Het onzichtbare leed van onvoldragen leven
Een op de vier vrouwen krijgt een miskraam. Leed dat voor de omgeving vaak onzichtbaar is. Een verlies van een kind én van pril ouderschap. Nelleke Bruggink (37) verloor verschillende keren een kindje in een vroeg stadium. „Gauw weer doorgaan is geen oplossing. Dan komt het verdriet altijd weer terug.”
Waarom praten we zo weinig over een miskraam? Dat vraagt verloskundige Anne-Berte van der Velde (31) zichzelf regelmatig af. Sinds acht jaar werkt ze als zelfstandige in Bunschoten-Spakenburg en in Ziekenhuis St Jansdal te Harderwijk. „Een mooi vak, waarin het aspect van vroeg afgebroken zwangerschappen onderbelicht is. Het is nog best een taboe, temeer omdat vrouwen niet verwachten dat het hun overkomt.”
Volgens de verloskundige zijn vrouwen van oudsher geneigd om hun zwangerschap de eerste drie maanden stil te houden voor de buitenwereld. Toen Pauline (35) (bewust zonder achternaam) zwanger was, besloot ze het nieuws ook nog niet meteen te delen. Ze vertelt: „De zwangerschap van ons vijfde kindje overviel mij best een beetje. Behalve dat ik eraan moest wennen, voelde ik me steeds labieler worden. Dat herkende ik helemaal niet van mezelf. Verstandelijk kon ik zeggen: We hebben ruimte in ons hart en huis, ik heb vier mooie zwangerschappen en kraamweken gehad bij de andere kinderen. Maar toch leek mijn gevoel niet te veranderen.”
Na twee maanden zwangerschap wilde Pauline het nieuws nog steeds niet vertellen aan de buitenwereld. Ze voelde zich hier schuldig over. „Ik vroeg me af: waarom kan ik niet blij zijn met dit nieuwe leven dat God mij geeft? Een wonder waar ik juist zo dankbaar voor zou moeten zijn.”
Achteraf blijkt dat deze tegenstrijdige gevoelens voortkwamen uit een prenatale depressie. De hormonen gierden door haar lijf en daarnaast vloeide Pauline regelmatig. De echo’s bij de verloskundige lieten echter zien dat alles goed leek te gaan met de baby. „Ik dacht: als het vloeien niet bij de baby vandaan komt, heb ik misschien wel iets anders wat deze problemen veroorzaakt.
De zondag voor de miskraam zei mijn man: „Ik heb het gevoel dat de Heere mij voorbereidt op een heel zware week.” Daarop antwoordde ik: „Op een nog zwaardere week?”
Hij zei me te zien op de weldaden die God geeft zoals in Psalm 103. En ik dacht aan diezelfde psalm. In de berijmde versie staat daar: „Treft iemand druk, Hij wil de druk verlichten.”
Ik bad: „Heere, U geeft nieuw leven, wilt U mij ook de blijdschap en kracht geven om voor mijn gezin te zorgen. Doet U wat goed is in Uw ogen, doe mij daarin volgen.”
De volgende morgen was mijn buik hard en pijnlijk. Toen mijn man een kruik aan het maken was, knapte er iets vanbinnen. Ik vloog naar de wc, daar ving ik mijn onvoldragen kindje op. De andere kinderen, die nog niet wisten dat ik zwanger was, waren wakker geworden van de commotie. Het overkwam mij, ik had toen nog geen besef van wat er precies gebeurde. Achteraf zei mijn man: „Hoe je toen huilde, zal ik nooit vergeten. Het waren moedertranen.””
Dat een miskraam grote impact heeft, kan Nelleke Bruggink beamen. Vier van haar negen zwangerschappen eindigden in miskramen, daarnaast was er ook een zwangerschap van zeventien weken waarbij het kindje niet meer leefde. „De gevoelens van verlies en leegte zijn heftig. Hoewel er meer gepraat wordt over het verdriet, ben ik toch bang dat veel vrouwen het wegstoppen. Ik heb over veel miskramen gezwegen, maar dan maak je het jezelf heel moeilijk. Aan de ene kant is praten moeilijk omdat de omgeving het niet begrijpt, aan de andere kant is het juist veel beter om er wel over te praten. Gauw weer doorgaan is niet de oplossing. Dan komt het verdriet altijd weer terug, bij een volgende zwangerschap of later.”
Volgens Bruggink is elke situatie anders: „Zo kun je het heel anders beleven als je eerste zwangerschap eindigt in een miskraam. Hoe je ermee omgaat, hangt ook van je karakter af. Ik was daarna niet meer onbevangen zwanger. Er zijn echter ook mensen die nuchter zijn en er minder last van hebben. Toch denk ik dat niemand er snel overheen stapt.”
Voor Bruggink voelt het tegenstrijdig dat ze eerst kon verlangen naar een zwangerschap, maar dat ze die nu niet meer ziet zitten na alles wat ze heeft meegemaakt. „Psychisch vind ik zwanger zijn nu veel te zwaar. Zo ervoer ik tijdens mijn laatste zwangerschap veel angst. Toen de negen maanden erop zaten, was ik dankbaar dat ik een gezond kindje in mijn armen had.”
Anne-Berte van der Velde vult aan: „Als vrouwen na een miskraam opnieuw zwanger zijn, merk ik veel onzekerheid. Wanneer er sprake is van bijvoorbeeld bloedverlies, zijn vrouwen vaak bang dat het weer mis gaat. Ook krijg ik vaker een telefoontje met vragen over de zwangerschap en bepaalde symptomen die moeilijk te plaatsen zijn.”
Pauline: „Of je nu een kindje verliest met elf of met twintig weken; als het op je hand ligt, zie je dat alles erop en eraan zit. Tot de kleine vingertjes toe. In tijdschriften zie je vaak mooie foto’s van de baby in de buik, nu zag ik zo’n baby in werkelijkheid.”
Anne-Berte heeft in de praktijk regelmatig te maken met echtparen die een rouwproces doormaken na een miskraam. „Op het moment van de positieve test begin je na te denken over hoe je kindje zal zijn. Een kloppend hart op de echo laat zien dat er leven is. Voor mezelf en het stel blijft een eerste echo altijd heel spannend. Tien procent van de zwangerschappen eindigt immers in een miskraam; naast de invloed die de leeftijd van de moeder heeft, zijn er nog tal van willekeurige oorzaken. Soms kan het zo zijn dat er een genetische afwijking zichtbaar wordt. Wanneer ik geen kloppend hartje zie op de echo, ben ik gelijk duidelijk naar de stellen toe. Als ik vaag blijf, houden mensen hoop. Als blijkt dat er sprake is van een miskraam, is het stel vaak erg verdrietig. Op zo’n moment ga ik met hen zitten, om de emoties toe te laten. Dan ervaar ik echt een stukje rouw.
Andere echtparen stellen hebben juist behoefte aan informatie. Meestal houd ik contact met de stellen, vaak is er nog sprake van een tweede echo ter bevestiging. De dag erna bel ik om erover door te praten en het verhaal nogmaals te horen. Soms moet de miskraam opgewekt worden, en is daarvoor medicatie nodig. Ook dan kunnen er nog medische complicaties optreden wanneer de baarmoeder niet helemaal leeg is, zoals een infectie. Stellen ervaren het doorgaans als een opluchting als het opwekken van de miskraam achter de rug is. Na het verlies is er ruimte voor verwerking.”
Na een paar weken is er nog een nacontrole om te kijken of de baarmoeder helemaal schoon is. Dit wordt door middel van een echo gecontroleerd. Dan vindt ook een afsluitend gesprek plaats en wordt de zorg afgesloten. Naar behoefte is er dan na een aantal weken nog een keer telefonisch contact. Daarna gaat de zorg over naar de huisarts.
Naast de verwerking van het verdriet speelt ook de praktische vraag op: wat als je het kind in handen hebt gehad? Pauline: „De foto’s die we destijds hebben gemaakt, bekijk ik nog regelmatig. De dienstdoende verloskundige kwam langs. Ze zei dat we ons kindje in water konden bewaren, en dat besloten we te doen. Na een dagopname in het ziekenhuis zagen we bij thuiskomst dat het lichaampje begon op te zwellen. Toen hebben we het kindje in de tuin begraven, iets waar ik met gemengde gevoelens aan terugdenk.”
De opbaarmethode die voorschrijft om het kind in water te bewaren, wordt de watermethode genoemd. Volgens Henrieke de Wit (32) kan deze methode bij elke zwangerschapsduur toegepast worden. Ze werkt tien jaar als verloskundige en is daarnaast moeder van drie kinderen. „Vooral bij jonge kindjes bij wie de huid nog kwetsbaar en doorschijnend is, is deze opbaarmethode geschikt. Het enige wat je hiervoor nodig hebt is een glazen bak (met deksel), kraanwater en de mogelijkheid om te koelen, een koelkast bijvoorbeeld.” Ze benoemt dat deze methode de mogelijkheid biedt om afscheid te nemen omdat je het kind op deze manier aan vrienden en familie kunt laten zien.
Miriam van Kreij deelt haar expertise door middel van scholingen aan verloskundigen, echoscopisten en gynaecologen. Ze schreef ”Begeleiding van vrouwen met een miskraam” (2017), een boek voor professionals. Daarnaast publiceerde ze in 2018 haar tweede boek: ”Als je een kindje verliest in de zwangerschap”, een verwerkboek voor ouders met bemoedigende teksten, opdrachten en suggesties. Ze beschrijft de begeleiding van vrouwen na een miskraam als „heftig en wezenlijk.” Tegelijkertijd vindt ze het dierbaar om daar dichtbij te mogen zijn.
Nelleke Bruggink, die dit verdriet vijf keer meemaakte, benadrukt dit. „Neem de tijd om te rouwen. In je gedachten is er een luikje opengegaan naar iets nieuws: een zwangerschap, een kindje en alles wat daarbij hoort. Nu moet dat luikje weer dicht; je moet het afsluiten en het de tijd geven.”