Het nieuwe kabinet is er echt nog niet
Dat er na meer dan een halfjaar na de verkiezingen pas serieus onderhandeld gaat worden over een nieuwe regering is een blamage.
De talloze vruchteloze gesprekken die de afgelopen maanden zijn gevoerd, hebben er nu toe geleid dat het landsbestuur terug is bij af. Alle gesprekken, alle energie en alle opwinding over wie met wie zou gaan moeten onderhandelen hebben niets positiefs opgeleverd. Het enige dat wél is bereikt, is dat het wantrouwen tussen de politieke partijen in de Tweede Kamer groter is dan ooit.
De aankondiging van informateur Remkes dat de partijen in het huidige demissionaire kabinet toch gaan onderhandelen, krijgt dan ook felle kritiek. Vooral de PvdA en GroenLinks voelen zich bekocht door D66-leider Sigrid Kaag. Zij was het immers die de ChristenUnie na vier jaar samenwerking zonder enige gêne afserveerde omdat ze per se met deze partijen wilde gaan onderhandelen. Nu dat niet gaat gebeuren, rest bij die partijen enkel bitterheid.
D66 is niet de enige schuldige aan de onmacht van politiek Den Haag om zelfs maar te beginnen met het praten over een nieuwe regering. Maar de partij is wel de hoofdschuldige. De Democraten hebben zichzelf en de invloed die de partij heeft flink overschat. Daarbij werd er de afgelopen weken door partijleider Kaag, die de verkiezingen inging met de belofte om nieuw leiderschap te laten zien, gedraaid en geschoffeerd. De partij lijkt enerzijds nooit uit de campagnemodus gekomen en bleef anderzijds maandenlang hangen in de roes van een wel erg groot gemaakte verkiezingsoverwinning.
Dat het nu juist de ChristenUnie (CU) is die toch weer bereid is te gaan praten over voortzetting van de huidige coalitie, is bijzonder. Ondanks het openlijk afserveren van deze partij door Kaag is de CU toch weer bereid met uitgerekend haar partij aan tafel te gaan zitten.
Wie echter denkt dat een nieuw kabinet nu binnen handbereik is, zou zich wel eens lelijk kunnen vergissen. D66 meent een grote concessie gedaan te hebben, waarvoor de partij in de onderhandelingen wil worden uitbetaald. Dat zet de onderhandelingen nu al onder druk.
Ook het eerste incident dat gemeld is nog vóór de partijen aan tafel zitten, maakt de sfeer in Den Haag er niet beter op. Zo meldde informateur Remkes dat de CU bereid zou zijn om van medisch-ethische onderwerpen een vrije kwestie te maken. CU-leider Segers ontkende dit echter. Het feit dat Remkes over een voor de CU zo belangrijke kwestie zo’n fout maakte, laat zien dat er aan het gedoe in Den Haag nog geen einde is gekomen.
Sigrid Kaag zei donderdag in haar persverklaring over het deelnemen van haar partij aan een nieuwe regering: „We doen het goed of we doen het niet.”
Dat klinkt mooi en ferm. Maar vooralsnog is op de situatie van politiek Den Haag een andere woordvolgorde van toepassing: we doen het niet goed.