Koning Willem-Alexander mag Kroondomein Het Loo niet meer drie maanden per jaar afsluiten, als hij de subsidie van het Rijk voor het onderhoud van het Veluwse natuurgebied wil behouden.
De algemene regels voor dit soort subsidies gaan vanaf volgend jaar ook voor de vorst gelden. Demissionair minister van Landbouw Carola Schouten meldde dat woensdag aan de Tweede Kamer.
Voorwaarde voor de subsidie is dat de rentmeester, in dit geval koning Willem-Alexander, het natuurgebied 358 dagen per jaar openstelt voor het publiek. Op dit moment is een groot deel van het park van half september tot eind december dicht. Minister Schouten stelde in april nog dat het te maken had met de „persoonlijke levenssfeer” van de koning.
Juristen uitten kritiek op de uitzondering voor de koning, en de Kamer eiste begin dit jaar opheldering.
Koning Willem-Alexander zei bij de zomerfotosessie tegen de pers dat hij uitgaat van ”gelijke monniken, gelijke kappen.” Hij wilde dat Het Loo bij een eventuele subsidieaanvraag „precies hetzelfde behandeld” zou worden als alle andere grote landgoederen in Nederland. De koning had met de minister afgesproken dat dit proces transparant zou zijn.
Hij wees er ook op dat andere landgoederen soms wel ’s ochtends en ’s avonds afgesloten zijn. Schouten schrijft in de Kamerbrief inderdaad dat een subsidieaanvrager zich verplicht zijn terrein 358 dagen per jaar van zonsopgang tot zonsondergang open te stellen. Als de koning dat niet wil, moet hij dus afzien van de subsidie – afgelopen vijf jaar 4,7 miljoen euro.
Jacht
Critici denken dat de koninklijke familie op wild jaagt in de periode dat het natuurgebied gesloten is. Kamerlid Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren noemt het besluit van Schouten „geweldig nieuws.” Als de koning natuursubsidie aanvraagt voor het kroondomein, moet hij aan de voorwaarden voldoen, vindt het Kamerlid. En dat betekent: het landgoed „het hele jaar openstellen, ook tijdens het jachtseizoen.”
De koning wees afgelopen zomer op het belang van goed faunabeheer, waar de jacht deel van uitmaakt. „We leven in een redelijk klein land met grote hoeveelheden bosbouw en biodiversiteit. Als je dat niet controleert, loopt het uit de hand. Dan verlies je de biodiversiteit.”
