Dat bepleit de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in een maandag verstuurde brief aan de leden van de commissie justitie en veiligheid van de Tweede Kamer. Ook zou een grotere waarde moeten worden toegekend aan „documenten van derden” die de bekering van een asielzoeker ondersteunen.

Aanleiding voor de brief aan de Kamercommissie zijn onder meer „signalen” die de PKN de afgelopen tijd uit diverse kerkelijke gemeenten in het land hebben bereikt. Die betreffen onder meer „een grote groep asielzoekers” uit met name Iran of Afghanistan die „het overgaan naar een ander geloof inbrengt in hun procedure. De signalen die wij krijgen wijzen erop dat de IND niet altijd in staat is het bekeringsmotief goed te beoordelen.”

De PKN zegt dit uit eigen ervaring te kunnen bevestigen, verwijzend naar het werk van de zogeheten commissie-Plaisier, „een commissie van deskundigen, meestal ervaren predikanten, die op verzoek van advocaten spreken met bekeerlingen.” Het komt „regelmatig voor dat waar onze commissie vast overtuigd is van de geloofwaardigheid van de bekering, onze rapporten door de IND toch terzijde worden geschoven”, aldus de brief, die namens het moderamen van de synode is ondertekend door ds. M. C. Batenburg.

Grote spanning

Het schrijven gaat ook in op „lange wachttijden voor asielzoekers.” Sommigen wachten „jarenlang” op een nader gehoor bij de IND. „Deze onzekerheid veroorzaakt bij hen grote spanning.”

De PKN bepleit daarom „meer menskracht bij de IND, zodat procedures sneller kunnen starten en asielzoekers niet meer jarenlang in azc’s hoeven te wachten.”