wel wat met oude muziek hebben als je luit wilt leren spelen. Eigenlijk is er alleen maar muziek van 400 jaar oud voor het tokkelinstrument. Docent Margriet Verzijl ruilde op het conservatorium haar gitaar in voor de luit. Leerling Anne-Wil Overeem wilde graag een instrument dat niet iedereen al bespeelt. Dan zit je goed met de luit.

15 October 2021 14:30
Een 8-korige renaissanceluit. beeld RD, Anton Dommerholt
Een 8-korige renaissanceluit. beeld RD, Anton Dommerholt

Op het conservatorium gingen de nagels eraf

Eén ding maakt luitdocent Margriet Verzijl direct duidelijk: je kunt niet spreken van dé luit. De 8-korige renaissanceluit gebruikt ze met haar leerlingen, maar je kunt bij haar ook de teorbe (met de lange hals) of de Spaanse vihuela de mano leren bespelen. En nog een aantal varianten van de grote luitfamilie.

17587335.JPG
beeld RD, André Dorst

Ze hebben alle gemeen dat ze oorspronkelijk uit grofweg de periode 1400-1600 stammen. Uit de renaissance en de vroegbarok dus. De instrumenten die Verzijl zelf heeft –acht stuks– zijn nagemaakt. Ze spreekt lovend over de Utrechtse bouwer Sebastián Núñez, die zeven instrumenten voor haar bouwde. „Hij is de top van de wereld.”

Verzijl laat ook instrumenten maken die ze kan verhuren aan leerlingen – meest volwassenen. „Anders komen er nooit leerlingen. De luit is duur. Die schaf je niet even aan om te proberen of je het een leuk instrument vindt. Als de keus serieus is, kopen ze na ongeveer een jaar zelf een instrument.”

17587332.JPG
Margriet Verzijl. beeld RD, Anton Dommerholt

De luit was tot zo’n drie eeuwen geleden populair in Europa, vertelt Verzijl. „Het klavecimbel heeft de luit weggedrukt. Daardoor verdween het instrument op een gegeven moment. Alleen de chitarrone speelde als basso continuo-instrument nog mee in ensembles.”

Op de luit speel je vooral oude muziek; een instrument voor de liefhebber dus. Verzijl: „Het is net als met de viola da gamba of de barokviool: daarop speel je ook oude muziek. Er is maar weinig hedendaagse muziek voor luit geschreven.” Ze noemt de Fransman Vaudry de Saizenay als een componist wiens muziek haar na aan het hart ligt. Daarom is haar 14-korige Franse teorbe, waarop ze die muziek moet spelen, een favoriet instrument.

Glimlachend vertelt Verzijl hoe ze bij de luit terechtkwam. Ze speelde als jongere gitaar. Het liefst koos ze altijd de oudere muziek: die vond ze het mooist. Ze ging voor gitaar naar het conservatorium in Utrecht. Daar ontdekte ze in het eerste jaar de luit: dáárop moest haar favoriete muziek eigenlijk gespeeld worden. Ze maakte subiet de overstap, en raakte de gitaar niet meer aan. „M’n nagels gingen er gelijk af. Bij gitaar heb je lange nagels nodig. Bij de luit zitten ze juist in de weg.”

Samen een duet spelen, dat gaf de doorslag

Allebei hebben ze deze donderdag een luit op schoot. Samen spelen ze een duet uit een boek op de lessenaar voor hen. Een anoniem, tweestemmig stukje uit de 16e eeuw. En een duet van Praetorius. Dit was precies waarom Anne-Wil Overeem (13) uit Zeist tien maanden geleden begon met luitlessen bij Margriet Verzijl aan de muziekschool in Bilthoven. „Het samen spelen vond ik direct leuk.”

17587333.JPG
Anne-Wil Overeem. beeld RD, Anton Dommerholt

De luit is niet haar eerste instrument, vertelt de vwo 3-leerlinge van het Van Lodenstein College in Amersfoort. „Toen ik een jaar of 6, 7 was, heb ik op blokfluitles gezeten. Daarna deed ik een poos niets meer aan muziek. Twee jaar geleden zijn we naar Zeist verhuisd. Toen kon ik een nieuwe hobby kiezen. Ik koos voor muziekles.”

Waarom ze bij de luit uitkwam? „De blokfluit wilde ik niet meer. Maar ik wilde ook geen instrument dat iedereen al bespeelt, zoals de gitaar. Het is best laat als je op je 13e nog moet beginnen; dan ben je altijd de slechtste. Daarom wilde ik iets bijzonders, wat niemand doet. Toen noemde m’n moeder de luit.” Ze gingen kijken bij de muziekschool in Bilthoven en Anne-Wil kreeg een paar proeflessen. Daarbij vond ze het „heel leuk” dat ze direct duetjes met Verzijl kon spelen. Ze was verkocht en ging op les.

Bij de blokfluitles leerde ze noten lezen. De luit heeft echter een eigen muzieknotatie: je speelt uit een zogenoemd tabulatuurboek. Daarbij zijn de snaren uitgetekend en geven lettertjes aan welke snaar je moet hebben. Moeilijk om onder de knie te krijgen? Anne-Wil: „In het begin was het wel even lastig. Maar het went snel.”

De luit die ze bij zich heeft –een zogenoemde 8-korige renaissanceluit– weegt bijna niets. Het is een kostbaar, fragiel instrument, dat zorgvuldig in de koffer moet worden opgeborgen. Anne-Wil huurt de luit voor 1 euro per dag van haar lerares. Op enig moment zal ze moeten kiezen of ze zelf een instrument aanschaft. Kosten: algauw zo’n 3000 euro. Zover is de leerlinge nog niet.

Wat haar aanspreekt in het instrument is de klank. „Die is niet zo schel.” En de muziek uit de renaissance vindt ze ook mooi. Als ze verder komt, wat wil ze er dan mee? „Niet als solist alleen op een podium. Maar spelen in een ensemble, dat lijkt me vet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer